Schrijver Jeanette Winterson groeide op met de Bijbel. Via boeken heeft ze zichzelf uitgevonden, ze zitten letterlijk in haar. Vijf boeken die haar altijd zijn bijgebleven.
“Lezen betekent alles voor mij,” zegt Jeanette Winterson. “Het is wat ik doe als ik troost zoek, als ik iets nodig heb om met de moeilijkheden van het leven om te gaan. Het laat me zien dat veel dingen al eens eerder zijn gebeurd of dat we hier te maken hebben met iets nieuws. Via boeken heb ik mezelf uitgevonden, werd ik een functionerend mens, verdien ik nu de kost. Lezen is wie ik ben.”
Het zou haar zelfs niks uitmaken als ze vanaf dit moment nooit meer iets zou lezen, want de boeken die ze las, zitten in haar. “Mijn moeder heeft ooit al mijn boeken verbrand, want die zag ze als werktuigen van de duivel. De boeken die ik las, moesten dus deel worden van mij, want dan kon niemand ze van me afpakken. Zo lees ik nog steeds.”
De Bijbel
“Dat boeken heilig zijn voor mij, komt waarschijnlijk doordat mijn eerste boek het boek was dat voor veel mensen heilig is. Ik werd als baby geadopteerd door een echtpaar dat lid was van de pinkstergemeente. Mijn strenggelovige adoptiemoeder, mevrouw Winterson, las iedere ochtend en avond voor uit de Bijbel. Dat deed ze staand om aan te geven dat het hierbij om betekenisvolle verhalen ging en dat je dus moest opletten. De Bijbel lezen was iets heel anders dan de krant.
De manier waarop je brein in je kinderjaren wordt gevormd, is cruciaal voor de rest van je leven. Het had in mijn geval dus een stuk slechter gekund: de Bijbel staat vol met verhalen, wonderen, ideeën. Bij ons geloof hoorde dat je in gesprek ging met de tekst. Die was heilig, maar wel voor interpretatie vatbaar. Dat is altijd zo bij goede boeken: tussen lezer en schrijver ontstaat een dialoog. Via de Bijbel leerde ik vaardigheden waar ik nu nog veel aan heb.”
A Christmas carol – Charles Dickens
“Toen ik zelf kon lezen, ging ik naar de bibliotheek in het dorp. Ik had geen idee hoe ik het moest aanpakken, dus ik begon toen op de afdeling Engelse literatuur gewoon maar bij de A. Daar vond ik Jane Austen, maar de boeken van haar spraken me destijds niet aan. Bij de B kwam ik de Brontës tegen, dat was al een stuk beter. Ik ging door met Conrad en toen kwam ik bij Dickens. De Engelse literatuur is goed aan het begin van het alfabet! Bij het werk van Dickens – er was ook zó veel – was ik het gelukkigst. Dickens is een ware taaltovenaar. Hij roept een grote wereld op. Dat was aantrekkelijk voor iemand zoals ik, die in een kleine wereld leefde. Ik hou van veel van zijn boeken, maar kies nu voor A Christmas carol omdat het een bovennatuurlijk element heeft dat me aanspreekt.”
De sprookjes van Grimm
“De sprookjes van Grimm waren onschuldig, vond mijn moeder, die mocht ik lezen. Ze had duidelijk geen idee. Ik stak er van alles uit op. In het leven zul je wezens tegenkomen die er totaal niet uitzien zoals jij, ontdekte ik, maar met wie je kunt onderhandelen om macht te verwerven. Heerlijk vond ik dat: het idee dat de underdog – ik – toch kon winnen van de reuzen.
Net als in de Bijbel was ook hier de boodschap dat alleen domme mensen geloven dat veel goud of graan bezitten zaligmakend is. De slimmeriken weten dat het om andere dingen gaat in het leven. Ook dat was bevredigend om te lezen als arm meisje zonder veel toekomstperspectief. De sprookjes leerden me dat alles goed komt als je ruimhartig en goed voor dieren bent en openstaat voor geheime tekens. Daar hou ik erg van: luisteren naar dingen die anderen niet kunnen horen en dan proberen om daar wat wijsheid uit te halen. Dat is het werk van de schrijver.”
Orlando – Virginia Woolf
“Orlando is een tijdreisroman, de allereerste transroman en het is er een die brutaal genoeg is om zichzelf een biografie te noemen terwijl het overduidelijk fictie is. Het vertelplezier spat ervan af, en dat vind je niet altijd bij Virginia Woolf. Ik hou van de overmoed, de uitbundigheid, de snelheid waarin het verhaal zich ontwikkelt. Gebeurtenissen worden niet uitgelegd, ze gebeuren gewoon, zonder verontschuldiging. We reizen door de tijd, van de ene eeuw naar de andere, van het ene geslacht naar het andere. En omdat Woolf zo’n geweldige schrijver is, komt ze ermee weg: als lezer volg je haar. Dit was het soort boek dat ik op mijn twintigste, toen ik het voor het eerst las, graag zelf wilde schrijven. Orlando gaf me naast zelfvertrouwen ook moed. Ik vond het geweldig.”
Onzichtbare steden – Italo Calvino
“Dit vind ik Calvino’s beste boek. Op persoonlijk niveau is hij ook belangrijk voor me geweest. In 1985 debuteerde ik als schrijver met Sinaasappels zijn niet de enige vruchten. Iedereen dacht dat het een autobiografie was en dat ik op die voet verder zou gaan. Maar dat was het niet en wilde ik ook niet. Calvino debuteerde in 1947 succesvol met een realistische roman en daarna dacht iedereen dat dit zíjn genre was. Hij schreef daarna van alles, maar hij publiceerde niks. Het lukte niet. Totdat hij op een dag puur voor zichzelf een magisch-realistisch verhaal schreef. Dit soort werk wil ik schrijven, besefte hij, ik kan niet aan de verwachtingen van anderen voldoen.
Dat inspireerde me: ik besloot ook te schrijven wat ik wilde, ongeacht de wensen van het publiek en mijn uitgever. En dat werd mijn roman De passie. Calvino’s boek is trouwens een goed voorbeeld van de dialoog tussen schrijver en lezer. Als lezer ga je bij wijze van spreken naast de schrijver zitten en je vraagt: kan ik iets met je bespreken? En dat kan altijd.”
Meer lezen
- Leestip: ‘Er is iets met de boeken van Marijke Schermer, ik wil ze altijd lezen.’
- 5 boekentips van filmproducent Anousha Nzume.
- Marijes boekentip: dromen over wanneer het weer nacht wordt.
Interview Liddie Austin Fotografie Tengbeh Kamara
Gepubliceerd op 14 juni 2024