In de natuur besef je: dit is waar ik nu ben en dit is wat er gebeurt, zegt schrijver Gary Ferguson. En het mooie is, iedereen kan het gevoel terugkrijgen dat we als kind hadden, toen we ons verwonderden over torretjes, en mooie blaadjes opraapten.
De titel van uw boek is De acht grote lessen van de natuur. Wat is volgens u de belangrijkste les?
“Het allerbelangrijkste is dat de natuur ons laat zien hoe verbonden alles met elkaar is. We lopen onder de bomen die ons de zuurstof geven die we nodig hebben. Er zijn miljoenen bacteriën in je maag die helpen om je eten te verteren. De zon zorgt voor de aanmaak van melatonine zodat je ’s nachts kunt slapen, en voor vitamine D die je nodig hebt voor sterke botten. Alles is met elkaar verbonden.
In Amerika zijn we dol op de rugged individual: het individu dat niemand nodig heeft. Ik geloof dat jullie er in Europa minder mee hebben. Gelukkig maar, want het is een illusie. Als we een maatschappij bouwen op een illusie – ieder voor zich en pakken wat je pakken kunt – leidt dat uiteindelijk tot chaos. Ik denk dat we een betere wereld kunnen creëren door terug te gaan naar die basisles van hoe verbonden we allemaal zijn. En we kunnen leren om die verbondenheid te zien.
Als je ’s ochtends bij het opstaan zou bedenken dat we allemaal verbonden zijn, met alles wat leeft en met de planeet, dan zouden we ook problemen als klimaatverandering beter kunnen aanpakken.”
Hoe oefen je dat in het dagelijks leven?
“Een basisoefening is: besef elke keer dat je een plant of boom ziet dat de zuurstof die je inademt daarvandaan komt. Dat die boom essentieel is voor het feit dat jij kunt ademhalen. We zijn een unieke, slimme soort die heel veel kan, maar we krijgen letterlijk ons leven van wat ons omringt. Uiteindelijk draait het allemaal om dankbaarheid. En dan heb ik het niet over iets religieus of een heel ritueel, maar simpelweg even pauzeren om je te realiseren dat het zo werkt en er even dankbaar voor zijn.
En hopelijk kun je dat ook overbrengen op anderen. Het is zó makkelijk om één groep weg te zetten als slecht of gevaarlijk, zoals we nu bijvoorbeeld met migranten doen. Wees liever dankbaar voor de verscheidenheid aan mensen die je tegenkomt, voor wat ze je geven. En zelfs als ze je irriteren is dat misschien iets om later dankbaar voor te zijn, want het laat zien wat er in jóu omgaat.”
De natuur haalt je ook uit je gerichtheid op jezelf, zegt u in uw boek.
“Dat is absoluut waar. Ons maatschappelijke en economische systeem is erop gericht dat we onszelf verbeteren en optimaliseren. Het speelt in op onze onzekerheid en het gevoel dat we niet goed genoeg zijn. En daarom gaan we spullen kopen of nog beter ons best doen, in de hoop dat anderen ons dan wél oké vinden en accepteren. Constant zijn we ermee bezig in ons hoofd.
De schoonheid van de natuur kan dat doorbreken. Een vlucht vogels, een zonsondergang, een bloeiende tuin: ze trekken je weg van het gevoel dat jij het centrum van het universum bent. Met alle verantwoordelijkheid die dat ook nog met zich meebrengt. Bij de aanblik van een vlucht vogels hoef je even niets, behalve observeren. Het klinkt niet goed voor het ego om aan de kant geschoven te worden, maar eigenlijk is het zo’n opluchting. Je hóeft niet het centrum te zijn van alles en je bent niet overal verantwoordelijk voor. Hoe fijn is dat! Dat is een belangrijke reden waarom ik denk dat de natuur onze psyche kan genezen.”
- Het complete interview met Gary Ferguson vind je in Flow 4.
Interview Sjoukje van de Kolk Fotografie Silvestri Matteo/Unsplash.com