DIY in één middag: repareer je spijkerbroek met de sashiko-techniek

Crafter Ellen Nij Bijvank laat zien hoe je je spijkerbroek repareert – en mooier maakt – met de sashiko-techniek.

Met sashiko repareer je een kledingstuk niet alleen – zodat het weer wat langer meegaat –, het borduursel maakt het ook heel persoonlijk. De Japanse borduurtechniek is bovendien makkelijk onder de knie te krijgen: de enige steek die je hoeft te maken is de rijgsteek. Traditioneel wordt sashiko met een contrasterende kleur garen gedaan, dus wit bij een donkerblauwe stof. Dat het stiksel daardoor opvalt, is juist de bedoeling.

Dit heb je nodig

spijkerbroek (of ander kledingstuk) met een gat • schaar • restjes stof • knopspelden • naaigaren in contrasterende kleur • (lange) naald • liniaal • kleermakerskrijt/uitwisbare pen • sterk (wit) garen (bijv. borduurkatoen of speciaal sashiko-garen)

Zo gebruik je de sashiko-techniek

Kies een lap stof en knip een stukje uit dat rondom een paar centimeter groter is dan het gat dat je wilt repareren. Bedenk alvast of je het lapje onder het gat of juist erbovenop vast wilt maken. Kies ook de kleur draad.
Knip eventuele lange draden rond het gat in de broek weg. Leg het lapje stof (in dit geval) onder het gat. Zet het vast met spelden en naai het met het gele naaigaren met een paar grove rijgsteken vast. Dit hoeft niet netjes, het zorgt er nu alleen even voor dat de stof niet kan verschuiven. Straks haal je deze draad weer weg. Let op: zet het lapje niet te strak vast, je moet later je knie nog kunnen buigen. Pas ook op dat je de broekspijp niet dichtnaait, je moet echt met je ene hand de broekspijp in tijdens het borduren.
Teken met het krijtje of uitwasbare pen een grid over het gat op de broekspijp: verticale lijnen op een 1/2 cm van elkaar en dan horizontale lijnen, ook weer op een 1/2 cm van elkaar. Het grid maakt het borduren straks een heel stuk makkelijker. Verdwijnen de krijtlijnen te snel? Ga er dan nog even overheen met de uitwasbare pen. Je kunt het grid zo groot maken als je zelf wilt. Het hoeft niet per se vierkant te worden, je kunt afwisselen in hoogte en breedte of het rond maken: net wat je mooi vindt.
Knip een stuk draad af van ca. 60 cm en maak een knoopje aan een uiteinde. Ga met naald en draad de broekspijp in en steek op een hoekpunt van je getekende grid weer door de stof naar buiten. Dat is je startpunt. Maak eerst alle verticale lijnen: elke rijgsteek is net zo hoog als een vakje dat je hebt getekend: 1/2 cm. Als je één rij steken hebt gemaakt, ga je over de volgende lijn weer naar beneden: laat de steken precies afwisselen met de steken van de vorige rij (zie ook illustratie op Flowmagazine.nl/sashiko). Let op dat je het lapje aan de binnenkant van de broekspijp meeneemt tijdens het borduren. Trek de draad niet te hard aan, de stof moet niet onder spanning komen te staan. Borduur liever wat te los dan te strak.
Als je alle verticale steken hebt gemaakt, ga je verder met de horizontale. Deze borduur je niet over de streepjes van het grid, maar precies ertussenin: ze kruisen de verticale steken (zie ook illustratie op Flowmagazine.nl/sashiko). Hecht aan het einde de draad af door hem aan de binnenkant van de broekspijp een paar keer onder een steek door te halen en er eventueel een knoopje in te maken. Zie je na het borduren het grid nog? Krijtlijnen veeg of borstel je zo weg. De lijnen van een uitwasbare pen verwijder je óf met water óf met hitte (strijkijzer). Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van de pen die je hebt gebruikt.
Klaar! Bij het rode lapje op de andere broekspijp zie je het effect als je het lapje niet onder maar boven op het gat vastmaakt. Bovenaan bij de zak zijn nog wat kruissteekjes gemaakt, gewoon voor de sier.

stap 1 en 2