De dag (en je zorgen) van je afspoelen: het badritueel in Japan

badritueel

Japanners spoelen de dag en hun zorgen letterlijk van zich af. Journalist en japanoloog Ingrid Houtkooper duikt in hun badcultuur – die zowel binnen- als buitenshuis een grote rol speelt.

In de zomer van 1989 paste ik met twee studievriendinnen op drie katten in een traditioneel Japans huis in Kyoto, de oude hoofdstad van Japan. Het echtpaar dat er woonde, een Japanse man en Franse vrouw, ontvluchtten elke zomer de hitte en gingen naar Frankrijk. Een docent van ons paste altijd op hun huis, maar kon dat jaar niet. Het echtpaar vond het geen probleem om drie keurige Nederlandse studenten japanologie een maand lang hun huis en de katten toe te vertrouwen.

Twee maanden in Kyoto mogen verblijven… een buitenkans. Het huis was geweldig: helemaal van hout, met een schuifdeur (zonder slot!) als voordeur. Binnen shoji (schuifdeuren van rijstpapier en houten latten) en in alle kamers alleen tatami (Japanse matten) op de vloer. Uit de kranen kwam alleen koud water. In Japanse huizen zitten de wc en het bad om hygiënische redenen niet in dezelfde ruimte. In dit huis was het toilet zelfs buiten, je kwam er door via de veranda langs de binnentuin te lopen.

Badritueel

Een bad nemen is belangrijk in de Japanse cultuur en veel meer dan je wassen. Je in heet water dompelen is primair bedoeld om alle stress van je af te laten glijden. Het warme (vaak zelfs hete) water ontspant de spierenen bevordert de bloedsomloop. Je wordt er heerlijk loom en relaxed van. Daarom neem je een bad altijd ’s avonds.

De ochtend is voor de snelle douche, maar in de avond neem je de tijd en ga je in bad. Je laat het ‘vuil’ van de dag letterlijk en figuurlijk van je afspoelen. Wassen en onderdompelen zijn dan ook twee verschillende dingen die plaatsvinden op andere plekken in de badkamer. Het wassen gebeurt niet in het bad, maar erbuiten.

Zittend op een laag krukje, de furo-isu, was je je zorgvuldig en spoel je je lijf daarna af met de douche – of je giet water over je heen met de furo-oke, een teiltje van hout of plastic, ongeveer zo groot als onze afwasteil. Pas als je schoon bent, ga je het bad in en geniet je van het warme water. Het is gebruikelijk dat alle mensen uit het gezin hun bad nemen in hetzelfde water.

Je in het badje vouwen

De badkamer in ons huis in Kyoto was een kleine, vierkante en volledig betegelde ruimte met een klein maar diep bad. Je moest naar buiten om een oliekacheltje aan te steken dat het badwater verwarmde. Als het water heet genoeg was, deed je de kachel weer uit. Naast het bad stond het lage krukje met het teiltje. Met mijn 1.86 meter was het best lastig om op het krukje te gaan zitten, me zo te wassen en af te spoelen. Het bad was uiteraard ook niet gemaakt voor lange mensen. Het was best diep, maar echt onderdompelen zodat alleen mijn hoofd boven water bleef, zat er niet in.

Als je klaar was, legde je een houten deksel op het bad zodat het water warm bleef voor de volgende. Daardoor koelde het ook ’s nachts niet te veel af, en dus konden we ons de volgende ochtend met het nog warme water afspoelen en opfrissen. De zomers in Japan zijn altijd erg heet en vochtig, en de zomer van 1989 was geen uitzondering. Het koude water was voor ons daarom vaak genoeg.

Uit en thuis

De badcultuur gaat verder dan alleen je eigen badkamer. Er zijn in feite drie soorten baden: je eigen bad – ofuro is Japans voor ‘bad’, het openbare badhuis dat sento heet en de baden met water uit de vulkanische heetwaterbronnen, de onsen. Het dagelijks badderen doe je in je eigen ofuro of de lokale sento.

In Japan zijn nog zo’n 2500 openbare badhuizen. Ooit waren het er 17.000, maar het werden er
steeds minder naarmate meer huizen een eigen bad kregen. Sommige sento bieden inmiddels ook andere diensten aan zoals massages en een restaurant. Het woord onsen verwijst zowel naar de heetwaterbron als naar de badfaciliteiten die er rondom zijn ontstaan, te vergelijken met een spa. Vaak hebben ze ook een buitenbad – rotenburo – dat prachtig past in de omgeving.

