Schrijver Tatjana Almuli pretendeerde dat ze de wereld aankon, tot ze alleen nog maar rouwde om haar moeder. Nu gaat ze haar gevoelens niet langer uit de weg. Deze keer: voor het eerst alleen op reis.
“Iedereen is zo aardig hier, ik zou wel voor altijd willen blijven,” zei ik vorige zomer verrukt tegen de man die ik een dag eerder had ontmoet op een willekeurige straathoek in de stad die nooit slaapt. Het was ver na mijn gebruikelijke bedtijd, maar de jetlag en de adrenalinerush die ik al dagen ervaarde, hielden me wakker. De stad gaf licht, we zaten op een bankje aan het water nabij de Brooklyn Bridge, met ieder een hotdog en enorme beker ijsthee. De drankjes kreeg ik gratis omdat ik volgens de verkoper zo’n cute smile had.
Solo-reisvirus
S. had me de hele dag op sleeptouw genomen. Hij is een born and raised New Yorker en nam me mee naar semi-geheime plekken die nog weinig bekend zijn bij toeristen zoals ik. Hij lachte me een beetje uit, gaf me plagerig een duw en zei: “Volgens mij ben je besmet met het solo-reisvirus, babe.” Hij had gelijk: ik was voor het eerst alleen op reis en de extase spatte nog net niet uit mijn poriën.
Vooraf had ik naast positieve opwinding over mijn reis vooral veel spanning gevoeld in mijn lijf. Doemgedachten passeerden de revue: wat als ik heimwee krijg en eenzaamheid, verveling en onzekerheid mijn reis overnemen? Angstig voor praktische gevaren was ik ook. Bang om beroofd te worden of om een niet-werkende creditcard op zak te hebben, en ik zag mezelf al in een gedrocht van een appartement slapen vol ratten en lekkages. Al sinds de puberteit droomde ik van alleen op reis gaan, toch hadden dit soort angsten me eerder thuisgehouden.
High on life
Het was het jaar dat ik dertig werd, mijn tweede boek publiceerde over uitgestelde rouw en het proces van rouwen in al zijn grilligheid was aangegaan. Ik voelde me onoverwinnelijk en boekte een vliegticket: het was tijd. Ik wilde me niet langer laten leiden door angst en ‘wat als’-gedachten. Ik hoopte naarstig op het onoverwinnelijke gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid en dat is precies wat me overviel, daar op dat bankje aan het water. Ik was high on life, verliefd op de stad met overal zo veel levenslust. En ik was verliefd op zijn inwoners, van S. en de hotdogkraam-meneer tot de boekverkoper van The Strand die me uit het niets een lezing gaf over de dagboeken van Sylvia Plath, omdat hij dacht dat ik die kon waarderen, en het meisje bij wie ik een kamer huurde en die me iedere ochtend een grapefruit en kop filterkoffie kwam brengen.
Eigen tempo volgen
Drieënhalve week ging ik die zomer alleen op pad en hoewel er ook heus baaldagen waren omdat ik overprikkeld en moe was, flink werd afgezet door een taxichauffeur en soms klaar was met vooral mijn eigen gezelschap, had ik de tijd van mijn leven. Het was alsof ik alles intenser beleefde omdat ik meer tijd had voor reflectie. Ik was minder met anderen bezig, volgde mijn eigen tempo, deed iedere dag waar ik zin in en behoefte aan had. Zelfs in een stad die altijd doorraast, kwam ik tot rust en stond ik meer dan ooit open om geraakt te worden door alles wat het leven te bieden heeft.
Meer lezen
- Tatjana over liefdesverdriet: ‘Soms moet je toegeven dat iets niet langer past.’
- Lees ook de andere columns van Tatjana.
- Voor het eerst op soloreis: 13 tips.
Tekst Tatjana Almuli Fotografie Danique van Kesteren
Gepubliceerd op 1 oktober 2023