Fællesskab: het betekent in Denemarken zoiets als ‘gemeenschapszin’. Journalist Inger Stokkink ontdekte hoe diep het woord geworteld is in de Deense maatschappij.
Het is 2011, de locatie is een souterrain in een buitenwijk van de Deense stad Aarhus. Het is feest, want de plaatselijke hackerspace (computerclub) bestaat één jaar. Dat wordt gevierd met een open dag en een gemeenschappelijke maaltijd tussen de computers, soldeerbouten en dozen met onderdelen. Ik ben net verhuisd van Nijmegen naar Aarhus, mijn man achterna, en bezig een nieuw leven op te bouwen. Omdat ik in Nederland al lid was van een hackerspace, leek het me een goed idee die hobby voort te zetten in Denemarken.
Om half zes staan als bij toverslag vier mensen op, ze gaan naar de keuken en komen terug met wraps, verschillende soorten vulling en toppings. Ze vormen een rijtje achter een tafel. De andere leden en gasten lopen voorbij het ontstane buffet en wijzen aan hoe ze hun wrap het liefst willen. Als iedereen aan de lange tafel zit, begint de maaltijd. Na afloop gooien de gasten zelf hun wegwerpbordjes en -bestek in de vuilnisbak. Alles gebeurt als vanzelf, iedereen lijkt precies te weten wat-ie moet doen – één groot sociaal ballet. Het is meer dan afgesproken werk, het is een ingesleten ritueel, een alledaagse traditie die blij wordt verwelkomd. Dit was de eerste, maar zeker niet de laatste keer dat ik op die manier fællesskab in uitvoering zag.
Sociaal vertrouwen
Denemarken staat bol van de verenigingen. ‘Als twee Denen elkaar ontmoeten, geven ze elkaar een hand. Als drie Denen elkaar ontmoeten, beginnen ze een vereniging,’ zeggen ze wat lacherig over zichzelf. Binnen zo’n vereniging weet iedereen wat er van hem of haar verwacht wordt en wat-ie moet doen. Waar komt die vanzelfsprekendheid vandaan? “Onze ouders en grootouders voeden ons ermee op, en op de crèche, op school en in het verenigingsleven wordt dat keer op keer bevestigd,” zegt Gert Tinggaard Svendsen, hoogleraar politieke economie aan de universiteit van Aarhus. “Sociaal vertrouwen ontstaat in sociale netwerken, en een fællesskab is niets anders dan een netwerk. Niet liegen en niet valsspelen zijn bijvoorbeeld normen waar je mee opgroeit. Maar ook: je moet elkaar helpen en een beetje op elkaar passen. Je voldoet aan die normen in het vertrouwen dat een ander dat ook doet, en dat jij er ook profijt van hebt. Zo ontstaat een verwachtingspatroon. Als je dat schendt, krijg je op je donder of word je uitgesloten. Dat wil niemand. Dus doe je je best om aan die normen te voldoen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat elke handeling van sociaal vertrouwen een kleine piek van het gelukshormoon oxytocine laat zien. Dus sociaal vertrouwen is win-win.”
Het land wordt er ook sterker van. Svendsen gebruikt vaak het voorbeeld van de hommel. “Ogenschijnlijk te groot en te zwaar om te vliegen, en toch vliegt-ie. Denemarken is een klein land, arm aan bodemschatten, de bevolking is niet geweldig hoog opgeleid. Maar het heeft een stabiele welvaartsstaat en is in economische termen onverklaarbaar rijk. Dat komt door sociaal vertrouwen. Als maatschappij is Denemarken er goedkoper mee uit, want bedrijven en instellingen geven weinig uit aan controle.”
Trommeltje wisselgeld
Wat ook opvalt, is dat Denen weinig mopperen over hoge belastingen. Je betaalt veel, maar krijgt er ook wat voor terug (gratis onderwijs en gezondheidszorg, om maar twee belangrijke dingen te noemen). Veel Denen zijn trots op hun welvaartsstaat. Het ‘op elkaar passen’ is geformaliseerd en onderdeel geworden van de welvaartsstaat. In de praktijk van alledag komt dat sociale vertrouwen op mij nog steeds over als een soort alomvattende zorgzaamheid. Je ziet het aan kleine dingen in het straatbeeld: een Deen hangt een verloren handschoen, muts of zelfs sleutelbos zichtbaar aan een hek of paal, zodat de rechtmatige eigenaar zijn of haar eigendom snel opmerkt. Fruit- en groentestalletjes staan onbeheerd aan de weg, met een trommeltje wisselgeld of een telefoonnummer erbij, zodat de klant het juiste bedrag kan betalen. Denemarken is, zo blijkt uit onderzoek, ook het land waar de meeste portemonnees worden ingeleverd bij de politie, met al het geld er nog in.
- Lees het volledige verhaal over Fællesskab in Flow 1.
Tekst Inger Stokkink Fotografie Ashley Baxter/Unsplash.com