Een ode aan de fantasie

Door een boek, een film, je eigen verbeelding: fantaseren rekt de grenzen op van je leven, ontdekte journalist Annemiek Leclaire in Flow 6.

‘Haar haar ruikt naar bloemen. De dag is kalm. De zon is nog onaf, de rivier morst met licht.’ Dat zie je voor je, toch? De Amerikaanse schrijver James Salter schetst het opstaan van Nedra, moeder van twee jonge meisjes, op een zomerochtend in een huis aan de Hudson, een rivier vol steur en karper. Het is een passage uit zijn roman Lichtjaren, een van de mooiste boeken die ik ken, iedere zin een schilderij.

Zo brengt het gezin hun vakanties door: ‘In de zomer gingen ze naar Amagansett. Houten huizen. Blauwe, blauwe dagen. Zomer is het middaguur van hechte gezinnen. Het uur van de stilte waarin alleen de zeevogels te horen zijn. De luiken zijn dicht, de stemmen rustig. Nu en dan klettert er een vork. Pure lege dagen. De zee is zilver, ruw als schors.’

Denkbeeldige werelden

Ik las Lichtjaren midden in coronatijd. Ik deed iets wat ik anders nooit doe als het geen vakantie is. En ook zelden als het wél vakantie is trouwens. Ik pakte een roman. Ik lag ziek in bed, werd overspoeld door tijd en dat was aanleiding om zonder schuldgevoel de wetenschappelijke boeken die ik normaliter onafgebroken voor mijn werk en opleiding lees, te durven verruilen voor iets wat niet meteen nut had. Want dat is toch hoe ik fictie zie, of liever gezegd zág: als iets waarin je je pas mag onderdompelen als de rest gedaan is. Iets voor de lange zomervakantie, als je he-le-maal tot rust bent gekomen.

Ik was niet de enige die de fictieve wereld opzocht. Eind maart rapporteerde de Britse krant The Guardian dat de boekverkoop flink gestegen was nu lezers wat extra tijd hadden. De boekwinkels meldden een aanzienlijke stijging van de verkoop van langere romans en klassieke fictie. De verkoop van non-fictieboeken was daarentegen met dertien procent gedaald, omdat, zo meldde het artikel, ‘lezers troost zochten in denkbeeldige werelden.’

Nu we buiten geen kant op konden, moesten we maar de binnenwereld verlevendigen met beelden, woorden, landschappen en vergezichten. Avonturen beleven die we zelf moesten missen. Die verplaatsing naar een andere realiteit is de reden dat mensen in allerlei vormen van gevangenschap zo hartstochtelijk graag lezen. Toen de Amerikaanse schrijver Leslie Schwartz in 2014 werd veroordeeld tot negentig dagen cel vanwege rijden onder invloed, verslond ze een roman per dag.

‘De literatuur redde me,’ schrijft ze op het blog Literary Hub. De komst van een nieuw boek was beter dan wat dan ook ter wereld. ‘Better than daytime. Better than the moon.’ Ze las onder meer All the light we cannot see van Anthony Doerr (in het Nederlands vertaald als Als je het licht niet kunt zien). En de gedichten van Mary Oliver, de dichter van wie bekend is dat ze potloden in de bomen in de buurt verstopte, zodat ze haar gedachtes tijdens een wandeling meteen kon noteren. Kennelijk had ze wel een notitieboekje op zak.

‘Als ik deze boeken opende, zag ik in mijn verbeelding de hele cel zich vullen met woorden,’ schrijft ex-gevangene Schwartz. Je ziet het voor je, slierten van zinnen die zich als toonladders van de bladzijden losmaken en de kille cel in zweven.

Ontsnappen aan de realiteit

“Fantasie, of het nu in boeken of films is, brengt ons in contact met dat wat we zelf niet kunnen en niet durven, met wat niet in ons bereik ligt,” zegt ontwikkelingspsycholoog Gerrit Breeuwsma van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij promoveerde op de werking van de verbeelding. “In dat opzicht kunnen we er op een veilige afstand aan meedoen, als in een soort proeftuin.”

Ontsnappen aan de dagelijkse realiteit kan iets heerlijks zijn, maar we leren er ook van. Het fictieve verhaal van het echtpaar Nedra en Viri – twee mensen die we in Lichtjaren treffen als de belofte van hun glorieuze leven van binnenuit wordt verteerd – leert meer over de dynamiek van een huwelijk dan mening vakmatig psychologieboek.

