Wat voor effect heeft een dagelijkse portie natuur eigenlijk op je hersenen? Neuropsycholoog Margriet Sitskoorn schreef er een column over.
Al eeuwenlang beschrijven verschillende culturen en tradities dat een natuurlijke omgeving een positieve invloed heeft op je gezondheid en gevoel van geluk. De effecten van de natuur worden bezongen, beschilderd en beschreven. Ze lijken veel verder te gaan dan alleen het verschaffen van voedsel, zuurstof, water en bouwmaterialen.
Ook vandaag de dag wordt vaak over dit onderwerp geschreven. Weten wat natuur daadwerkelijk met je hersenen en je gezondheid doet, lijkt steeds belangrijker te worden. Meer en meer mensen wonen namelijk in de stad en er gaat voortdurend natuur verloren. We brengen dus minder tijd in het groen door dan vorige generaties en een natuurlijke omgeving wordt steeds zeldzamer.
Verschillende onderzoeken naar het effect van een natuurlijke omgeving op je hersenen, vaardigheden en gevoel zijn samengevat door Gregory Bratman en zijn collega’s van de universiteit van Stanford. Zelfs als je maar korte tijd in de natuur verblijft, lijkt het erop dat je stemming erop vooruitgaat, stress afneemt, creativiteit toeneemt en je aandacht en geheugen beter worden.
Ook Carmen de Keijzer en haar collega’s van het Barcelona Institute for Global Health verzamelden en beoordeelden verschillende studies over dit onderwerp. Ze keken vooral naar de effecten van meer groen in je omgeving (bijvoorbeeld bomen en parken bij je huis, werk of school) op de cognitieve vaardigheden tijdens verschillende levensfasen. Conclusie: als je in je jeugd omringd wordt door veel groen, lijkt dit een gunstige invloed te hebben op je cognitieve ontwikkeling – en dan met name je aandacht.
Natuur: alleen het zien van groen kan al helpen
Mogelijk geldt dit ook voor volwassenen en ouderen, maar de resultaten van deze onderzoeken zijn minder duidelijk omdat ze niet allemaal van goede kwaliteit zijn. Soms blijkt alleen al het zien van een groene omgeving een positief effect op je hersenen en cognitieve vaardigheden te hebben, en naar verwachting neemt dat toe als je in de natuur loopt of sport.
Onderzoekers benoemen mechanismen die hieraan ten grondslag kunnen liggen. Zo suggereren Stephen en Rachel Kaplan van de universiteit van Michigan dat een verblijf in de natuur ervoor zorgt dat je je aandacht weer op één ding richt. Op die manier kun je herstellen van de overbelasting die wordt veroorzaakt door de om verdeelde aandacht vragende, multitaskende wereld waar we meestal in verkeren.
Daarnaast zou een groene omgeving aanzetten tot meer bewegen; ook iets waarvan we weten dat het goed is voor het brein en je cognitieve vaardigheden. Ten slotte beschrijft het team van Carmen de Keijzer dat de schone lucht, de sociale contacten en de afwezigheid van herrie in een groene omgeving hier ook aan bijdragen.
Kortom: verblijven in de natuur kunnen we rustig een wondermiddel voor de hersenen noemen. Je aandacht en geheugen gaan erop vooruit, je stress neemt af, je stemming klaart op en je wordt gestimuleerd om meer te bewegen. Wondermiddelen zijn schaars. Zeker als ze niks kosten, goed te verkrijgen zijn en wetenschappelijk onderzocht worden. Laten we er dan ook gebruik van maken. Bij dezen schrijf ik aan iedereen een dagelijkse portie natuur voor, ten behoeve van ons algehele welzijn.
- Deze column van Margriet Sitskoorn vind je in Flow 8.
Fotografie Michael Benz/Unsplash.com