Bepaalde uitspraken en ideeën van je ouders lijk je je hele leven mee te nemen. Grappig – en soms ook ergerlijk. hoe werkt dat, en hoe ga je ermee om? Journalist Annemiek Leclaire zoekt het uit.
Hoe we ons leven vorm geven ligt meer vast dan we in dit tijdperk van maakbaarheid geneigd zijn te geloven. Het begint al met onze persoonlijkheid. Een deel van onze blauwdruk is genetisch en erfelijk: ons uiterlijk bijvoorbeeld, en hoe we verouderen. Ook hebben we bepaalde eigenschappen meegekregen die de omgeving wel kan verzachten of versterken, maar niet laten verdwijnen. Persoonlijkheidskenmerken als openstaan voor nieuwe ervaringen, nervositeit, vriendelijkheid, emotionaliteit en agressiviteit zijn volgens psychologen en neurologen grotendeels aangeboren.
Zo toonde een onderzoek van de universiteit van Washington Saint Louis en de universiteit van Parma uit 2009 aan dat deze diverse persoonlijkheidskenmerken verschillen in de hersenen reflecteren. Mensen met andere karaktertrekken zijn geboren met iets andere hersenen.
Emeritus hoogleraar neurobiologie Dick Swaab stelt in zijn boek Wij zijn ons brein zelfs dat er weinig meer verandert in de hersenen na onze vierde verjaardag. Ook uit internationaal tweelingonderzoek blijkt steeds opnieuw dat bepaalde persoonlijkheidseigenschappen genetisch zijn bepaald. Ze worden door onze ouders, onderwijzers en de cultuur waarin we leven hooguit aangemoedigd of onderdrukt. De rollen en omstandigheden mogen dan veranderen naarmate we ouder worden, en onze gewoontes ook, maar de basis van dat karakter doet dat volgens deskundigen niet.
Ook onze opvoeding stuurt ons gedrag gedeeltelijk, en dan vooral de overtuigingen over onszelf en het leven in het algemeen. Het zijn de reacties van onze ouders op onze karaktertrekken die tot op de dag van vandaag meespelen in hoe we over onszelf denken. Zelf was ik bijvoorbeeld een tamelijk zachtmoedig kind dat opgroeide bij een moeder die flink had moeten knokken om overeind te blijven. In de wereld waar mijn moeder uit kwam, redde je het niet met zachtzinnigheid. Voor haar stond een gebrek aan assertiviteit gelijk aan kopje onder gaan en ‘je de kaas van het brood laten eten’.
Ik heb me vroeger weleens geschaamd voor mijn ‘softe’ houding, maar inmiddels heb ik geleerd dat je helemaal niet haantje-de-voorste hoeft te zijn om rechtvaardig behandeld te worden. De meeste mensen zijn eigenlijk heel aardig. Anders dan mijn moeder, en dankzij haar, heb ik ook het geluk dat ik in een zachtere omgeving kan leven. Bij goed volwassen worden hoort die evaluatie van wat je meekreeg, en of je eraan vast wilt houden of het kunt laten gaan.
- Lees het volledige verhaal ‘De echo van je jeugd’ in Flow 8.
Tekst Annemiek Leclair Illustratie Lotte Dirks