Hoewel Flow’s Astrid haar overvolle boekenkast en vintage serviezen heel gezellig vindt, vroeg ze zich toch af of haar huis wat minder vol kon. Ze schreef een jaar lang blogs over de betekenis van spullen. We lichten er opnieuw een aantal uit. Deze keer: huisgenoten.
Bij ontspullen hoort opruimen. Daar begint het vaak mee. En opruimen is natuurlijk ook een kunst. Misschien ligt het aan je sterrenbeeld, of hoe het vroeger bij je thuis ging, of gaat het nog veel dieper. De een doet het fluitend, de ander heeft er niets mee. Ik ben een typische septembermaagd en heb een opruimerige moeder, dus dat verklaart misschien waarom ik kan genieten van een opgeruimde kamer. Ik ruim op voordat ik ga slapen, voordat ik naar mijn werk ga en zelfs voordat ik op vakantie ga. Dat laatste doe ik zo goed dat ik het bijna zonde vind om op reis te gaan, zo fijn voelt mijn huis dan.
Maar ik woon niet alleen, en daar zit ’m vaak de kneep. Want spullen leiden achter mijn rug om een geheel eigen leven. De drie mannen bij mij in huis doen niet aan opruimen, maar aan verplaatsen. Dat werkt zo: als er wordt opgeruimd (de wil is er heus), tref ik het desbetreffende stapeltje boeken/schone kleding/huiswerk/post even later aan op een nieuwe plek. De verplaatsplek. Dus in de gang bij de voordeur, op de trap, op de overloop of op een ander kastje dan het kastje waar het eerst op lag.
Dat is dus geen opruimen, probeer ik steevast uit te leggen, dat is verplaatsen. En dan voel ik me altijd een enorm vervelende mevrouw Helderder. Maar in het kader van dit blog over ontspullen moet ik wel een bloedserieuze strenge opmerking maken, want verplaatsen is dus ten strengste verboden. Thuis luistert niemand naar me, maar jij doet dat misschien wel. Opruimen betekent het klusje afmaken en alles neerleggen op de plek van bestemming: ofwel de plank of kast waar het hoort, ofwel de vuilniszak. Daartussen is geen plek waar het kan liggen. Succes!
- Meer blogjes van Astrid over ontspullen vind je in Het grote boek van minder.