Een gemiddeld mens weet meer over de dinosaurus dan over de regenworm in zijn tuin. Wat kun je zelf doen voor meer insecten in je tuin? 10 tips.
- ‘Al wat rot is ons genot’, zeggen entomologen. Kleine beestjes zijn gek op dood hout, gestapelde stenen, dode bladeren en ander tuinafval.
- Laat een stukje van je tuin verwilderen, met lang gras, brandnetels en planten die er spontaan gegroeid zijn. Op één vierkante meter kan zo al een insectenrijk stukje ontstaan.
- Onder meer insecten en larven van vlinders overwinteren in dode stengels. Laat die tot na de winter staan en je hebt in het voorjaar veel meer leven
in je tuin. - Een insectenhotel is een goed begin, maar een groot deel van de wilde bijen, hommels en andere insecten nestelt in de grond. Schoffel en hark dus zo min mogelijk.
- Vul je tuin of balkon aan met inheemse planten, bomen en struiken: vegetatie die al sinds de ijstijd in Nederland groeit en waar veel insecten afhankelijk van zijn. Kies voor veel verschillende planten in je tuin.
- Zorg voor een ‘bloemenboog’: verschillende planten die elkaar in bloeitijd overlappen van voorjaar tot herfst.
- Vlinders houden van schermbloemen (met veel kleine bloemetjes op een steel). Ook belangrijk: bloemen waarvan de nectar makkelijk te bereiken is. Bij een gecultiveerde roos met een dichte bloem bijvoorbeeld, kunnen insecten niet bij de nectar komen.
- Koop je planten bij een biologische kwekerij zoals Deheliant.nl, Hessenhof.nl of Ecoflora.be. Tip: niet het voorjaar, maar het najaar is de beste tijd om te planten en te zaaien.
- Inspireer je buren om ook mee te doen, samen bereik je meer.
- De app iNaturalist voor ‘citizen science’: handig om organismes te determineren.
- Een stapje verdergaan? Probeer dan eens bijen te houden.
Tekst Jocelyn de Kwant Fotografie Michele Bergami/Unsplash.com