Meedoen aan een workshop van zanger Leoni Jansen terwijl je niet kunt zingen, hoe ongemakkelijk is dat? Journalist Jocelyn de Kwant deed het en ontdekte iets onverwachts.
Samen met twee mannen en zes andere vrouwen is Jocelyn op ‘Bezingingsweekend’. Hier lees je waarom ze besloot mee te gaan en waarom het weekend zo veel losmaakt.
Bij elk lied zingen we een deel ‘unisono’, dus allemaal dezelfde toonhoogte, en een deel meerstemmig. Soms doe ik met de middelste stemmen mee, meestal met de lage stemmen. De liedjes die we oefenen, blijven ’s nachts door mijn hoofd gaan. Ik betrap me vaak op neuriën en herhaal steeds zinnetjes. Everyday I love you more. She’s got it. Zelfs het Afrikaanse volkslied dat we aan het oefenen zijn.
“Zingen speelde vroeger een veel grotere rol in het dagelijks leven,” zegt Leoni. “We zijn gaan denken dat zingen is voorbestemd voor mensen die er bovengemiddeld goed in zijn. Maar het is gewoon een manier die mensen al sinds het begin der tijden gebruiken om het groepsgevoel te versterken, elkaar te vermaken, te troosten. Ik zeg altijd: je kunt niet tegelijk praten en één zijn, maar je kunt wel tegelijk zingen en één zijn.”
Nu komt het: ik zing vals
Tot mijn eigen verbazing kan ik nog steeds aardig meekomen en onthoud ik de toonhoogtes zonder veel problemen. Soms stopt Leoni ons abrupt en schiet meteen door mijn hoofd: nu komt het, ik zing vals. Maar langzaam maar zeker wen ik eraan dat het bij meerstemmigheid normaal is dat iemand net een verkeerde toon aanslaat.
Ik blijk niet de enige te zijn in de groep die iets te overwinnen heeft. Eén cursist is meegekomen met haar vrouw, maar halverwege komt het eruit: ze is eigenlijk doodsbang om mee te doen. “Jeetje, ik wist niet dat jij zo vals kon zingen,” zei iemand tegen haar nadat ze had gezongen op haar eigen bruiloft. Zingen was een deel van haar leven, maar na die opmerking was dat over. “Eigenlijk zit ik nog steeds te wachten tot een van jullie ontdekt dat ik hier helemaal niet hoor te zijn.”
Ik kijk haar stomverbaasd aan, dit had ik niet verwacht. Maar volgens Leoni wordt het vaker gedeeld tijdens workshops: vrienden of ouders vinden het soms nodig om een nare opmerking te maken. “En het gekke is, je hoeft zoiets maar één keer te horen en het doet alle complimenten teniet. Ergens is erin geslopen dat je alleen recht hebt om te zingen als je elke noot zuiver zingt. Maar ik kan verklappen: iederéén zit er weleens naast. Ik ook!”
Boring!
Ze vertelt een verhaal over de Chinees-Amerikaanse componist en cellist Yo-Yo Ma. Altijd streefde hij naar het perfecte concert. En op een dag lukte het ook. Het perfecte concert. En wat bleek? It was boring! Sindsdien vertelt hij aan wie het maar wil horen: optreden doe je niet om iets te bewijzen en te laten zien hoe goed je bent. Je treedt op om iets te delen met mensen. “It’s not about perfection, it’s about expression.”
Wat doen we elkaar eigenlijk aan met onze kritiek? Ik denk terug aan al die momenten dat ik me plaatsvervangend schaamde als iemand een valse noot zong. Misschien er zelfs om heb gegniffeld. Maar waarom eigenlijk? “Ik denk dat het met onze calvinistische cultuur te maken heeft,” verklaart Leoni later, als we samen even uitrusten in de tuin. “Onbewust speelt bij ons toch de gedachte: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.”
In Zuid-Afrika, waar Leoni veel muziekprogramma’s heeft gemaakt, ontdekte ze dat dat ook heel anders kan. “Daar is zingen part of life. Iedereen doet het en niemand zegt er iets van als je vals zingt. Sterker nog, dikwijls maakte ik mee dat iemand totaal vals zong bij een auditie, maar helemaal verrast was dat ik haar niet uitkoos.”
Gelukshormoon
In Nederland hebben we geen zangcultuur. Niet méér, althans. Leoni ontdekte een verzamelalbum van een Fransman die oude Nederlandse volksliedjes opspeurt, Pays-Bas: chansons oubliées. Ooit zongen we wél samen, en niet alleen in de kerk.
Samen zingen heeft een heel lange evolutionaire geschiedenis. We maakten al muziek voordat we überhaupt kleren droegen, blijkt uit onderzoek. Naarmate onze samenlevingen complexer werden, werden de muzikale uitingen dat ook. Hoogleraar muziekcognitie Henkjan Honing zei naar aanleiding van zijn boek Iedereen is muzikaal in het Parool: “Mensen denken bij muzikaliteit aan Prince of een operazangeres, maar muzikaliteit gaat ook over het vermogen om muziek te herkennen, te maken en te waarderen. Het is net als taal, iedereen verstaat het.”
Slechts vier procent van de mensheid is echt toondoof, de rest herkent en onthoudt zonder problemen toonhoogtes en ritmes. Uit onderzoek blijkt dat mensen tijdens het gezamenlijk musiceren zelfs hormonen zoals oxytocine aanmaken, die ook een rol spelen bij vriendschap en zorg voor anderen. Muziek was voor onze verre voorouders een bindmiddel. En dat niet alleen, het was ook een manier om aan andere stammen te laten zien hoe hecht en georganiseerd de groep was. Om zo kracht te tonen.
Door de tranen heen
En krachtig voel ik me, als we de laatste dag nog één keer het optreden repeteren dat we de afgelopen dagen hebben geoefend. Niet dat we echt gaan optreden, maar Leoni vindt het leuk om af te sluiten met een climax. Dus hebben we een volgorde bedacht voor de nummers die we zingen, inclusief een simpele choreografie met afspraken over wie waar staat en welke bewegingen we maken.
Als we ons opmaken voor de finale ben ik zowaar een beetje zenuwachtig. Van tevoren neemt Leoni me even apart. “Jouw opdracht is nu om gewoon plezier te hebben.” Wonder boven wonder lukt het. Als ik mijn twee zinnen solo zing, sterf ik niet meer duizend doden zoals de eerste dag. De stem in mijn hoofd is stil. Ik zing ze gewoon. Met tranen in mijn ogen, dat wel.
Meer lezen
- Een zangworkshop volgen terwijl je niet kunt zingen: “Ik stopte abrupt omdat ik niet wilde huilen.”
- Lees meer verhalen en levenslessen in de nieuwe Flow.
- Ook op muziekles? 4 tips die je het laatste zetje geven.
Tekst Jocelyn de Kwant Fotografie Getty Images
Gepubliceerd op 16 november 2023