Fotograaf Nikki en muzikant Pablo van de Poel verruilden Utrecht voor Limburg. Inspiratie voor hun bungalow deden ze op in Amerika.
Wonen in een Limburgs dorp, was dat een droom?
Nikki: “Nee helemaal niet. Ik kom dan wel uit Sittard, maar teruggaan was nooit ons plan. Het huis heeft ons echt overtuigd. We zijn al achttien jaar samen – vanaf de middelbare school – en woonden na een paar jaar Rotterdam alweer tien jaar midden in Utrecht. We wilden daar een huis kopen, maar dat was niet te betalen met ons zzp’ers-budget. We keken daarom waar we wel konden wonen, en dan is het toch ook raar om te zoeken in een streek waar je helemaal geen verbinding mee hebt. Toen we deze bungalow uit 1965 zagen, vlak bij Maastricht, dachten we: oké, dan gaan we toch maar terug naar het zuiden.”
Je man was het daar ook mee eens?
“Pablo komt ook uit Limburg, oorspronkelijk. Als muzikant bij de band DeWolff toert hij de hele wereld rond, dus is het ook fijn om ergens echt tot rust te komen. Die behoefte hadden we allebei. Zodra we hier binnenstapten, dachten we: o ja, fijn. We wonen er nu een jaar, maar deze plek voelt nog als ons vakantiehuis. We blijken het kneuterige juist leuk te vinden. Achteraf bleek trouwens dat wij de enigen waren die een bod uitgebracht hadden. Kennelijk vonden anderen het lastig om door het gedateerde interieur heen te kijken.”
Dus er moest veel aan het huis worden gedaan?
“Alles. We hebben eerst gespaard, zodat we een paar maanden vrij konden nemen om te klussen. De keuken hebben we er zelf uit gesloopt, we hebben tegels gelegd en via YouTube leren stuken. Daarna konden we er in elk geval wonen en tussen ons werk door steeds een projectje oppakken. Nu moet alleen de badkamer nog, maar die laten we doen. Het voordeel van zo’n verbouwing is dat je alles naar je hand kunt zetten. Vorig weekend dacht ik bijvoorbeeld: ik wil de buitenkant van het huis even schilderen, want wit past niet echt bij ons, dat voelt te strak, te weinig persoonlijk. Inmiddels is de gevel een soort beige-roze, heel subtiel. Dat past qua sfeer ook bij de binnenkant.”
Hoe zou je die binnenkant omschrijven?
“Het huis is honderd vierkante meter. Groter hoeft voor ons ook niet. We hebben gekozen voor natuurlijke materialen, veel hout en warme kleuren. We houden van de jaren zestig en zeventig, dus je ziet veel bruin en terracotta, een groene keuken en poederroze muren. Alles rustig en kalm. Het is een prettige plek om mensen te fotograferen. Dat doe ik vaak in de woonkamer, daar is het licht heel mooi.
En er is plek voor Pablo’s instrumenten. In de band speelt hij gitaar, maar thuis heeft ie naast gitaren ook een bas, drumstel en piano. De slaapkamer is ook goed gelukt, we hebben er een zacht bekleed podium gemaakt waar ons bed in ligt, een idee uit een jarenzeventiginterieurboek. Dat voelt cosy en zacht, als een soort nest.”
Wat gaat er nooit het huis uit?
“De vinylkast met wel duizend platen erin: Pablo wordt daar blij van. We houden van analoog. Ik ben fotograaf en schiet ook alleen analoog. Zo fijn aan dit huis: eindelijk genoeg plaats om mijn camera’s uit te stallen. Uiteindelijk willen we van de kelder een doka maken. En van de schuur een studio, voor Pablo.”
En de meubels, hadden jullie die al?
“We hebben veel vintage dingen bijgekocht. Voor nieuwe trends voelen we weinig, de ontwerpen en kwaliteit van vroeger vinden we vaak mooier en meer uitgesproken. De bamboetafel vonden we bij de kringloopwinkel. Pablo had daar eerst zijn bedenkingen over, maar hij bleek heel mooi te passen. Dat is zo leuk: als je iets in een nieuwe context plaatst, kan het opeens heel anders voelen. Ik heb echt een zwak voor stoelen. Er zijn zo veel leuke oude stoelen te vinden: voor in de tuin, bij de eettafel, een schommelstoel voor het balkon. Ik gebruik ze vaak bij shoots, als ik in ons huis mensen fotografeer.
Lampen koop ik ook graag tweedehands. En dan heb ik nog iets met die kleine houten saloonhuisjes. Ze doen me denken aan onze reizen door Amerika. Over twee weken gaan we weer. De kleuren, de woestijn, ik blijf er fotograferen. Eigenlijk is ons hele interieur erop geïnspireerd.”
Jullie hebben ook een flinke tuin.
“Wel achthonderd vierkante meter in totaal. Even wat anders dan ons Utrechtse balkon van drie vierkante meter met uitzicht op een kantoorgebouw. We leven echt aan de achterkant van het huis. Aan de voorzijde zit niet eens een raam, op een klein raampje in onze werkkamer na. Maar de woonkamer heeft een raam van bijna vier meter breed en aan de achterkant zorgt de schuifpui voor veel licht. Vanuit de slaapkamer boven zie je ook een zee van bomen, het voelt geweldig om zo in de natuur te wonen.”
Nog speciale weekendrituelen?
“Door de shows van Pablo en zijn band vieren we op random momenten weekend, vaak ook midden in de week. We gaan graag de natuur in, lopend, fietsend of met onze bestelbus. Als we een paar dagen hebben, rijden we naar de Ardennen, anderhalf uur verderop. Of verder nog, naar Frankrijk. Ook gaan we graag samen op vintagejacht. Ik kijk vooral naar meubels, Pablo naar audiospullen. Een miskoop is niet erg als een stoel vijf euro kost. Hier in de buurt en net over de grens in België zijn ook antiekmarktjes waar we graag rondkijken.”
Geen dingen die je mist uit de stad?
“Gek genoeg niet. En als we reuring willen zijn we zo in het centrum van Maastricht. Dan gaan we naar filmhuis Lumière, wandelen we door de straatjes of gaan we naar het Bonnefanten, waar een tijd terug een mooie expositie was van de Amerikaanse kunstenaar Ed Templeton. We kunnen nu spontaan even naar familie en er komen vaak vrienden langs. Die blijven dan meteen een paar dagen. Onze vriendschappen zijn door onze verhuizing juist dieper geworden.”
Meer lezen
- Binnenkijker: Marij vulde haar rijtjeshuis tot aan de nok toe met kleur.
- Binnenkijken: een klein eco-paleis in het Belgische Haacht.
- Wonen in een sixties-bungalow in Kopenhagen.
Interview Maaike Beekers Fotografie Nikki van de Poel
Gepubliceerd op 22 februari 2024