Het is hoog tijd dat we ons streven naar welvaart bijstellen, vindt schrijver, mentor en ondernemer Kees Klomp. Hij pleit voor de betekeniseconomie waarin welvaart, welzijn en welbevinden met elkaar in balans zijn.
Waarom moet ons economische systeem veranderen?
“De economie van nu is eigenlijk een kunstmatig verhaal over de samenleving en hoe mensen in elkaar zitten. Door het idee dat de economie alsmaar moet groeien en iedereen een zo hoog mogelijke levensstandaard nastreeft, is er op ecologisch gebied een ramp aan het ontstaan – denk aan problemen als klimaatverandering, ineenstorting van biodiversiteit, ontbossing, uitputting van de bodem en plastic vervuiling. Ook zijn er sociale gevolgen, want de welvaart is ongelijk verdeeld. De rijkste mensen worden steeds rijker en de kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter. Daarnaast is er sprake van een individuele crisis. Het aantal mensen met een depressie neemt toe, er zijn burn-outs en verslavingsproblemen. En dat komt doordat we een wereldbeeld hebben omarmd waarin alles draait om geld, winstmaximalisatie, individueel succes en status. Decennialang is dat gepresenteerd als het ultieme doel: zolang de economie maar groeit en we steeds welvarender worden en meer geld verdienen, komt het allemaal goed.”
Het alternatief is volgens jou de betekeniseconomie.
“Ik denk dat het goed is om met z’n allen een nieuw systeem te bedenken dat toekomstbestendig is en uitgaat van een heel andere manier van kijken naar het bestaan. Dat denken noem ik de betekeniseconomie. Die gaat ervan uit dat al het leven in de biosfeer met elkaar verbonden is en afhankelijk van elkaar. Als mens zijn wij een van de miljoenen soorten in dat delicate levensweb, net als dieren, planten en schimmels. Maar in het huidige economische denken gaan we uit van een autonome wereld die er alleen en uitsluitend is voor mensen, waarbij we net doen alsof er geen relatie is met de rest van het leven op aarde. Ook belangrijk in de betekeniseconomie is het besef dat elk levend wezen op aarde een bedoeling heeft. Als je in het bos bent, zie je dat alles daar een rol heeft in het grotere geheel. Dat geldt ook voor de mens. Het overheersende idee op dit moment is dat mensen homo economicus zijn, hun eigenbelang nastreven en via de markt hun behoeftes willen bevredigen. Dat doet geen recht aan onze rol: die is niet economisch, maar ecologisch. Dat betekent dat je als mens ook een onderdeel bent van de natuur. We bestaan als soort bij de gratie van andere soorten en zijn allemaal afhankelijk van elkaar. Als je uitzoomt op de aarde, verdwijnt de economie en blijft alleen ecologie over. Ik denk dat wij mensen nu ook vaak in een zingevingscrisis zitten omdat we niet meer zien dat wij – net als al het andere leven – een rol hebben in het grotere geheel.”
Je zegt ook: het draait in de betekeniseconomie om bloei en niet om groei.
“Het gaat in de betekeniseconomie niet om het maximaliseren van welvaart, maar om het optimaliseren van de balans tussen welvaart, welzijn en welbevinden. Welvaart gaat over materiële waarde en geld. Welzijn zegt iets over de kwaliteit van onze leefomgeving en kun je meten; bijvoorbeeld bodemgesteldheid, luchtkwaliteit en de mate van sociale inclusie. Welbevinden ten slotte gaat over hoe gelukkig je je voelt en is dus subjectief. Uit onderzoek weten we dat die drie w’s in een ideale situatie in evenwicht zijn. Mensen moeten gelukkig zijn, de gemeenschapsgoederen moeten floreren en er moet voldoende geld zijn. Maar uit onderzoek van de Technische Universiteit Eindhoven blijkt dat sinds 1960 in Nederland de welvaart alleen maar is gegroeid ten koste van welzijn en welbevinden. We zijn drie keer rijker geworden, de economie is driehonderd procent groter maar ons niveau van welzijn en welbevinden is niet verder toegenomen, maar zelfs gedaald. De groei van het bruto binnenlands product doet dus niets voor ons geluk en de kwaliteit van leven. Bloei gaat over het moment waarop welvaart, welbevinden en welzijn samenvallen. In de Happy Planet Index staat Costa Rica op nummer één. Dat land heeft een economie die ongeveer een kwart kleiner is dan die van ons, maar op welzijn en welbevinden scoort het hoger dan Nederland. Een prachtig voorbeeld van een land dat die drie w’s in balans heeft.”
Minder groei is dus helemaal niet zo erg als wordt beweerd.
“Nee, helemaal niet. Onze definitie van geluk draait nu om het individu, om mijn kwaliteit van leven, mijn plezier, mijn huis, mijn bezit. Als je daarin vastzit, heb je veel geld nodig – en steeds meer, om dat geluk te bereiken. En als je het niet hebt, word je ongelukkig. Maar er is ook een ander verhaal mogelijk. Er is een beweging van economen, de degrowth-beweging, die zegt dat de economie juist moet krimpen in plaats van groeien. Dat is een heel ander perspectief. Maar het is wel een lastige boodschap, want het is natuurlijk plezieriger om te denken dat je vrolijk kunt doorgaan op de oude voet. Onze hedonistische cultuur die is ontstaan, zegt dat je maar één keer leeft: haal alles eruit wat erin zit en word gelukkig door te consumeren. Het is niet makkelijk om op een heel andere manier te gaan kijken naar onszelf en naar het bestaan, maar ik geloof dat het kan en zie ook allerlei dingen ontstaan waaruit dat blijkt.”
Wat voor initiatieven zijn dat?
“Ik zie veel in de beweging van de ‘commons’, dat zijn coöperaties van burgers die niet meer meedoen in het systeem van de markt en de staat, en die het met elkaar zelf regelen. Dat zie je nu wereldwijd gebeuren. Mensen gaan met elkaar voedsel verbouwen, energie opwekken of bouwcoöperaties oprichten waarbij je met elkaar een stuk grond koopt en een woongemeenschap opzet. Ook belangrijk is de opkomst van sociale ondernemers. Dat zijn ondernemers die de maatschappelijke missie centraal zetten. Ze verdienen geld en verbeteren tegelijkertijd de wereld. Sociale ondernemers waren in eerste instantie kleine onbetekenende idealisten, maar tegenwoordig zijn het de meest aansprekende bedrijven. Mijn studenten willen allemaal werken voor Tony’s Chocolonely, De Vegetarische Slager of Seepje, terwijl conventionele bedrijven die onderdeel zijn van het probleem geen talenten meer kunnen vinden. Daarnaast staan steeds meer burgerhelden op om rechtszaken te voeren tegen vervuilende bedrijven. In Engeland heeft een aantal klimaatactivisten de directie van hetzelfde bedrijf op persoonlijke titel voor het gerecht gesleept voor ecocide. In Nieuw-Zeeland kreeg een groepje Maori’s het voor elkaar dat rivieren nu dezelfde rechten hebben als mensen, omdat ze die als een soort broer of zus beschouwen. Ook dit soort initiatieven is heel belangrijk.”
Eigenlijk moeten we uitgaan van een heel ander mensbeeld, zeg je in je boek Betekeniseconomie.
“De homo economicus is een karikatuur om mensen in economische modellen te laten passen en vervolgens is dat een soort selffulfilling prophecy geworden. Maar er bestaat een veel ouder mensbeeld dat meer recht doet aan hoe mensen daadwerkelijk zijn: de homo florens. Om een florerend mens te zijn draait het om twee dingen: verbinding met andere mensen en zingeving. Het gevoel hebben dat je een rol hebt en van betekenis bent. Zolang we homo economicus blijven, worden we nooit gelukkig. Dan wil je continu meer hebben. Je blijft consumeren en bezit nastreven, in de hoop dat je ooit een gevoel van vervulling vindt. Maar dat bereik je niet zonder zingeving en verbinding. Als we de homo florens in onszelf omarmen, is verandering echt mogelijk. Dan gaan we naar een systeem waarin je als mens floreert binnen het grotere geheel van al het leven.”
Meer lezen
Tekst Sjoukje van de Kolk Illustratie Keely Reyes