Toen journalist Mirjam Rosema-Verhulst uit haar burn-out was gekrabbeld – waar ze tot haar grote verbazing in 2016 in was beland – viel haar op dat opgebrande mensen min of meer door dezelfde fases gaan.
Toen ze een vriendin keihard op een burn-out zag afstevenen, maar die daar niets over wilde horen, werd het zaadje voor deze columnserie gepland. Ze herkende zichzelf in haar afglijdende en later opkrabbelende vriendin. Maar ook in al die andere mensen die ze erover sprak. Mirjam gaf haar eigen burn-out na twee jaar een plekje door er twaalf Burn-out clichés voor Stressed out over te schrijven.
Omdat het onderwerp helaas nog steeds actueel is, delen we om de week een deel. Deze week deel 4: Als ik heel hard uitrust, is het snel weer over. Mirjam had destijds nog haar eigen textiellabel Toffe Stoffen.
juli 2016
Ik lig in bed. Te piekeren. De vervangend huisarts heeft dus uitgesloten dat ik een hersenbloeding of hartaanval had, of hersentumor heb. Ook al mijn bloedwaarden bleken “kéurig”, maar ik lig dus nog wel steeds keurig in m’n bed. Elke dag, bijna de hele dag. Ik kan niets anders. Mijn lichaam is overgenomen door een verlammende vermoeidheid.
Uren voor me uit staren
Mijn man heeft vanaf deze week drie weken vrij en onze kinderen zijn een week met opa en oma naar Texel. Dit stond al op de planning, want we willen deze zomer onze tuin helemaal omgooien. En dat doet mijn man nu dus alleen. En ik lig in bed. Ik lig uren voor me uit te staren. Draai me nog eens om voor een change of scenery, en weer eens terug, en that’s it. Ik erger me aan het peertje boven mijn hoofd en vraag me af waarom ik die oude te korte bruine ‘tijdelijke’ gordijnen naast die andere wel affe helft nog steeds niet heb vervangen. Na twee jaar.
En elke keer als ik even ben weggedommeld, word ik weer wakker met verhoogde hartslag en het razende geluid bij mijn linkeroor – met bijbehorende flitsende beelden en gedachten. Filmpjes kijken en Bubbel bust spelen op m’n telefoon kunnen mijn hersenen niet aan. Kleine stukjes in Indische duinen van Van Dis lezen lukt wel, daar wordt mijn hoofd rustig van. Net als van de kalmeringsthee van mijn buurvrouw.
Een burn-out duurt me te lang
Heel soms google ik op mijn telefoon naar burn-out, want zo langzamerhand begin ik de woorden van mijn vriendinnen toch serieus te nemen. Maar als ik lees hoe lang zo’n burn-out wel niet kan duren, schiet ik direct in de stress: over vier weken moet ik op een beurs staan, dus het laatst wat ik kan gebruiken is een slepende burn-out. En bovendien: ik lig niet in scheiding, heb gezonde kinderen, ben niet ontslagen, heb leuk werk zonder vervelende baas, heb geen recente sterfgevallen in mijn omgeving en mijn beide ouders leven nog. Ik heb een vrolijk en gelukkig leven, dus het kan toch ook helemaal geen burn-out zijn?! Trouwens, dan had de huisarts dat toch ook wel gezegd?
Met een klap tot stilstand gekomen
Maar mijn lijf kan dus helemaal niks. Ik word nog steeds door een gigantisch gewicht naar beneden getrokken. Ik voel me doorgaans niet heel somber of chagrijnig, wel vooral heel schuldig. Dat ik hier in bed lig terwijl mijn kinderen vermaakt worden door een ander. Mijn man hard in de tuin aan het werk is. Ik mijn sociale leven in een klap heb laten vallen. De was zich opstapelt. En ik niet kan werken terwijl er zo veel gedaan moet worden. De trein waar ik me al die tijd angstvallig aan heb vastgeklampt, heeft het begeven en is met een klap tot stilstand gekomen. Alleen mijn gedachten schieten nog wel even door, na die noodstop. Ál die andere sneltreinen en intercity’s om me heen denderen in volle vaart door. En ik lig eraf. Ik hoor er niet meer bij.
De ‘wat is er toch met me aan de hand’-vraag
Ik word heel onzeker van deze hele situatie. Wat als dit zo blijft? Dan is mijn leven over. Wat ben ik dan nog voor moeder? Of vrouw? Of vriendin? Ik kan mijn bedrijf wel opdoeken. En zodra de ‘wat is er toch met me aan de hand’-vraag de kop weer eens opsteekt, komt ook direct mijn alter ego De Hypochonder mijn hoofd overnemen. En dan lig ik voor ik het weet weer keihard te huilen omdat ik waarschijnlijk volgende week al dood ben. En ik wil helemaal niet dood.
De enige die De Hypochonder de baas is, is mijn man. Pas als ik mezelf als een klein meisje heb opgedrongen aan zijn brede vertrouwde borst, mijn hoofd verstop in zijn omhelzing en hij alle feiten nog eens opsomt – al je bloedwaarden en bloeddruk zijn goed, de huisarts heeft je gezien – kom ik tot rust. Voor even.
En nu lig ik dus weer te piekeren. Want over vier weken moet ik presteren, sterker nog, die week ervoor moet ik alles voor de beurs geregeld hebben. Laat ik dan nog maar even proberen te slapen. Want als ik nu gewoon heel hard uitrust, is het vast snel weer over.
Meer lezen
- Op Stressed out lees je alles over stress gerelateerde onderwerpen.
- Hier lees je deel 1 tot en met 3 van De 12 stadia van een burn-out.
- Sarah Domogala trok deze lessen uit haar burn-out.
- Mirjam schreef voor Flow al eens over het aangeven van grenzen.
- En over waarom ergens mee stoppen soms juist nodig is.
Tekst Mirjam Rosema-Verhulst Bron Stressedout.nl Fotografie Danique van Kesteren