Lise verhuisde naar een dorp, maar mist de stad nog steeds

Onvermijdelijk afscheid, hoe voelt dat? Schrijver Fen Verstappen interviewt Lise, die de grote stad op momenten nog steeds mist.

“Sommige mensen reizen naar een uithoek van de wereld om een bepaalde opleiding te kunnen volgen, wringen zich in bochten om een specifieke studie te kunnen doen, maar bij mij was het omgedraaid: Amsterdam moest het worden, sowieso, en de masteropleiding – sociologie – zocht ik daar zo’n beetje bij.”

Veiligheid

“Als kind groeide ik op in het landelijke gebied rondom Groningen, in een oude woonboerderij met een oudere musicerende zus en een vader en moeder die muziekdocent waren. Een kalme, voorspelbare en progressieve omgeving was het, die me veel veiligheid had geboden maar die me in zekere zin ook wat verlegen en onzeker had gehouden.

Ik wíst dat er andere levens in de wereld waren, andere normen, andere gezinsvormen, maar ik besefte ook dat ik daar in het Hoge Noorden nooit in volle omvang kennis mee zou maken. Dus toen ik klaar was met mijn middelbare school, was ik van weinig overtuigd – niet of ik nou muzikant durfde te worden, niet of ik kinderen wilde, naar wat voor soort relatie ik überhaupt op zoek was – maar ik wist wel dat ik daar makkelijker keuzes in zou kunnen maken als ik meer van de wereld zou zien. En dus trok ik naar de hoofdstad.”

Bezemhok

“Het was eindeloos klooien om een woonplek te vinden; wat dat betreft was het zeventien jaar geleden niet anders dan nu. Een bezemhok in Amsterdam-West vond ik, letterlijk, er stond een wasmachine in en toen die een stukje opgeschoven werd, kon mijn matras er nog net bij. Een verwarming was er niet en de eigenaar van het appartement waarin mijn bezemkast zich bevond, had weliswaar beloofd dat ze er zelden zou zijn, maar was er altijd.

En zo zat ik dus, als ik in mijn nieuwe ‘thuis’ was, in een koude kast, met die maffe huisbaas steeds schuifelend om me heen, in een muffe wereldwinkellucht en met overal gele en turquoise snuisterijen. Maar dat kon me niets schelen. Ik was in Amsterdam, en iedere ochtend klom ik op mijn fiets om op zoek te gaan: naar verrassende mensen, verrijkende gesprekken, extraverte kleding in unieke kledingwinkels, naar nieuwe muziek en naar avonden met spannende drugs en eindeloos dansen.”

Onder vrijbuiters

“Een steen om je aan te slijpen – zo heb ik Amsterdam gezien en zo zie ik dat nog steeds. Je kunt als mens eindeloos denken over wat je wel of niet wilt in je leven, en over wat voor soort mens je wel of niet wilt zijn, maar je vormt jezelf het snelst als je dat ook in de praktijk actief kunt toetsen. Ik bood mezelf na lang weifelen als cellist aan bij verschillende bands en theatergezelschappen, klom steeds vaker het podium op, genoot van het samen spelen en vond zelfvertrouwen in de complimenten die ik daarvoor terugkreeg.

Ik verhuisde naar een woongroep, sloot vriendschappen met andere vrijbuiters: natuurwetenschappers die in hun vrije tijd vrijwillig drugs op kwaliteit testten, een lieve piloot met bindingsangst en een gedeelde obsessie voor jazz, een spirituele maar ferme carrièrevrouw die bewust geen kinderen wilde.”

Weer weg

“Ik durfde muzikant te worden, vormende vriendschappen te sluiten, uitgesprokener te zijn, me aan de rijkdom van diversiteit te laven. Daar stond tegenover dat het lawaai, de drukte en de eindeloze afleiding van de stad me na vijftien jaar steeds meer gingen tegenstaan. Het zoveelste koffietentje hier, de zoveelste lifestyle store daar. De spanning die komt van veel mensen die het samen moeten rooien in een te krappe omgeving – hoe iedereen daar iets te bevechten lijkt te hebben: ruimte, geld, status.

Steeds vaker nam ik mijn toevlucht tot de natuur, reed ik met mijn gele bus richting de Achterhoek voor een nacht langs een weiland. En steeds vaker voelde ik: dit voelt rustiger, dichter bij mezelf, als ik hier ben, kan ik meer oog hebben voor wat ik in deze fase van mijn leven belangrijk vind. Ik kwam naar Amsterdam om mezelf te vinden. Maar om dat zelf te behouden, moest ik er ook weer weg.”

Luikjes naar andere levens

“De oplossing kwam vorig jaar op mijn pad – ik werd gevraagd voor een woongroep vlak bij de Veluwe. Ik heb er hard over getwijfeld, ook in de wetenschap dat je Amsterdam niet makkelijk weer in komt met de huidige woningnood. Toch besloot ik de gok te wagen en te verhuizen naar een dorp op een dik uur rijden van Amsterdam en alle mensen die me daar dierbaar zijn.

In een oud schoolgebouw schuur ik daar nu planken voor een zelfgemaakt bureau, oefen ik op mijn contrabas. In de tuin rooi ik pompoenen en broccoli ’s om er daarna zelf soep van te maken en in de kringloopcentra in de streek tik ik meubels op de kop die net als ik een leven achter de rug hebben. Ik wandel veel, voed me met de overweldigende natuur die hier is, en ja: dan mis ik de cafés waar meer op de kaart staat dan de geijkte portie saté hartgrondig.

Ik mis de avonden waarvan je niet weet waar ze eindigen, het hele rariteitenkabinet aan mensen – al die luikjes naar andere, bijzondere levens, al die mogelijkheden een nieuwe weg in te slaan, iedere dag opnieuw. Ik denk niet dat die liefde voor dat deel van die grote stad ooit verdwijnt. Toch voel ik ook rust. Ik heb Amsterdam niet meer nodig om iemand te worden. Ik ben iemand, iemand met wie ik het prima kan vinden. En iemand voor wie godzijdank vaak nog een logeermatrasje bij Amsterdamse vrienden klaarligt, trouwens.”

Meer lezen

Interview Fen Verstappen  Fotografie Karl Hendon/Getty Images
Gepubliceerd op 6 mei 2023

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN