Aminatta Forna schrijft essays en romans, deels gebaseerd op haar eigen leven. ‘Ik schrijf over menselijke veerkracht en het overwinnen van tegenslag.” Een gesprek over heden, verleden en toekomst.
“Ik ben in 1964 min of meer per toeval in Glasgow ter wereld gekomen. Mijn vader kwam uit Sierra Leone en ging in Schotland geneeskunde studeren. Mijn moeder was in Aberdeen vrijwilliger bij de British Council, een organisatie voor Afrikaanse studenten die in het Verenigd Koninkrijk studeerden.
Op een feest bij de British Council ontmoetten ze elkaar. Ze kregen samen drie kinderen, ik ben de jongste.
Toen ik zes maanden was, verhuisden we naar Sierra Leone. Mijn moeder is een avontuurlijk type en vond het geweldig om weg te gaan uit Aberdeen. Ze probeerde er het beste van te maken, maar ik denk dat ze zich toch verkeken heeft op de culturele verschillen.
Ik had wat ik een ‘scharrelkindertijd’ noem. Volwassenen hielden kinderen niet steeds in de gaten zoals nu gebeurt en ik kon dus mijn eigen gang gaan.
Ik wilde dierenarts worden en dus probeerde ik altijd dieren te genezen – of ze mijn behandelingen
nou nodig hadden of niet. Mijn vader was huisarts, maar had zich in verloskunde gespecialiseerd omdat Sierra Leone een van de hoogste kindersterftecijfers in de wereld had. Daarnaast was hij politiek
geëngageerd. Hij werd uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen en werd met grote meerderheid verkozen. Hij werd parlementslid en al snel daarna minister van financiën.
Toen de partij van mijn vader in 1967 de eerste verkiezingen won, zorgde een militaire staatsgreep ervoor dat de nieuwe regering niet kon worden beëdigd. Mijn vader werd gevangengezet. Dat was de
eerste keer dat we Sierra Leone verlieten. Ik was toen een jaar of drie. Ik herinner me nog goed dat we in Schotland aankwamen. Het was de eerste keer dat ik sneeuw zag.
Nieuwe regeringselite
Een jaar later droeg de militaire regering de macht over aan de winnaars van de verkiezingen, de eerste keer dat er in Afrika een democratische machtsoverdracht was. Van plattelandsdokter en parlementslid werd mijn vader opeens onderdeel van deze nieuwe regeringselite. Mijn moeder vertelde me dat ze in haar beleving sterren waren. Ik weet nog dat mijn vader een bezoek bracht aan mijn school. We stonden allemaal op een rij om hem de hand te schudden en ik zei tegen de jongen die naast me stond: ‘Dat is mijn vader.’ Hij zei: ‘Echt niet’ en gaf me een klap.
In ballingschap
Het huwelijk van mijn ouders kwam onder spanning te staan. Mijn moeder voelde zich onveilig en wilde gewoon doktersvrouw zijn. Ondertussen had ze de man al ontmoet die mijn stiefvader zou worden. Hij werkte voor de Verenigde Naties en woonde in Lagos, Nigeria. Mijn ouders scheidden en mijn vader kreeg de voogdij over de kinderen; we gingen bij hem wonen.
Tussen 1970 en 1973 zat mijn vader in de gevangenis. Hij was toen al getrouwd met mijn stiefmoeder, Yabome. Met haar vertrok ik naar het Verenigd Koninkrijk waar we drie jaar in ballingschap woonden tot mijn vader uit de gevangenis kwam. In 1974 werd hij opnieuw gearresteerd. Ik bleef tot het laatst in Sierra Leone, maar toen duidelijk werd dat ze hem zouden executeren, stuurden ze ons terug naar het Verenigd Koninkrijk.
Het waren de jaren zeventig en kinderen werden overal buiten gehouden, waardoor ik juíst wilde weten wat er aan de hand is.
Mijn neef was de enige die dingen aan me uitlegde. Maar ook hij vertelde niet alles, want er waren zaken die ik echt niet had aangekund. De structuur, orde en veiligheid op de kostschool waar ik naartoe ging, vond ik fijn. De staf omringde ons met aandacht en praktische zorg en zonder dat vangnet zou ik het heel moeilijk hebben gehad.
