Jarenlang was Wilma van der Maten correspondent in Azië, waarvan de laatste zeven jaar in Pakistan. Tot ze het land ineens niet meer in kwam. Aan de keukentafel in Nederland beschrijft ze hoe ze haar lievelingsplek mist.
Als ik ’s nachts niet kan slapen, droom ik over mijn appartement in Islamabad op veertienhoog, op een dak zo groot als een voetbalveld. Waar je ’s morgens om half zes de zon als een rode bal ziet opkomen boven de dunne laagjes mist. En hem ’s avonds, achter de witte torens van de soefitempel, weer ziet ondergaan.
De ochtend was het fijnste moment van de dag. In alle vroegte, terwijl iedereen nog lag te slapen, liep ik in pyjama over mijn ‘erf’. Ik gaf de planten op mijn daktuin water en zag hoe vogels een bad namen. Al denk ik ook graag terug aan de avonden in Pakistan. Met de buren die qawwali’s zongen, romantische soefiliedjes. Begeleid door de tabla, een traditionele trommel en een klein harmonium. Dan zat ik daar, op mijn dak, te genieten van mijn privéconcert.
Thuis in Islamabad
Hier, in Islamabad, zou ik oud worden. Dat voelde ik zo, ik was er heilig van overtuigd. Het was de plek waar ik na 24 jaar in Azië heen was gegaan. Mijn laatste verhuizing, zo had ik me voorgenomen. Mijn spullen waren al zo vaak het continent overgevlogen, ze verdienden een laatste rustplaats voordat ze uit elkaar zouden vallen. Mijn comfortabele, houten Bali-sofa, mijn Boeddhabeelden, mijn Javaanse poppen uit Indonesië. De olifantenkast en de kist die ik ooit kocht op een antiekmarkt in New Delhi. Ik was er zelf ook aan toe om me te nestelen. Pakistan voelde voor mij als thuis.
Ik, een spion?
Het is gek hoe je leven opeens kan veranderen. Ik was na een behoorlijk lange tijd weer eens in Nederland, toen ik te horen kreeg dat mijn visum niet werd verlengd. Er zou een aantekening achter mijn naam staan: ‘verdacht’. Verdacht, ik? Van wat dan? Misschien dacht de geheime dienst dat ik een spion was, opperde de voorzitter van de Kamer van Koophandel in Islamabad, toen ik hem vroeg wat het probleem zou kunnen zijn. Hij vertelde dat de Indiase inlichtingendiensten, de gezworen vijand van Pakistan, wel vaker Europese vrouwen ronselden om te spioneren. Dat ik al een hele tijd in New Delhi woonde, kon weleens als verdacht worden beschouwd.
Dat India de gezworen vijand van Pakistan is, wist ik natuurlijk. Sinds de opsplitsing van de Britse kroonkolonie in 1947 was er maar liefst drie keer oorlog geweest tussen de landen. Ik dacht aan de klik die ik vaak gehoord had als ik belde. Aan de mannenstemmen op de achtergrond. Een vriend had weleens gezegd dat ik onder observatie was, en dat de geheime dienst me in de gaten hield. Maar dat had ik nooit echt serieus genomen. Ik, een spion van India! Welke geheime gegevens zou ik in hemelsnaam kunnen uitwisselen?
Dat ‘nare’ land
Mijn moeder was blij dat ik dat ‘nare’ land niet meer in mocht. Ze had nooit begrepen dat ik zeven jaar geleden samen met mijn dochter, haar kleindochter, van het ‘veilige’ Indonesië verkaste naar een van de gevaarlijkste en meest vrouwonvriendelijke landen ter wereld. Elk jaar had ze ons bezocht in de tijd dat we in Azië woonden, maar ze weigerde naar Pakistan te komen.
Nu had ik vaker met vooroordelen over mijn nieuwe thuisland te maken gehad. Als er internationale collega’s arriveerden, hadden ze meestal hun reserves – maar zat hun tijd erop, dan verlieten ze het land vaak met pijn in het hart.
Verliefd
Ook van tv-maker Ruben Terlou wist ik dat hij verliefd op Pakistan was geworden toen hij het bezocht voor het VPRO-programma Langs de nieuwe zijderoute. Ik had een deel van zijn reis geproduceerd en als het aan hem lag, ging hij nog eens terug voor een nieuwe aflevering. Laatst dronken we samen koffie, en hij kon zich mijn heimwee levendig voorstellen. We spraken over alle mooie dingen. De machtige bergen, de uitgestrekte landerijen, zo groen. De woestijnen met hun oude forten en kleurrijke nomaden. En dan die zonsondergang in Karachi, aan de Arabische Zee.
