Wat gebeurt er toch allemaal, en hoe gaan we met alle veranderingen om? Op ons blog vertelt steeds iemand van het Flow team hoe zij de dingen aanpakt: praktisch en in het hoofd. Deze keer: Mirjam (freelance eindredacteur) over thuiszitten met kinderen.
Een week of vier geleden – ja eigenlijk zo kort geleden nog maar – toen er een paar mensen waren die uit voorzorg twee weken in quarantaine moesten, grapte ik tegen mijn buurvrouw: lijkt me stiekem best lekker; beetje fotoboeken maken – nog zo een jaar of tien weg te werken – eindelijk die twee dozen papierwerk uitzoeken en die eindeloze klus-to-dolijst afwerken. Niet wetende dat we niet veel later allemáál thuis kwamen te zitten.
Ook mijn bassischoolgaande dochters van acht en tien. Dit gaat lukken dacht ik nog, kinderen lekker hun werkjes doen, beetje spelen en tekenen en wij gewoon achter de laptop. In het weekend vermaken ze zich immers ook altijd prima, en de clubjes, speelafspraken en het halen en brengen zijn vervallen, dat scheelt veel tijd. Blij dat we alle twee ons werk ook vanuit huis kunnen doen, en met het idee: best gezellig, begonnen we vol goede moed.
Maar toen kwam er een stroom aan mailtjes en appjes. Mails van verschillende juffen met portals, weekschema’s, inlogcodes, dictees in PowerPoint, tips, verwijzingen naar niveaus en nog wat extra links voor thuisscholing – en o, als je kind zich verveelt hier nog wat leuke sites. En vergeet het lezen, Jeugdjournaal en gym niet. Zelfs van de voetbaltrainer en turnlerares kregen we oefeningen doorgestuurd.
Ik dook in de lesstof, ontcijferde verwijzingen en bedacht welke leuke creatieve dingen ik ze wilde leren. Toen (logischerwijs) bleek dat de kinderen echt best wel veel begeleiding en aandacht nodig hadden, kreeg ik een knoop in m’n buik. Ik merkte dat ik er de rust en aandacht niet voor had. Het uitleggen, inloggen, de wachtwoorden… de klok tikte door, en mijn eigen deadlines schoven niet mee. Ik bleef herhaaldelijk hun boeken en schriften weer op hun eigen stapel leggen en veegde non-stop gumsel op een hoop, om íets van overzicht op de keukentafel en in mijn hoofd te creëren.
Toen ik op m’n telefoon een mailtje las van juf dat er maar weinig was ingelogd (dag drie!) en m’n oudste met een vragend gezicht me mijn laptop overhandigde dat alleen nog een blauw scherm liet zien, sommeerde ik de kinderen net iets te onaardig dat ze maar even buiten moesten gaan spelen. De deur was nog niet in het slot gevallen of ik zat te huilen.
Alle spanning en de onzekerheid van het virus dat als een tsunami op ons af stevende, de chaos en misschien wel vooral de snelheid waarmee het kwam, kwam eruit… ik wil altijd alles op de juiste manier doen, maar ik overzag het allemaal niet meer. En o ja, wij hebben niet genoeg laptops in huis.
Ik zag mijn beeldscherm nog blurry door m’n tranen heen toen ik een mail terug tikte naar juf. Niet veel later hing ze aan de telefoon. En weer moest ik huilen, ik kon er niets aan doen. Ze stelde me gerust op dezelfde manier hoe ze dat bij mijn dochter weleens doet. En daar moest ik dan weer een beetje om gniffelen. Maar wat het gesprekje me vooral duidelijk maakte: ik moet me niet gek laten maken.
Inmiddels zitten we alweer in de derde week en er komt nog een maand bovenop. Van fotoboeken maken is nog niks gekomen, maar we hebben een modus gevonden. De weektaken komen af, en alle goedbedoelde linkjes laat ik lekker voor wat ze zijn. Ik geniet van de tijd die we samen hebben. Dat we met z’n vieren het bos in sjezen: mijn man en ik hardlopend, de meiden op hun skeelers.
We zijn gezond en samen, en ik laat me niet meer gek maken. Zoals mijn jongste van de week zo mooi tegen mij zei toen ik even niet wist hoe ik iets moest uitleggen: ‘Ja, maar juf heeft er voor gestudeerd he, jij niet.’ En zo is het maar net.
Tekst Mirjam Rosema-Verhulst Fotografie Sydney Angove