Eigenlijk wil ik:
Me weer zo zorgeloos en vrij voelen als toen ik achttien was. (Irene)
Elke dag op de fiets naar het werk. (Astrid)
Met een leuke camper een beetje door Europa toeren en op idyllische plekjes overnachten. (Irene)
Ja ik ook, en zo’n leuk oud busje kopen, zonder me af te vragen of-ie stuk gaat en of we het er wel uithalen. (Astrid)
Veel zoenen en van de liefde genieten en het niet steeds zo ingewikkeld maken in mijn hoofd. (Irene)
Elke ochtend in een duinmeertje duiken om toch ook op werkdagen een vakantiegevoel te hebben. (Astrid)
Borstcrawl leren, juf worden en de voorkamer roze verven. (Astrid)
Heel veel filosofieboeken lezen in plaats van toch weer te netflixen. (Irene)
Me minder druk maken of ik mijn slaapuren wel haal. (Astrid)
Mijn edelsmeden weer oppakken en een webshop beginnen. (Irene)
Jongens, wat hebben we toch weer veel opgestoken van dit nummer. Want door journalist Peggy weten we nu dat we helemaal geen essentialist willen worden (dan moeten we steeds van die bewuste keuzes maken). En Otje leerde ons dat geluk nastreven geen zin heeft (het gaat om het leven nemen zoals het is, meebewegen met de ups and downs). En door Annemiek weten we dat het heel logisch is dat we regelmatig met een mislukt weekendgevoel zitten omdat we zo veel moeten in de weekenden.
Maar de mooiste les leerden we van Aaf. Want dankzij haar snappen we dat alles wat we willen áltijd nog kan. En dat we dat ‘ik kan altijd nog’-gevoel moeten koesteren. En dat gaan we doen deze zomer. Dromen van hoe het ook allemaal zou kunnen zijn en worden. Want eigenlijk willen we dát vooral: lekker blijven dromen.
- Alle genoemde verhalen zijn te lezen in Flow 5-2018.
Illustratie Amy Blackwell