Een gedicht lezen: journalist Karine Hoenderdos vindt er troost in, maar ook rust, plezier en herkenning. En eigenlijk passen gedichten precies bij de tijd waarin we nu leven.
Ooit besloot ik door een dichtregel mijn relatie te verbreken. Het was op een donderdagmiddag, het regende pijpenstelen, ik zat op de bank en las een gedicht van Froukje van der Ploeg. Er stond:
De man met wie ze woont staat
nietsvermoedend
te werken in haar tuin
zij haalt de sleutels
van zijn bos.
Dat gedicht deed me diep zuchten, zo opgelucht werd ik alleen al van de gedachte. Ja: als hij mijn sleutel niet meer had, zou ik weer vrij zijn.
De impact van acht regels
Hiermee had ik de essentie van een goed gedicht te pakken, vindt Ellen Deckwitz. Ze is dichter, literatuurwetenschapper en columnist voor NRC. “Dat er woorden zijn voor een gevoel dat je eerst niet in taal kon vatten, dat is de kracht van poëzie. Poëzie geeft je nieuwe inzichten, iets wat we nog niet kennen maar gevoelsmatig al wel klopt.”
Deckwitz schreef de bundel Olijven moet je leren lezen. Het is een warm pleidooi voor het lezen van gedichten. Want, zo schrijft ze: ‘Poëzie is zo fantastisch. Het kan tegelijkertijd grappig én schrijnend zijn, ontroerend en ontluisterend. Acht regels kunnen de impact hebben van een natuurdocumentaire en actiefilm in één.’
Toch worden er weinig dichtbundels gelezen in Nederland. Deckwitz: “Van een dichtbundel worden misschien maar driehonderd exemplaren gedrukt. Een dichter in Nederland verdient dus vrijwel niks, maar dat heeft wel een voordeel. Want waarom zou je nog pleasen, doen wat de massa wil? We spelen in zo’n klein veld dat er geen innerlijke censuur nodig is. Dichters kunnen over álles schrijven. Over alledaagse dingen, over liefde, maar ook over seks, jaloezie, taboes.
- Het hele verhaal ‘Waarom ik gedichten ging lezen’ vind je in Flow 4.
- Hier vind je Olijven moet je leren lezen, de ‘cursus genieten van poëzie’ van Ellen Deckwitz.
Tekst Karine Hoenderdos Fotografie Aaron Burden/Unsplash.com