Als je steeds verder van jezelf afdrijft: ‘Ik herken mezelf soms niet goed meer’

Onvermijdelijk afscheid, hoe voelt dat? Schrijver Fen Verstappen interviewt Daan, die zijn vroegere zelf mist.

“‘Daan?’ vroeg de vrouw met wie ik ooit filosofie had gestudeerd, terwijl ze naar me keek alsof ik een museumstuk was. ‘Ik wist niet zeker of jij het was, ik herkende je bijna niet.’ Ik kwam haar tegen in de trein van Den Haag naar Amsterdam. Ik had net een lange vergadering gehad met zo’n serieus pak aan en had mezelf de ontspanning van een blikje bier gegund, met zo’n zielig zakje Japanse nootjes erbij ook nog. De hele verzameling verdrietige attributen was compleet ja, en zo zat ik dan tijdens de spits in een bomvolle coupé toen er bij de stop in Leiden ineens iemand op mijn knie tikte.”

Van de vloer eten

“Ja, je wordt inderdaad wijzer met de jaren en natuurlijk is dat veel waard. Maar hoe ouder ik word en hoe meer ik op mezelf reflecteer in therapie en met vrienden, hoe verder ik soms denk van mezelf af te drijven. Al die verstandelijke redenen om dingen wel te doen of niet, al die rationele analyses om keuzes goed te praten of juist te verwerpen – het heeft ertoe geleid dat ik zonder meer goed terecht ben gekomen. Dat ik een fijne etage heb in Amsterdam waar de verwarming loeit en waar Albert Heijn elke week de boodschappen komt brengen, waar het dankzij een schoonmaker zo schoon is dat je er van de vloer kunt eten en waar nog steeds een atelier is ingericht met al mijn tekenspullen. Ik heb een kleine maar trouwe vriendengroep met wie ik wekelijks een Ottolenghi-tafel vol kook, en ik trein al zeven jaar trouw op en neer naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ja, ik ben goed terechtgekomen – ik denk dat niemand die mij op straat ziet lopen in mij een ontheemd persoon herkent – maar toch raakte die oud-studie­genoot met haar opmerking aan een gevoel dat ik niet vaak ruimte geef, maar dat er wel degelijk is: dat ik ook mezelf soms niet goed meer herken.”

Scènes uit ons vakantiehuis

“Als kind was ik rustig en introvert, ik uitte me verbaal niet makkelijk. Waren we een weekend weg met de familie, dan schoof ik niet aan bij mijn luidruchtige neefjes en nichtjes voor een spelletje, maar bij mijn oom die met zijn tekenboekje in een hoek van de kamer zat en daar stiekem scènes in dat vakantiehuis schetste. Karikaturaal maar kenmerkend, met jengelende kleuters en mopperende ooms, met dronken tantes en grote bergen lege bierflesjes. Op een bepaald moment liet hij me mee tekenen, gaven we het papier steeds aan elkaar door en tekenden zo samen en in stilte aan absurdistische taferelen. Die tekeningen hangen nog steeds in mijn atelier thuis. Niet alleen omdat ze zo veel over mijn familie blootleggen, maar ook omdat ik met die tekeningen een kant van mezelf leerde kennen die me beviel: mijn creativiteit, mijn observatie­vermogen en ook mijn gekte en onaangepastheid.”

Zelfgeknipt kapsel

“Na de middelbare school wilde ik graag naar de kunstacademie, maar omdat ik vwo had gedaan, vond ik dat toch zonde en koos ik voor wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Een ­academische opleiding, die me ook stimuleerde om kritisch te kijken naar de wereld om me heen en om anders te denken dan de massa. Als je me vraagt met wie ik me nou het meest identificeer, dan is het die 22-jarige filosofiestudent die op een donderdagochtend durfde te beslissen om met niets meer dan een schetsboek de trein naar Parijs te pakken om daar te tekenen. Als ik denk aan welk deel van mezelf ik mis, dan is het die jongvolwassene die opstond met koffie en sigaretten en een honger om vreselijk mooie dingen op papier te zetten, en vooral: met de overtuiging dat dat tekenen de moeite waard zou zijn. Ik mis de persoon die wegens geld­gebrek rondliep met een zelfgeknipt kapsel en een gaar leren motorjack van het Waterlooplein, iemand die durfde te leven met onzekerheid en zonder al te veel aanzien, iemand die zich niet liet benauwen door allerlei verwachtingen van buitenaf.”

Fietsen in colonnevorm

“Vanaf welk moment is de richting waarin een maatschappij je duwt niet meer vormend maar beperkend? Ja, dat is misschien een typische filosofie­student-vraag, maar als ik om me heen kijk, naar mijn collega’s, mijn vrienden, naar alle medefietsers die in colonnevorm op weg zijn naar het Amsterdamse Centraal Station om kwart over acht in de ochtend, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat er bij ons allemaal iets wezenlijks verloren is gegaan.”

“Mijn kinder- en jeugdjaren zijn heel erg voedend geweest en hebben me de ruimte geboden mezelf te ontdekken, om erachter te komen wie ik was en waar ik gelukkig van werd. Na mijn studie wilde ik illustrator worden, en dat betaalde natuurlijk niet. Toen mijn vrienden uit het studentenhuis vertrokken en échte banen zochten, volgde ik zonder nadenken in hun kielzog. Het voelde verstandig en redelijk – een logische stap naar volwassenheid – en natuurlijk voel ik me ook trots op het leven dat ik inmiddels met werken en verantwoordelijkheidsgevoel heb ingericht. Toch was die ontmoeting in de trein ook weer confronterend. Ik realiseerde me dat het gek is dat we ons een jeugd lang ­kunnen bezinnen op wie we zijn en wat we willen worden. Maar dat bijna alle volwassenen om me heen de ­vrijheid zijn verloren om ’s ochtends te beslissen dat het geluk misschien ook wel gewoon op een Parijse kunstmarkt ligt.”

Meer lezen

Interview Fen Verstappen  Fotografie OGphoto/Gettyimages.nl
Gepubliceerd op 1 juli 2023

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN