Toen journalist Mirjam Rosema-Verhulst uit haar burn-out was gekrabbeld – waar ze tot haar grote verbazing in 2016 in was beland – viel haar op dat opgebrande mensen min of meer door dezelfde fases gaan.
Toen ze een vriendin keihard op een burn-out zag afstevenen, maar die daar niets over wilde horen, werd het zaadje voor deze columnserie gepland. Ze herkende zichzelf in haar afglijdende en later opkrabbelende vriendin. Maar ook in al die andere mensen die ze erover sprak. Mirjam gaf haar eigen burn-out na twee jaar een plekje door er twaalf Burn-out clichés voor Stressed out over te schrijven.
Omdat het onderwerp helaas nog steeds actueel is, delen we om de week een deel. Deze week deel 5: Ik heb gefaald. Mirjam had destijds nog haar eigen textiellabel Toffe Stoffen.
augustus 2016
“Het geeft écht niet,” zegt mijn schoonmoeder. We staan voor het huisje en zijn klaar voor vertrek. Ze neemt de fiets van me over. Ik wrijf nog een keer met mijn mouw langs m’n natte ogen en ga naast mijn schoonvader in de auto zitten. O mijn god, ik herken mezelf niet meer. Moet mijn schoonmoeder nu samen met mijn man met onze kinderen achterop, naar de boot fietsen terwijl ik erheen gereden word? Failure! Zo ben ik toch niet opgevoed? Straks denken ze dat ik gewoon lui ben, een aansteller. Ik kan wel door de grond zakken.
Maar toen ik me door het proces van ontbijten, douchen, aankleden en inpakken had geworsteld, besloot ik op een onbewaakt moment toch wanhopig in het oor van mijn man te fluisteren dat ik niet zag hoe ik met een kind achterop naar de veerdienst moest fietsen. Hij begreep dat. En natuurlijk zou de lieve oma van mijn kinderen het ook begrijpen. Toch durfde ik het niet aan te kaarten. Ik ben potverdorie 33. Jong en fit. Maar de waarheid is dat ik alles behalve fit ben. Ik ben een wrak.
Wel weer hersteld, toch?
De laatste weken heb ik bijna alleen maar horizontaal doorgebracht en de overgang naar een weekend Texel was misschien toch wel iets te enthousiast. Ik verruilde wel al steeds vaker m’n bed in voor de bank of een stoel in de tuin – en was zelfs al een keer naar het tuincentrum geweest. Logisch toch, dat ik dacht dat ik wel weer zo goed als hersteld was? Maar ik had het mis.
Al mijn zuinig opgespaarde energie is na gister alweer op. Na het ontbijt was ik meteen weer op bed gaan liggen om op te laden voor een zwemuitje met man en kinderen – ik wilde zó graag weer even met zijn viertjes zijn. Daar kwam een fietstocht bovenop en dát was geen goed idee.
Ik liet niemand weten dat ik doodging vanbinnen
Mijn man zei nog: “Niet meteen al je energie verspillen, hè?” en ik was het roerend met hem eens geweest. Maar het drietal fietste met giga-tegenwind helemaal naar het volgende dorp en dus trapte ik mee. Het liefst was ik al snel weer omgekeerd, maar ik zei niets. Ik liet niemand weten dat ik doodging vanbinnen. Dat het voelde alsof ik me met lekke banden over een zandpad probeerde te ploegen. In de zwaarste versnelling. M’n schoonmoeder van 71 trapte me er met gemak uit. De schaamte.
Terwijl ik nog wat kracht bijzette op de trappers, schreeuwde mijn lichaam dat het allemaal te veel was en deed m’n hoofd weer eens alsof ik bijna zou flauwvallen. Maar ik fietste door en deed alsof ik het leuk had. Opgeven is gewoonweg geen optie. Ook niet bij een fietstochtje. Ik wilde gewoon weer de oude zijn. Een gezellige, fitte, enthousiaste moeder, vrouw en schoondochter die niet alleen met zichzelf bezig is, maar gewoon kan genieten van een stukje Texel op de trappers.
Is het dan toch een burn-out?
En nu zit ik dus op de blaren. Op de passagiersstoel. Mijn man kaartte net ‘het probleem’ aan bij zijn moeder en ik stond er als een klein kind naast. Met al mijn aandacht op mijn voet gericht die het schelpengrind op een hoopje schoof. Toen ik opkeek, zag ik haar bezorgde blik en ik stamelde dat ik het zó stom vond, maar dat ze zich verder geen zorgen over mij hoefde te maken. En ja hoor, daar stond ik weer te huilen. Uit schaamte. Uit onmacht. Uit frustratie. Uit moeheid. Uit angst en uit opluchting dat ik niet hoefde te fietsen.
Ik staar naar buiten terwijl het Texelse landschap aan me voorbij trekt. Er klinkt klassieke muziek uit de boxen en m’n schoonvader zegt wat lieve dingen tegen me. Maar ik heb een brok in mijn keel en buikpijn. Er zit een gigantische knoop in mijn maag. Ik baal van mezelf. Is het dan toch een burn out? Maar dat zou dus betekenen dat ik het leven, mijn leuke leven, niet aankan. En dat kan niet. En hoe moet ik daar ooit voor uitkomen? Wat een gezichtsverlies. Wat een slappeling. Ik heb gefaald.
Meer lezen
- Op Stressed out lees je alles over stress gerelateerde onderwerpen.
- Hier lees je deel 1 tot en met 4 van De 12 stadia van een burn-out.
- Boeken over burn-out vind je hier.
- Mirjam schreef voor Flow al eens over het aangeven van grenzen.
- En over waarom ergens mee stoppen soms juist nodig is.
Tekst Mirjam Rosema-Verhulst Bron Stressedout.nl Fotografie Danique van Kesteren