Intussen herstelden mijn moeder en stiefvader het contact met ons. Vlak nadat we weer bij hen gingen wonen, verhuisden we naar Iran, waar we midden in de Iraanse revolutie terechtkwamen. Ik was altijd nieuwsgierig, als kind al. Alle onbeantwoorde vragen over wat er met mijn vader gebeurd was en waarom hij geëxecuteerd was, hebben er ongetwijfeld aan bijgedragen dat ik journalist werd.
Niet de diepte in
Ik werkte tien jaar voor de BBC, maar ik roep altijd dat mijn eerste en laatste dag bij de BBC de twee beste waren. Ik raakte steeds gefrustreerder omdat elk nieuwsverhaal voor de gemiddelde Britse lezer gemaakt moest worden – een groep mensen van wie men aannam dat ze niet veel wisten over bepaalde onderwerpen, met name Afrika. Daardoor kon ik nooit echt de diepte in.
Op een bepaald moment was de burgeroorlog in Sierra Leone veel in het nieuws. Ik vond de meeste verslaggeving erg racistisch. De oorlog werd neergezet als een simpele stammenoorlog, maar zo was het niet. Ik zegde mijn baan op en begon aan mijn eerste boek, De duivel danste op het water. In het boek onderzoek ik wat er is gebeurd met mijn vader, waarbij ik geprobeerd heb de politieke context te geven en de mensen uit Afrikaanse landen niet op een van de stereotiepe manieren neer te zetten – als slachtoffer of agressor.”
Creatieve uitdaging
“Voor mij was het een creatieve uitdaging om van non-fictie, in het autobiografische De duivel danste op het water, over te gaan op het schrijven van fictie. Veel ideeën en thema’s die ik wilde onderzoeken werken alleen in een fictieve vorm. In fictie heb je ook meer mogelijkheden: je kunt metaforen
gebruiken, in het lichaam van andere mensen kruipen, gedachtenpatronen beschrijven die niet van jezelf zijn, dingen zich laten afspelen op andere plekken.
Het grote verschil voor mij is dat je met non-fictie een letterlijke waarheid probeert weer te geven, terwijl je met fictie een meer theoretische waarheid probeert te vertellen. Ergens is dat een diepere waarheid, een universelere waarheid dan een specifieke waarheid. In eerste instantie onderzocht ik thema’s
van oorlog en trauma in de context van Afrika, maar toen besloot ik ook verder te kijken. Ik richtte mijn aandacht op Kroatië.
Trauma
Ik was nog steeds geïnteresseerd in het onderzoeken van burgerlijke conflicten, maar wilde niet in de situatie van Sierra Leone blijven steken. Bepaalde combinaties van factoren die tot oorlog leiden zie je keer op keer terugkomen. Als het de verkeerde kant uitgaat met de economie, kun je erop rekenen dat in een aantal landen de situatie precair zal worden.
Een vriend van mij, die oorlogscorrespondent is geweest, vertelde me ooit terloops dat de oorlog in Kroatië zo plotseling uitbrak omdat er in het land veel werd gejaagd, en iedereen dus een geweer had. In Sierra Leone waren dat machetes omdat iedereen daar boer was. Als mensen eenvoudig kunnen beschikken over grote hoeveelheden wapens, kan dat van invloed zijn op hoe snel er oorlog uitbreekt. Dat is misschien iets om in het achterhoofd te houden als je kijkt naar de huidige situatie in Amerika.
In mijn roman De paradox van geluk behandel ik het thema trauma, en hoe dat een samenleving beïnvloedt. Trauma is een woord dat te veel wordt gebruikt – en vaak wordt misbruikt.
We hebben allemaal pijn en problemen, iedereen lijdt ergens aan of onder, maar trauma is iets anders.
Het is een langdurige psychologische reactie. Mensen gaan er vaak van uit dat mijn interesse in trauma voortkomt uit mijn eigen geschiedenis. Ik heb inderdaad geschreven over mijn eigen pijn en lijden, maar ik zie mezelf niet als traumaslachtoffer. In Het huis met de schaduw is een van de personages
mogelijk getraumatiseerd en probeert ermee te leven, maar in feite gaat het verhaal over de nasleep van een oorlog.
De paradox van geluk gaat over menselijke veerkracht en het overwinnen van tegenslag. De vraag hoe het komt dat sommige mensen hun problemen te boven komen en sommige mensen niet, staat erin centraal.
Over-gediagnosticeert
In de tijd dat ik deze boeken schreef, is de theorie over wat trauma precies is trouwens ook enorm veranderd. Mijn interesse in de definitie van trauma werd aangewakkerd door psychiater Dr. Edward Nahim. In de discussie over het onderwerp neemt hij een zeer uitgesproken standpunt in en hij is van mening dat de psychologengemeenschap trauma vaak over-diagnosticeert.
Hij zei dat de meeste mensen, zelfs na alles wat er gebeurd is tijdens de burgeroorlog in Sierra Leone, na verloop van tijd geen problemen meer zouden ondervinden. En hij kreeg gelijk: het blijkt dat negentig procent van de Sierra Leoners oké is.
Drie elementen
Het enorme verschil tussen degenen die getraumatiseerd zijn en degenen die dat niet zijn – en dit gegeven speelt een centrale rol in mijn laatste boek – kan worden verklaard door drie dingen. Op de eerste plaats: als je opgroeit in een samenleving die je vertelt dat er in je leven soms vervelende dingen zullen gebeuren, ben je daarop voorbereid.
Op de tweede plaats staat de vraag wat voor soort mensen je om je heen hebt. Geven ze je pragmatische zorg? Je hebt eigenlijk nét genoeg empathie nodig, te veel is niet goed. Je wilt dat iemand snapt wat er met je gebeurt, maar niet dat iemand als het ware over je heen gaat staan en jouw pijn voor jou voelt.
Op de derde plaats staat temperament. Sommige kinderen hebben het juiste soort temperament om makkelijker met tegenslag om te gaan, andere kinderen beschikken daar niet over.
Ik heb sterk het vermoeden dat ik ongetraumatiseerd door mijn kindertijd ben gerold omdat dat ik alle drie de elementen had. Ik kwam uit een samenleving die me had gewaarschuwd dat er minder leuke dingen zouden gebeuren in mijn leven. Ik had een buitengewoon praktische stiefmoeder die altijd positief was en ons nooit liet verzanden in zelfmedelijden en op mijn kostschool waren ze begripvol en gaven ze me alle hulp. En ik had het geluk dat ik een blij persoon ben.
Ik was gewoon een vrolijk kind. En ik hield van honden. Mensen onderschatten hoeveel troost dieren kunnen brengen.”
“Op dit moment doceer ik schrijven aan Georgetown University. Ik woon in Washington D.C. met mijn Britse echtgenoot Simon Westcott en onze achtjarige zoon. Mijn man is meubelontwerper, maar heeft,
nu we in Amerika wonen, de rol van huisvader op zich genomen. We wonen in een huurhuis en hebben ons huis in Londen ook aangehouden. Ik verwacht dat we een jaar of drie in Amerika zullen wonen en daarna weer naar huis gaan.
Renaissance generation
Ik weet niet zeker of Amerika het land is waar mijn hart ligt. Ik werk nu aan een essaybundel, maar die
heeft nog geen titel. De essays gaan niet over trauma, maar over lastig gevallen worden op straat, controle in openbare ruimtes en wilde dieren in steden. Ik ben ook bezig aan een essay over de Afrikaanse ‘renaissance generation’, waar mijn vader en ook de vader van Barack Obama toe behoorden.
Zij vertrokken uit Afrika om in het Westen te gaan studeren en van hen werd verwacht dat ze zouden terugkomen om hun moederland opnieuw op te bouwen. Ze kwamen allemaal uit landen die net onafhankelijk waren geworden of dat binnen afzienbare tijd zouden worden. Alle essays hebben uiteindelijk met elkaar gemeen dat ze verschillende manieren onderzoeken waarop macht wordt uitgeoefend.
Snel reageren
Ik heb het gevoel dat ik mijn onderzoek naar trauma en menselijke veerkracht nu afgerond heb.
