Het idee dat je alles kunt hebben zoals jij het hebben wilt, blijkt in de liefde niet zo goed te werken. Sterker nog, het trekt ons liefdesleven behoorlijk overhoop. Zijn we te veeleisend geworden? Journalist Peggy van der Lee zoekt het uit in Flow 1. Hieronder kun je een fragment lezen.
Kijken naar jezelf
Om ons geworstel met relaties te boven te komen, moeten we dus werken aan onze gedachten over de liefde, vindt filosoof Jan Drost. “Nadenken over de vraag: wat is een goede liefdesrelatie voor mij? Wat voor geliefde wil ík zijn – in plaats van alles bij de ander te zoeken.” Want dat is het lastige van romantiek: die verwacht alles van de ander. “Het is een soort messianistisch wachten op de verlosser,” zegt Drost. “Als de juiste maar voorbij komt, voelt het vanzelf goed. Daarmee ga je voorbij aan je eigen aandeel. Dat heeft ook zo zijn voordelen natuurlijk,” lacht hij, “maar er komt een moment waarop je naar jezelf moet kijken. Misschien vind je het wel prettig om iemand naast je te hebben omdat je er zo rustig van wordt, maar ben je eigenlijk helemaal niet zo geïnteresseerd in die ander.” Wat verwacht je eigenlijk van een liefdesrelatie, kun je je afvragen. Niet van ‘de liefde’ dus, maar van een relatie, benadrukt Dost. “De liefde is geen vervullende staat van welzijn die over je heen valt – het is altijd een relatie.” Wat het hebben of vinden van een relatie in deze tijd niet makkelijker maakt, is onze enorme behoefte aan autonomie.
Meer over anders denken in de liefde kun je lezen in Flow 1-2016. Deze editie is hier na te bestellen.
Tekst Peggy van der Lee Illustratie Kate Pugsley