Grondstof
Vorige week kwam er een journalist van het Radio 1 Journaal bij me thuis om me te interviewen over deze blogs, en hoe het komt dat zoveel mensen met ontspullen bezig zijn. Het was eigenlijk wel een gezellige middag, ik moest de kast open en dicht doen voor kastdeuren-geluid, wat met glaswerk rommelen voor glaswerkgeluid, ik begon al snel lol in het fenomeen radio te krijgen. En tot slot moest ik een doos met spullen inpakken die ik weg wilde doen. Want dat was de bonus van deze middag, de journalist zou daadwerkelijk een doos met mijn spullen bij de kringloop gaan afleveren. Er zat wat oud speelgoed in, boeken die al jaren ongelezen in de kast staan en die je dan toch nooit meer gaat lezen, een kandelaar, een oude thermoskan, en zo nog wat spul. Omdat de auto van de journalist het had begeven, reed ik mijn eigen doos plus de journalist naar de kringloopwinkel. We kwamen uit bij de Snuffelmug in Haarlem. Ik was er nog nooit geweest, een geweldig plek, waar ik allemaal leuke dingen zag die ik wilde kopen, maar dat mag niet want ik ben aan het minderen. Plus ook nog eens een sympathieke plek waar mensen die anders moeilijk aan een baan komen een alternatieve arbeidsplek wordt aangeboden. De eigenaar van de kringloop had het consequent over ontzooien in plaats van ontspullen. En ik hoorde live van hem wat ik voor mijn doos kreeg. Helemaal niets. Zo’n kringloop bestaat bij de gratie van donaties. En als ze uiteindelijk niets van je spullen verkopen, gaan ze naar verwerkingsbedrijven die alles vermalen, uit elkaar pulken, samenpersen, en doorverkopen als grondstof. Ik kon daar wel wat mee: je spullen uiteindelijk zien als niets meer en niets minder dan een grondstof. Een tijdelijke toestand, die ooit weer de recycling ingaat. Dat helpt heel erg bij het kijken naar alles wat je in huis hebt, denk ik. Niet denken: wat een leuke kandelaar, maar denken: grondstof.
Het deed me denken aan de column die Aaf Brandt Cortius onlangs voor Flow schreef. Zij noemt al die leuke maar volstrekt onnodige dingen in zo’n conceptstore winkel altijd: spie-spa-spulletjes. Als je je spullen anders gaat noemen, worden ze ook minder belangrijk. Als je bij een vaas of koperen fotolijst of botanische poster in een winkel denkt: spie-spa-spulletje, dan verdwijnt eigenlijk de zin om het te kopen. Noem je spullen gewoon anders. Noem het: spie-spa-spulletje, noem het grondstof, noem het desnoods zooi, net zoals de eigenaar van de kringloopwinkel. Noem het wat je wilt, maak het minder belangrijk. En dan wordt ontspullen een makkie.
Astrid is samen met Irene de oprichter van Flow. Ze woont samen en heeft twee kinderen. Ze schrijft elke dinsdag over de zin en onzin van ontspullen.