De paradox van geluk was het laatste hoofdstuk van die zoektocht. Vaak wissel ik romans af met non-fictie, als een soort amuse. Deze collectie essays zie ik ook zo, maar ik moet er nog wel een paar bij schrijven. Gezien het huidige politieke klimaat wil ik me focussen op essays omdat romans veel meer tijd kosten.
We willen tegenwoordig allemaal snel kunnen reageren op de dingen die in de wereld gebeuren. Voor
mij zijn essays op dit moment daarom het juiste medium, en misschien schrijf ik over een jaar weer een roman. Het gevoel te willen beginnen aan een roman is bij mij iets wat langzaam groeit, en soms duurt het wel tien jaar voor ik zover ben.
Leven in de wereld waar je over schrijft
Ik heb mijn moeder afgelopen zomer gezien en ik heb nog steeds een goede relatie met haar. Na mijn stiefvader is ze nog twee keer hertrouwd: twintig jaar geleden met een Canadees en daarna met een Nieuw-Zeelander. Ze woont nu in Auckland en brengt haar zomers door in Schotland. Ze is met
pensioen en net weduwe geworden. Nu is ze dus alleen, maar ze is een onafhankelijke vrouw en is voortdurend op reis. We houden contact met elkaar via e-mail.
Ooit wil ik zijn zoals de Amerikaanse schrijver Annie Proulx: een stuk land kopen, een huis ontwerpen en dat laten bouwen. En als het af is, er intrekken en er een boek schrijven. Proulx heeft op die manier een huis in Montana gebouwd, waar ze al haar cowboyromans heeft geschreven. Daarna verkocht ze het, bouwde een huis midden in een bos en schreef boeken die zich daar afspeelden. Het idee dat je dat kunt doen, je intrek nemen in de wereld waar je over schrijft – en dat je die luxe van tijd hebt – lijkt me geweldig.
Ergens kijk ik wel uit naar mijn oude dag en een rustig leven tussen de boeken. Ik merk dat ik steeds minder rusteloos ben dan toen ik jonger was.
Het idee om wakker te worden en naar de radio te luisteren en dan iets te schrijven in reactie op wat er gaande is in de wereld, zonder dat je er voortdurend middenin zit… Ik begin daar de charme wel van in te zien. Ik weet alleen niet waar ik mijn echtgenoot heb geparkeerd in deze fantasie. Ik heb het er met hem over gehad en toen bleek dat hij dezelfde fantasie heeft, dus misschien is het iets voor ons samen.
Maar in het plaatje dat ik in mijn hoofd heb, ben ik alleen. Ik weet zeker dat hij daar ook ergens is, hoor,
en druk is met zijn eigen dingen. Ik zie hem bij het ontbijt en in de avonden. Nee, ik weet het al: hij is allemaal lekkere dingen aan het koken. Hij staat in een mooi ingerichte keuken en kookt onze zelfgeteelde groenten en onze volwassen zoon komt op bezoek. En in dit scenario zie ik ook een
heleboel honden. En een paard.
Ik realiseer me dat dit scenario behoorlijk bewerkelijk klinkt, maar op de een of andere manier regelt alles in mijn fantasie zich helemaal zelf, terwijl ik in mijn kamer zit en alleen maar heel belangrijke gedachten denk.
In mijn droom spelen alle dagelijkse dingen zoals geld verdienen en op tournee gaan, geen rol en denk ik alleen maar heel lang en heel veel na.”
Over Aminatta Forna
Schrijver Aminatta Forna is geboren in Schotland (1964) en groeide op in Sierra Leone en Groot-Brittannië. Haar vader was minister van financiën in Sierra Leone, maar werd geëxecuteerd door
de oppositieleiders. Aminatta schreef haar vaders levensverhaal op in De duivel danste op het water. In
2018 verscheen haar nieuwste boek De paradox van geluk. Haar boeken zijn vertaald in twintig talen. Momenteel woont ze in Washington D.C., waar ze lesgeeft aan Georgetown University. Ook werkt
ze aan een essaybundel.
- Dit verhaal komt uit Flow 3-2019.
Tekst Nina Siegal Fotografie Getty Images