Alleen een romanschrijver als Salter kan dat zich ontrafelende vlechtwerk zo woordje voor woordje vormgeven. Je huivert, hoopt, verlangt mee, denkt: o nee toch. De hele tragiek van deze twee zoekende, romantische mensen siddert door je heen. Door deze imaginative leap, deze sprong in de verbeelding, ontwikkelen we volgens de Britse filosoof Roman Krznaric een manier om zowel affectieve als cognitieve empathie te ervaren. Dat wil zeggen: we kunnen meevoelen met mensen die we niet kennen en ons in hun gedachtegang verplaatsen.

‘We kunnen ons nu hun perspectief voorstellen,’ schrijft Krznaric in zijn boek Empathy. ‘Net als hun wensen, hun hoop en overtuigingen.’ Dat voorstellingsvermogen oefenen maakt ons betere mensen, omdat we dan in ons handelen ook andermans belangen kunnen betrekken.

Het verschil tussen lekker wegdromen en ervan kunnen leren, is misschien wel het belangrijkste verschil tussen feelgoodliteratuur en ‘echte’. Of valt die grens niet zo hard te trekken? Gistermiddag zat ik met blote benen en een glas wijn naast me op het balkon onder de magnoliaboom hardop te lachen om het luisterboek The pursuit of love van Nancy Mitford uit 1945, gesitueerd op het aristocratische Alconleigh – de fictieve naam voor het landhuis in Oxfordshire in Engeland waar Mitford haar jeugd doorbracht.

Ik was op het idee gebracht door een artikel in The Financial Times met als titel ‘Audio books to transport the mind away from lockdown anxieties’. Maar in de ogenschijnlijke luchtigheid van het boek zit naast de schandalige humor ook flink wat wijsheid – van die zinnetjes die de sluimerende gevoelens die in ons eigen onderbewuste ronddobberen ineens een vorm geven, als glasblazers doen met glas. En je denkt: aha, dat is dus wat ik altijd voel! Ook al is het een verzonnen verhaal.

Een ander heilzaam effect van fictie is dat die ‘mogelijke wereld’, zoals Gerrit Breeuwsma dat aanduidt, ook weer tot een einde komt. “Je neemt deel aan een andersoortige wereld die binnen het domein van het boek op een heldere manier afgerond wordt, terwijl ons eigen leven vaak een samengeraapt zooitje is. Juist in onzekere tijden, waarin ongemak en leed onafzienbaar lijken, kan dat helpen,” zegt hij.

De realiteit leren verstaan

Is het niet vreemd hoe je soms zó kunt vergeten wat je gelukkig maakt? Het plezier van die fictieve werelden, het weldadige wegzinken. Als tiener las ik op zomeravonden in de tuin de romans van Daphne du Maurier en als ik tegenwoordig over een meer uitkijk, ontwaar ik nog weleens piraten.

Als je het leven zo helemaal zelf moet vormgeven – zoals velen van ons tegenwoordig gewend zijn omdat we voor onszelf werken, alleen leven of ons uit andere traditionele structuren hebben losgemaakt – kan dat wat duidelijk nut heeft houvast bieden. Voor mij tenminste wel. Soms voel ik me nog steeds als een scheepje op een oneindige zee, en dan helpt het gevoel tenminste lekker nuttig bezig te zijn me om koers te houden.

Ik wist dan wel bij wakker worden even niet zo goed waar ik met mezelf naartoe moest, maar ik heb aan het einde van de dag toch maar mooi een artikel afgemaakt, een groentesoep in elkaar gedraaid en de keukenkastjes schoongemaakt. Wat ik daarmee wil zeggen: door die tegelijk handige en soms wat sneue productiviteitsdwang sneuvelt dus de fictie, en de fantasiewereld die me van kinds af aan zo aantrok. Dat verarmt toch een beetje.

“Fantasie heeft in het algemeen niet zo’n goede naam,” zegt Breeuwsma. “Dat komt mede door Sigmund Freud, die opgaan in een fantasiewereld zag als het onvermogen je tot de volwassen realiteit te leren verstaan. Dagdromen zag hij als een infantiele regressie.” We hebben veel van Freuds ideeën gelukkig achter ons gelaten, maar fantasie nemen we nog steeds niet serieus. Volgens Breeuwsma is dat een misvatting, want het vermogen je iets te kunnen verbeelden, is de sleutel van de menselijke vooruitgang.

Niet alleen andermans verbeelding, ook die van onszelf is veel belangrijker voor ons dan we in deze tijd van taken afvinken en voortmaken weleens denken. ‘Ons succes als soort is ervan afhankelijk,’ schrijft de Britse psychiater Anthony Storr in Solitude; in het Nederlands vertaald als De kracht van het alleenzijn. Zonder verbeelding zouden we bijvoorbeeld geen godsdienst, muziek, literatuur en schilderkunst hebben. Zonder verbeelding zou de mens in de evolutie nooit de volgende stap voorwaarts gemaakt hebben.

creatieve hobby's
9 creatieve hobby’s om deze herfst te proberen

Creatieve verbeelding

Het soort fantasie dat we als mens zelf creëren, ontstaat volgens Storr door de discrepantie tussen binnen en buiten. Onvrede en verlangen zijn de brandstof voor de creatieve verbeelding. We geven in ons hoofd vorm wat we wensen: een prachtig huis ergens met uitzicht op zee, een affaire met iemand die je diep in de ogen kijkt. Misschien heb je kinderen in je droomleven, of geld om op reis te gaan. Dat waar het ons aan ontbreekt, neemt de vorm aan van visioenen, zo wordt het toch een beetje realiteit. Niks mis mee toch? In ons hoofd zijn we vrij.

Bij dromen en dagdromen komt het bewustzijn op een lager pitje, volgens psycholoog Breeuwsma, waardoor er in je hoofd verbanden kunnen ontstaan die je langs rationele weg nooit had gevonden. “Fragmenten van vroeger en ongerijmde beelden worden onbewust gekoppeld aan nieuw materiaal, bijvoorbeeld een reclamebord dat je ziet langs de weg. Zo ontstaan er nieuwe formaties in je hoofd. Dat dag- dromen ligt ten grondslag aan heel wat wetenschappelijke uitvindingen.”

De Nederlandse filosoof, technoloog, kunstenaar en ontwerper Koert van Mensvoort wijst in zijn lezingen graag op het belang van de verbeelding voor een betere toekomst. “Het is het domein van de dromers, de dichters, de sciencefictionschrijvers,” zegt hij in een van zijn TED Talks. “Verbeelding wordt onderschat door de meer praktische mensen, maar het is wel de geboortekamer van alle nieuwe technologie.”

En daarvoor moet je juist dat nuttigheidsdenken loslaten. Het maakt niet uit of het mogelijk of niet mogelijk is. Orde brengt namelijk verstijving in plaats van creativiteit. Je geeft het brein anders niet de gelegenheid nieuwe associaties tussen gedachtes te vormen, schrijft neurowetenschapper Srini Pillay, verbonden aan de Harvard Medical School, in Tinker dabble doodle try.

Een scherpe en logische focus is belangrijk, bijvoorbeeld bij het schrijven van dit stuk. Maar om op ideeën te komen, helpt het om even naar achter te leunen. Zo ontstaan er nieuwe routes in je hoofd.

Verhalen voor je binnenwereld

Dat sommige mensen een veel levendiger verbeelding hebben dan anderen heeft volgens psycholoog Breeuwsma te maken met onze kindertijd. “Onderzoek toont aan dat kinderen die veel alleen zijn geweest, meer creativiteit en verbeelding laten zien in hun latere leven.” Hij pleit er dan ook voor dat we kinderen wat meer aan hun lot overlaten, dat we het aandurven ze lege oningevulde tijd te geven, al zouden ze klagen over verveling.

Want juist dan komt het soort verbeelding op gang waaraan ze hun leven lang wat hebben. “Alleen zijn heet in de media tegenwoordig altijd meteen ‘eenzaamheid’, maar het is heel belangrijk om je eigen binnenwereld te leren ontdekken.”

Gerrit Breeuwsma geeft de zusjes Anne, Emily en Charlotte Brontë als voorbeeld, die in de negentiende eeuw in een pastorie in het Engelse Yorkshire leefden in afzondering van andere kinderen. Samen bedachten ze eindeloos veel verhalen, vaak met de speelgoedsoldaatjes van hun broer Branwell in de hoofdrol. Later maakten ze naam met boeken als Wuthering heights en Jane Eyre.

Dat eenzaamheid tot een wereld van verbeelding kan leiden, bewijst ook Marieke Lucas Rijneveld, die dit jaar als eerste Nederlandse op de shortlist van de prestigieuze internationale Man Booker Prize staat met de Engelse vertaling van De avond is ongemak (The discomfort of evening). Ze groeiden op (de schrijver/schrijfster verwijst naar zichzelf in meervoud) in een streng godsdienstig boerendorpje waarin ze als outsider werden gezien.

The New York Times schetste onlangs hoe ze daar een eigen wereld creëerden met een denkbeeldige bondgenoot: Lucas, tegenwoordig als tweede naam achter geboortenaam Marieke geplaatst. ‘Ik probeer hetzelfde te doen door te schrijven wat ik als kind deed door te bidden,’ zeiden ze tegen de krant: ‘hopen, verlangen en vragen om wat verlichting.’

  • Hier vind je 6 tips om je verbeelding aan te wakkeren.
  • Lees meer verhalen in Flow 6.

Tekst Annemiek Leclaire Fotografie Loverna Journey/Unsplash.com

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN