De momenten dat er iets helemaal misgaat, we laten ze het liefst snel achter ons. Toch is het ook goed om er even bij stil te staan, vindt journalist Caroline Buijs.
Wanneer ik als kind naar beneden keek, zag ik onder mijn jurk meestal twee geschaafde knieën – al dan niet afgedekt met een pleister. Al buiten spelend of rennend naar school struikelde ik talloze keren: struikelen hoorde bij mijn kinderleven zoals zingende merels bij het voorjaar. Pas later werd struikelen opeens iets gênants: op de middelbare school bijvoorbeeld, wanneer ik midden in de kantine uitgleed over een sjaal, precies voor de ogen van de jongen op wie ik verliefd was. Of, nog erger, toen ik als onwennige student in Amsterdam met mijn fiets in een tramrails reed en in een volle winkelstraat onderuitging.
Even stilstaan
Struikelen of vallen blijft natuurlijk niet beperkt tot je kindertijd, al gebeurt het misschien niet meer letterlijk. Want struikelen is ook: je tentamen niet halen. De liefde die verkeerd afloopt. Een project beginnen en moeten constateren dat het niet loopt. Een studie kiezen die het toch niet helemaal blijkt te zijn. Je inschrijven voor een tekencursus en na twee lessen nooit meer terugkomen omdat je bang bent voor de tekenjuf. Een praatje houden voor een volle zaal en zien dat je publiek afdwaalt. ’s Morgens vlak voor het weggaan uitvallen naar je kinderen en de hele dag met een rotgevoel blijven zitten. Struikelen hoort erbij, en als het goed is leer je er ook weer wat van: ó ja, zo moest het dus niet. Want als je struikelt, kom je even tot stilstand en zou je kunnen nadenken over wat er nou niet helemaal lekker ging. Jammer eigenlijk, dat je aan dat moment van tot stilstand komen vaak te snel voorbijgaat.
- In Flow 2 lees je meer over het mooie van struikelen.
Tekst Caroline Buijs Illustraties Yinfan Huang