Wildplukken: 5 tips

Je gevoel volgen, daar draait het om bij wildplukken. Ook je zintuigen vertellen vaak of je een plantje wel of niet kunt eten. In haar boek Wildplukken laat Leoniek Bontje zien wat je kunt maken met zelf geplukte kruiden. In Flow 4 vertelt ze over wildplukken, hier deelt ze haar tips. 

  1. Pluk alleen als je het echt zeker weet. Fluitenkruid bijvoorbeeld is eetbaar, maar het is een schermbloemige en in die familie zitten ook een paar giftige varianten die er heel erg op lijken – zoals dolle kervel en gevlekte scheerling. Ook met daslook (eetbaar) en het lelietje-van-dalen (niet eetbaar) kun je je erg vergissen omdat het blad zo op elkaar lijkt.
  2. Gebruik al je zintuigen: kijk, voel, ruik. Weet je het zeker? Dan kun je proeven.
  3. Pluk nooit de eerste rij, want daar plassen honden tegenaan.
  4. Was de planten en kruiden die je hebt geplukt, maar niet de bloemen; dan spoel je de nectar eraf.
  5. Pluk niet langs boerenvelden, want sommige boeren spuiten chemicaliën over hun gewassen. Pluk ook niet langs een autoweg. Maar: wildgeplukte planten zijn vaak nog altijd schoner dan veel bespoten groenten in de supermarkt.
  • Je leest meer over Leoniek en wildplukken in Flow 4.

Tekst Leoniek Bontje  Fotografie Jared Subia/Unsplash.com

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN