Ze schreef een jaar lang over opruimen en raakte er weer in de ban van door de Netflix-serie van Marie Kondo. Astrid over de betekenis van spullen en ontspullen. Deze week: kneusjes-groente.
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar als ik bij de groenteafdeling van mijn supermarkt bij de kneusjes-groente kom (wortels met een rare vorm, peren die er uitzien als appels of vergroeide paprika’s), overvalt me een aaaaahw-gevoel. Ik wil ze wel toeroepen: ‘Jullie zijn óók lief!’ En als ik ze in mijn mandje leg, voel ik me meteen een goed mens. Hoezo weggooien, deze schatten van wortels en peren?
Ze smaken net zo lekker. Hetzelfde is ook aan het gebeuren in mijn huis. Oortje van een beker eraf? Ik smelt. Een scherf van een schaaltje? Wat geeft het, al die jaren z’n best gedaan, dat gaan we toch niet weggooien en vervangen? Zij horen er ook bij. En zo eten we al tijden heel blij van min of meer gebutst servies, met een ratjetoe aan bestek.
Het is ook een vorm van ontspullen, want in plaats van weggooien en vervangen, hergebruik je je eigen spullen met liefde. Het helpt als je met een beetje filosofische inslag naar je spullen kijkt en ze wat meer als mensen gaat zien. We zijn one big family, we hebben al veel met elkaar meegemaakt en ik ga zeker geen nieuwe spullen kopen als de oude het nog prima doen.
In mijn huis is gewoon plek voor de niet zo perfecte spullen. De mega-oude mixer, de niet zo modische theepot, de kopjes zonder oor. Eigenlijk kun je bij alles wat je in de winkel ziet, denken: heb ik al. Niet zo mooi misschien en soms beschadigd, maar wel véél en véél liever!
- Astrid’s blogjes van een jaar lang ontspullen vind je hier.
Tekst Astrid van der Hulst Fotografie Thomas Gamstaetter/Unsplash.com