Japan is één groot vulkanisch gebied, wat eigenlijk een vloek en een zegen tegelijk is. Het land bestaat uit duizenden eilanden en ligt op een aantal tektonische platen die zich tegen elkaar wringen, waardoor er dagelijks aardbevingen zijn in verschillende gradaties. Tegelijkertijd zorgen die vulkanen voor
de natuurlijke heetwaterbronnen, waar men al eeuwenlang dankbaar gebruik van maakt.

Er zijn in Japan zo’n 2500 onsen-resorts met badfaciliteiten in talloze herbergen, ryokans, hotels en openbare badhuizen die gebruikmaken van het thermische water. Vaak in schilderachtige stadjes en plaatsen als Hakone, Kusatsu Onsen, Yufuin Onsen en Beppu, waar soms letterlijk het stoom langs de straten omhoogkomt.

Geneeskrachtige werking

Ken Takahashi werkt bij de prefectuur Fukushima en is groot liefhebber van onsen. Hij vertelt dat het water aan bepaalde eisen moet voldoen en van nature stoffen moet bevatten zoals mineralen, ijzer en sulfaten – wat niet alleen goed voor je huid zou zijn, maar ook een geneeskrachtige werking zou hebben.

“Onsen met bijvoorbeeld een hoge concentratie ijzer zijn roodachtig, zwavel maakt het water
melkachtig wit,” legt hij uit. “Ik was laatst nog in een onsen met zo’n hoge zwavelconcentratie dat ik het nog uren na het baden op mijn huid rook.”

Of onsen echt ziekten kunnen genezen, weet hij niet. “Sommige mensen geloven dat niet, andere wel – bijvoorbeeld oudere mensen met gewrichtspijn of een huidaandoening die een week of twee in een onsen verblijven om er regelmatig een bad te kunnen nemen.”

Volgens Takahashi stimuleert onsen-water de bloedsomloop, en dat versterkt het immuunsysteem. “Maar voor oudere mensen met een hoge bloeddruk is het gevaarlijk om lang in het hete water te blijven. Daardoor sterven jaarlijks helaas best veel hoogbejaarde mensen in bad.” Voor de jongere generaties zijn de onsen meer wellnessbestemmingen om er even tussenuit te zijn, met baden en lekker eten.

Badkleding verboden

Baden heeft ook een belangrijke sociale betekenis in Japan. Kinderen gaan altijd met hun ouders in bad. Mijn vriendin Chihiro Ito woont in Tokyo en heeft een dochter van tien. Op de vraag tot welke leeftijd kinderen met hun ouders in bad gaan, antwoordt ze: “Dat hangt van het kind af. Mijn dochter vindt het niet erg, we gaan zo één keer per week samen in bad. Vaak omdat het tijd bespaart. Ik weet niet
meer hoe oud ik was, maar op mijn tiende ging ik zeker niet meer met mijn ouders in bad.”

Ze voegt eraan toe dat ze in de zomermaanden sowieso geen bad neemt: “Veel te heet, ik douche dan liever.” Chihiro gaat ook samen met haar dochter naar de onsen, waar mannen en vrouwen – net als in de sento – gescheiden zijn. Kamers in ryokans en hostels hebben vaak geen eigen badkamer, maar
gemeenschappelijke baden voor mannen en vrouwen.

Naakt met elkaar omgaan

Of je nou in de sento of onsen bent, iedereen is er naakt. Zwemkleding is verboden – net als tattoos trouwens, want die worden geassocieerd met de yakuza, de Japanse maffia. Met de opkomst van het toerisme neemt ook het aantal sento en onsen toe die tattoos wel toestaan. Ook een handdoek mag je niet mee het bad in men, hoogstens een doekje om op je hoofd te leggen om af te koelen.

In Japan is iedereen het van kinds af aan gewend, al die blote lijven. Voor wie er niet vertrouwd mee is, zoals ik, voelt het ongemakkelijk. Je bent je ineens erg bewust van je eigen naaktheid. Maar in Japan doet men er niet moeilijk over, de interactie tussen mensen is los en makkelijk. Er is een term voor ‘naakt met elkaar omgaan’ in de sento of onsen: hadaka no tsukiai.

