Online editor Merel kan zichzelf niet echt als een ‘glas halfvol’-type omschrijven. Dat is niet iets waar ze trots op is, of blij mee. Maar… is het gewoon wat het is? Of is er iets aan te doen?
Laatst merkte mijn partner op dat ik soms (hij bracht het met opzet voorzichtig) dingen bij voorbaat ten onrechte wat negatief benaderde. Uit een reflex sprak ik hem tegen: ik ben toch niet een of andere pessimist?! Ik voelde me duidelijk beledigd. Ik weet dat ik niet altijd het zonnetje in huis ben, maar een negatief mens ben ik toch ook weer niet? Zijn opmerking stak best een beetje. Zoals dat vaak gaat wanneer je door een ander ergens op wordt gewezen, ging ik de dagen daarna toch eens wat beter op mijn gedachten letten.
Geen roze bril voor mij
En het is niet leuk om toe te geven, maar helaas merkte ik in een paar dagen tijd al ruim tíen keer op dat ik dingen, inderdaad, bij voorbaat geregeld nogal somber inzie. Het gaat om kleine dingen: dingen die vast niet zullen lukken, niet leuk zullen zijn of wel weer zullen tegenvallen. Het zijn minstens een paar van dit soort gedachten per dag en soms spreek ik ze nog hardop uit ook. Ik ben er niet trots op, nee. Ik wíl helemaal niet zo zijn.
Zo liep ik op een donderdagmiddag naar een koffietentje omdat ik mijn boek daar wilde uitlezen. Terwijl ik onderweg was, betrapte ik mezelf op de gedachte: zul je zien dat er geen plek is. Een aanleiding voor die gedachte was in geen velden of wegen te bekennen. Er is immers altíjd plek bij dit tentje, waarom zou dat vandaag niet het geval zijn? Ik snap niet waarom ik überhaupt over die mogelijkheid moest nadenken. Dat zie ik dan toch wel als ik er ben? Je snapt; dat werd een interessant gesprek met mezelf. (En ja, er was gewoon plek en ik heb heerlijk zitten lezen die middag.)
Au…
Een paar dagen later hoor ik mezelf in een meeting tegen mijn Flow-collega’s zeggen dat ik ‘waarschíjnlijk op vakantie ga, maar alleen als ik geen corona oploop voor die tijd’. Direct daarna baal ik. Waarom kan ik niet gewoon vol enthousiasme vertellen over mijn vakantieplannen, zoals een ander dat zou doen? Ik heb er immers hartstikke veel zin, waarom kan ik dat niet gewoon uitspreken?
Een week later, als ik in de stralende zon aan een cocktail in Portugal zit (want ik liep dus géén corona op voor vertrek), denk ik nog even terug aan dat moment. Ik voel een verdrietig steekje; ik vind het eigenlijk best wel rot voor mezelf dat ik dingen vaak wat negatief inzie. Waar komt dat vandaan? Hoe worden die gedachten gevoed en: kan ik er iets aan veranderen?
Gewoon proberen
En dat wil ik de komende tijd gaan onderzoeken; hoe krijg ik dat glas weer wat vaker halfvol. Ik moet daarbij meteen opmerken dat ik níet geloof in giftige positiviteit: je kunt niet alles wat lelijk is mooi maken en je kunt sowieso niet alles veranderen. Het leven is minder maakbaar dan vaak wordt beweerd. Maar wellicht zijn er manieren om mezelf meer positieve dan negatieve gedachten aan te leren. Ik ben benieuwd of het mijn kijk op het leven kan veranderen. Al is het maar een beetje. Misschien.
Terwijl ik dit schrijf dringt de gedachte: maar misschien ook niet, zich aan mij op. Die duw ik maar even hardhandig aan de kant. Laat ik het nou eerst maar gewoon eens proberen.
Tekst Merel Wildschut Fotografie Beetje Home (Beate Vieth)