Om te leren breien heb je niet per se een handige oma of een reeks workshops nodig. Met een beetje geduld (en met behulp van wat filmpjes), kun je jezelf makkelijk de basissteken aanleren. Hieronder vind je verschillende steken voor het breien.
En voordat je van start gaat, check ook vooral deze gids voor de beginnende breier.
Steken opzetten
Leren breien begint met het opzetten van de steken. Vaak staat in het patroon aangegeven hoeveel steken je op moet zetten. Probeer dit niet te strak te doen, om te voorkomen dat je werk later kromtrekt. In dit filmpje wordt in het Nederlands duidelijk uitgelegd hoe dat opzetten precies in z’n werk gaat. Op dezelfde website leggen ze uit hoe je de beginsteek maakt (de lus die om je breinaald gaat).
Rechte steek
Heb je het opzetten van steken eenmaal in de vingers, dan kun je beginnen met breien. Het makkelijkst om aan te leren is de rechte steek (ook wel de ribbelsteek genoemd). Het is de basis van het breien en je kunt het in veel werken gebruiken. In dit filmpje wordt het uitgelegd.
Averechtse steek
Is het broertje van de rechte steek, en net zo onmisbaar. Je kunt de steken los van elkaar gebruiken (je complete werk recht of averecht breien) of ze combineren. Met dat laatste (de ene rij recht, de andere rij averecht) creëer je de bekende tricotsteek (een patroon van v’tjes aan de voorkant). In dit filmpje zie je hoe je dat doet.
Tricotsteek
Lukt het je om de rechte en averechte steek te maken? Dan heb je eigenlijk ook meteen de tricotsteek, waarbij je de twee steken combineert, onder de knie. De steek wordt vaak gebruikt voor breiwerken als truien, sjaals en vesten. In dit filmpje wordt ie goed uitgelegd.
- Meer blogs over breien vind je hier.
- In onze Flow-special Make it yourself vind je meer creatieve projecten.
Fotografie Les Triconautes/Unsplash.com