Als familie
Wat ik vond in Pakistan? Een rust die ik nooit eerder was tegengekomen. Ik hield van de rustieke dorpjes aan de glimmende meren of hoog in de heuvels. Het leven was er eenvoudig en je kon er uren wandelen zonder iemand tegen te komen. Ik hield van de verhalen, van de geschiedenis van het land, en struinde heel wat ruïnes af van oude forten, paleizen en tempels. In Pakistan is vijfduizend jaar geleden een van de oudste beschavingen ontstaan, langs de Indus, een enorme rivier. Van daaruit verspreidde het boeddhisme zich, het paard van de Macedonische vorst Alexander de Grote ligt er nog begraven.
Stress bestaat niet
Lekker eten kun je ook in Pakistan. In de dorpen wordt alles eigenhandig verbouwd in organische tuinen. Van kunstmest of pesticiden hebben ze nog nooit gehoord. De melk komt van loslopende koeien, er wordt yoghurt van gemaakt en boter van gekarnd. Met behulp van koeienmest of kleine houten takjes wordt hetzelfde effect behaald als met een slow cooker: heel langzaam en met aandacht wordt het eten bereid. Intussen strekt de familie zich uit op houten bedden met matrassen, geknoopt van touw. Dat het tijd kost, is geen bezwaar, niemand heeft haast, stress bestaat hier niet.
Welkom
In Pakistan kon ik mezelf zijn. Niemand vroeg me ooit waarom ik geen man had, waarom mijn kind bruin is en of ik een moslim dan wel christen ben. We waren gewoon welkom. Agenda’s waren niet nodig om elkaar te zien, het was heel gewoon om spontaan bij elkaar langs te gaan. Toen ik ooit van de trap viel, kookten de mensen om ons heen voor ons, net zolang tot ik het zelf weer kon. Als ik op reis was, zorgden de vrouwen om me heen voor mijn dochter. Ze werd naar school gebracht en ook weer opgehaald. Het voelt eerder alsof ik familie heb achtergelaten, dan vrienden.
Heimwee
Heimwee doet pijn. Het missen van de plek waar ik het liefste ben, valt me op de raarste momenten aan. Als ik in de bus zit, boodschappen doe of langs het strand wandel. In het begin huilde ik vaak, alsof ik door een geliefde aan de kant was gezet en geen idee had waarom. Heimwee knaagt. Het houdt je uit je slaap, het ontneemt je je eetlust. Ik weet heus wel dat het geen zin heeft om weemoedig aan de keukentafel te zitten jammeren. Ik zeg tegen mezelf dat mijn verlangen naar Pakistan zal slijten, net zoals ik ooit over mooie liefdes heen kwam. Ik troost me met het feit dat Pakistan niet verdwenen is.
Avontuurlijke trips
Langzaam begin ik mijn draai weer te vinden. In de jaren dat ik in Azië verbleef, heb ik altijd contact gehouden met mijn vrienden in Nederland. Sommige hebben bij me gelogeerd in Indonesië en India en soms was er zelfs een durfal die met me mee op reis ging door de Pakistaanse bergen. Nu is het andersom. Een vriend nodigt me uit voor een wandeltocht in een ruige Franse bergstreek, waar we al vroeg aan de wijn gaan in kleine dorpjes. Ik besef dat ik al meer dan twintig jaar niet op reis in Europa ben geweest. De wandelingen in de natuur kalmeren me en brengen me gemoedsrust. Ik besluit naar Texel te gaan – waar ik door wind en regen fiets, tussen de vlakke weilanden met schapen door. Ik voel hoe er weer energie door mijn lichaam begint te stromen en krijg een idee.
In de buurt van Islamabad heb ik vroeger avontuurlijke trips georganiseerd voor mensen uit Pakistan en daarbuiten. Achter de stad beginnen de uitlopers al van de Himalaya, en samen met wat boswachters plande ik wandelingen en yoga-tours met ontbijt of lunch in een mooi dorp. Zou ik dat niet weer op kunnen pakken samen met de mensen daar, maar deze keer op afstand?
Op afstand
Ik ben klaarwakker op het moment dat de groep zich verzamelt op de parkeerplaats voor de lekkerste warme bakker van Islamabad. Het is hier drie uur vroeger. De hele dag krijg ik foto’s en video’s binnen: zo ben ik er toch een beetje bij.
Misschien zou Nederland een uitvalsbasis kunnen zijn, fantaseer ik, en kan ik gaan rondreizen door Zuidoost-Azië. In het voorjaar zou ik terug kunnen naar mijn vorige liefde, Indonesië. En vervolgens misschien naar Bangladesh, daar wilde ik altijd al graag een keer heen. Wie weet kan ik uiteindelijk zelfs Pakistan weer in, als er straks een nieuwe regering zit. Ik sluit mijn ogen en even loop ik weer over het zandpad, vlak bij mijn woning in Islamabad, met voor me de machtige bergen.
Meer lezen
- Daan werkt in Zweden: “Ik zie mijn tijd hier vooral als een avontuur.”
- De boeren in het Indiase Sikkim gaan weer mee in het ritme van de natuur.
- Dirim Guesthouse in Turkije.
Tekst en fotografie Wilma van der Maten
Gepubliceerd op 4 november 2023