Iedereen is er ontdaan van zijn ‘uniform’, het doet er niet meer toe wat je bent in het dagelijks leven. In Japan zijn sociale omgangsvormen redelijk ingewikkeld. Je moet bijvoorbeeld weten wat de status is van degene die je ontmoet om te bepalen welke woorden je gebruikt en hoe diep je buiging moet zijn. In
een sento of onsen maakt dat niet meer uit, dan is iedereen alleen zichzelf.

Van de bron in het bad

Tijdens mijn laatste Japan-reis in maart 2020 nam ik mijn intrek in een ryokan in Iizaka Onsen, een eeuwenoud onsenplaatsje vlak bij Fukushima-stad. Er zijn negen openbare badhuizen, drie openbare voetbaden (ashiyu) en veel ryokans en hotels.

De onsen staan erom bekend dat ze heel heet zijn: 45 tot zelfs 50 graden. De bekendste en oudste is
Sabakoyu, een badhuis waar zelfs de wereldberoemde haikumeester Matsuo Basho-in de zeventiende eeuw op zijn reis door het noorden van Japan een bad heeft genomen. En natuurlijk een haiku over heeft geschreven.

De ryokan, Matsushimaya, is een van de grotere onsenhotels in Iizaka Onsen, gelegen aan de Surikami-rivier. Er zijn twee grote baden (een voor mannen en een voor vrouwen) en een kleiner bad dat je kunt boeken om privé te badderen.

Geen vers onsenwater

Alle baden zijn kakenagashi, wat betekent dat het water rechtstreeks van de bron in het bad komt en van daaruit weer doorstroomt naar de rivier. Verser onsenwater bestaat er niet. De meeste mensen nemen in een ryokan een arrangement met overnachting, onbeperkt toegang tot de onsen (ook ’s nachts), een uitgebreid diner en in de ochtend een Japans ontbijt.

Ik betaalde alleen logies omdat ik langer bleef. Mijn kamer was een traditionele tatami-kamer met een
laag tafeltje, televisie, wastafeltje met koud water en een apart toilet. Slapen deed ik op een futon (Japans matras) op de grond. Maar ik kon wel onbeperkt gebruikmaken van de onsen, wat heerlijk was.

Ontspannen in het water

Ik dacht er terug aan een bijzondere onsen-ervaring die ik een paar jaar geleden had. Voor een verhaal over de Fukushima-ramp van 2011 bezocht ik Soma, een vissersplaatsje aan de Stille Oceaan. Omdat ik vroeg in de ochtend bij de nieuw gebouwde visveiling moest zijn, overnachtte ik de avond ervoor in een ryokan.

Het was laat toen ik in mijn kamer kwam, en tot mijn verrassing zag ik een rotenburo op het balkon staan, gemaakt van hinoki (cipressenhout). Geen onsen, maar wel een diep bad met comfortabel
warm water. Al had ik geen idee waar ik op uitkeek, zo vlak voor het slapengaan even dobberen onder de sterrenhemel was mindfulness to the max.

Toen ik de volgende ochtend vroeg het gordijn opendeed, bleek het de oceaan te zijn die me begroette. Ik zag de kleuren van de zonsopgang spiegelen in het water en kalm dobberende vissersboten die lagen te wachten tot ze konden uitvaren. Bijna niet voor te stellen dat diezelfde oceaan zo verwoestend was
geweest. Na een snelle douche dompelde ik me nog een laatste keer in het warme water om te genieten van het geweldige uitzicht.

Dagelijks relaxen in warm water en af en toe ontspannen in een onsenplaats: het is goed voor lichaam en geest. En als je het zelf ervaren hebt, wil je eigenlijk ook niet meer zonder. Ik geloof oprecht dat de badcultuur een van de redenen is waarom de gemiddelde Japanner zo gezond oud wordt.

Over Ingrid Houtkooper

Ingrid Houtkooper studeerde Japanse taal en cultuur in Leiden, en komt al meer dan dertig jaar in Japan. Ze heeft voor Japanse bedrijven gewerkt, ook geeft ze lezingen en schrijft ze verhalen over onderwerpen als de rol van de vrouw in Japan en het leven in Fukushima na de ramp in 2011. Meer over Ingrid en Japan vind je op Houseofsakura.com.

Tekst Ingrid Houtkooper Fotografie Annie Spratt/Unsplash.com

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN