We hebben steeds meer te kiezen en dat zou een gevoel van vrijheid moeten geven. Toch levert het vaak stress op. Wat doet deze fobo, fear of better options, met ons? Journalist Brenda van Osch zoekt het uit en rekent er zelf ook een beetje mee af.
Het was tijd, besloot ik, voor een nieuwe fiets. Ik reed nog op de mamafiets die ik kreeg toen mijn oudste zoon net kon zitten. Inmiddels zat hij op de middelbare school en had zelf een grote-mensen-fiets. Alles aan mijn mamafiets piepte en kraakte. De kinderzitjes hadden plaatsgemaakt voor een fietskrat, wat het een hele kunst maakte de fiets in balans te houden omdat het zwaartepunt niet meer klopte. Toen na de zoveelste reparatie ook het schakelen stokte, was het tijd. En sloeg de keuzestress toe.
Het enige wat echt vaststond, is dat het een transportfiets moest worden, die krat voorop had ik namelijk hard nodig voor mijn boodschappen. Maar wilde ik een goedkope oplossing, een tweedehands, of ging ik voor ultiem: een gloednieuwe fiets van een echt merk? Dan kon ik weer jaren vooruit, zei ik tegen mezelf. En als ik een nieuwe zou kopen, wat moest er dan op en aan zitten? In elk geval zeven versnellingen –voor mijn tochten in de duinen.
Verlamd
Urenlang vergeleek ik alle mogelijkheden totdat ik de perfecte fiets had gevonden, dagenlang speurde ik tevergeefs Marktplaats af voor een exemplaar dat daaraan kon tippen. Net toen ik verlekkerd en murw van het zoeken dacht: kan mij het schelen, ik doe eens wild en koop die fraaie Gazelle, kreeg ik een berichtje van een vriend: ‘Je moet het natuurlijk zelf weten, maar met zo’n dure fiets loop je wel de kans dat hij wordt gestolen. Zou ik niet relaxed vinden.’ Mijn net genomen beslissing stond meteen op losse schroeven. Vervolgens deed ik niets. Verlamd door de vele mogelijkheden en afwegingen. Verlamd door de angst om niet de juiste beslissing te nemen.
Altijd alert
FOBO, fear of better options, doopte The New York Times dit fenomeen in de zomer van 2018. Een reis boeken naar Sri Lanka, maar het knagende gevoel houden dat Thailand misschien beter was geweest. Sneakers uitzoeken en toch telkens weer andere websites bekijken, want misschien heb je het mooiste paar nog niet gevonden. Vrienden aan het lijntje houden door in het midden te laten of je meegaat wat drinken. Wie weet komt er een leukere uitnodiging langs. Niet rustig afwachten hoe een nieuwe liefde zich ontwikkelt, maar altijd twijfelen: is hij of zij leuk genoeg? Of zelfs voor de zekerheid ook met anderen chatten. Want je weet nooit.
Keuzestress
“Keuzestress hebben we allemaal, de een wat meer dan de ander,” zegt Arne Roets, professor sociale psychologie aan de Universiteit Gent. “Maar vaak valt de stress weg zodra de keuze is gemaakt. Dat is anders bij FOBO. Je wilt de allerbeste keuze maken. Het probleem is: er is zo veel aanbod van nagenoeg alles, dat het maken van een ultieme keuze onmogelijk is. Je zult het in elk geval nooit zeker weten. Dat betekent dat het keuzeproces nooit echt is afgerond. Omdat je alert blijft: misschien is er toch nog een
betere optie. Daarmee blijft ook de stress deels bestaan.” Niet voor niets ervaarden veel mensen de lockdownperiode als heerlijk rustig. Minder mogelijkheden betekende immers minder keuzes hoeven maken. En dus: minder drukte, minder stress.
Gevoel van spijt
Al in 2004 schreef Barry Schwartz, toen hoogleraar psychologie aan het Swarthmore College in Pennsylvania, het standaardwerk over beslissen in tijden van overvloed: De paradox van keuzes. Schwartz onderscheidt maximizers en satisficers. Maximizers zijn mensen die bij een keuze naar het
allerbeste streven. Ze zoeken naar informatie en wikken en wegen om tot de ultieme beslissing te komen. Satisficers daarentegen zijn tevredenheidsstrevers. Ze overzien de mogelijkheden en komen met weinig inspanning tot een keuze die in hun ogen goed genoeg is.
Stress en ongeluk
Maximizers, aldus Schwartz, komen objectief gezien tot betere keuzes. Ze kopen betere producten en kiezen een betere zorgverzekering. Maar ze zijn minder tevreden. Sterker nog, ze houden aan elk besluit een gevoel van spijt over. Was er niet toch een nóg betere keuze geweest? “Als je streeft naar perfectie voelt ook een succesvolle keuze als falen,” zegt Schwartz via Skype. Ziehier de paradox: we hebben steeds meer te kiezen,wat ons een enorm gevoel van vrijheid zou moeten geven. In werkelijkheid levert het ons stress op en zijn we vaker ongelukkig met een beslissing. Niemand is volledig het ene of het andere type. Iedereen heeft enkele gebieden waarop hij alleen genoegen neemt met het allerbeste. In grote lijnen geldt: hoe complexer en belangrijker een beslissing, hoe meer mensen streven naar het hoogst haalbare.
Het geslaagde leven
Wijst FOBO erop dat we vaker maximaliseren, ook bij onbelangrijke aankopen? Schwartz denkt van wel. Zo deed een voormalig student van hem een interessante ontdekking. Hoe meer keuze er van iets is, hoe meer we het gaan zien als een vorm van zelfexpressie. Toen elke spijkerbroek recht en donkerblauw was, was het gewoon een kledingstuk. Nu er duizenden spijkerbroeken zijn met verschillende wijdtes, wassingen, stiksels, zakken en scheuren is de spijkerbroek die je aantrekt opeens een statement over identiteit. “En als het over jouw identiteit gaat, voldoet alleen het allerbeste.”
Kwaliteit van leven
Ook laten we ons in de luren leggen door het ogenschijnlijke gemak van online kiezen.“Het lijkt nauwelijks moeite te kosten je opties te onderzoeken, want je hoeft er je huis niet voor uit. Dat suggereert dat je met weinig inspanning de optimale keuze kunt maken. Het eerlijke verhaal is dat het extreem veel tijd kost en verlammend werkt. Mensen willen een film kijken, scrollen door elf miljoen opties op Netflix en komen er vaak niet uit. Als ze wordt gevraagd of ze blij zijn met zo veel keuze, zeggen ze ja. Kijken we naar hun gedrag, dan zien we ze aanmodderen en gefrustreerd raken. Mensen krijgen precies wat ze willen, maar het verbetert hun kwaliteit van leven niet.”
Alles kunnen bereiken
Arne Roets wijst erop dat het streven naar perfectie past in deze tijd en vooral bij hoe twintigers en dertigers zijn opgegroeid. “Zij werden groot met het dogma dat geluk maakbaar is en afhankelijk is van eigen keuzes.” Een pervers idee, noemt hij het, want je hebt maar zeer gedeeltelijk invloed op hoe je leven loopt. Maar het dogma draagt er wel aan bij dat het doel bij alles perfectie is, de lat hoog ligt en veel keuzes enorm belangrijk lijken.
Verantwoordelijkheid
Hij sluit daarbij aan bij de Britse filosoof Alain de Botton, die ik vorig najaar sprak in Londen. Ook hij verzet zich tegen de boodschap dat je alles kunt worden en alles kunt bereiken. “Dat klinkt prachtig, bevrijdend, maar tegelijkertijd is het wreed. Want o wee als het je niet lukt, dan is dat volledig aan jezelf te wijten. Jij bent verantwoordelijk voor wat je bereikt in jouw leven. We geloven ook nauwelijks meer in omstandigheden. Iemand die failliet gaat, had geen pech, maar heeft het verkeerd gedaan. Die hardheid veroorzaakt veel psychische nood. Mensen voelen zich een mislukking, zijn beschaamd en onzeker.”
Dat je op social media ook nog continu kunt zien hoe het geslaagde leven van anderen eruitziet (of hoe ze het willen doen voorkomen), helpt niet. Want juist vergelijken werkt twijfel in de hand. “Mensen vragen zich af of ze wel normaal zijn. We weten niet meer goed wat normaal is, want de plaatjes die we voorgeschoteld krijgen, zijn geen weergave van de realiteit.”
Muntje opgooien
De vraag is wat we moeten met dit alles. Met ons streven naar perfectie. Het onbevredigende gevoel dat we overhouden als we een keuze hebben gemaakt. Het eveneens onbevredigende gevoel als we de knoop niet hebben doorgehakt, zoals ik met mijn Operatie Fiets. “Kiezen vereist moed en zelfvertrouwen,” zegt psycholoog en fotograaf Dorien van der Meer, die in haar praktijk mensen helpt hun zelfbeeld te verbeteren.
“Om goede keuzes te maken, moet je jezelf kennen en op je gevoel vertrouwen. Ik denk dat veel mensen de verbinding met hun gevoel deels zijn kwijtgeraakt. Ze vergelijken zichzelf met iedereen, raken in de war van alle mogelijkheden. Als je zestig websites hebt bezocht, tien mensen om raad hebt gevraagd en je twijfelt nog, vertrouw je dus niet op jezelf.” De perfecte keuze bestaat niet, dus dat streven moet je loslaten, zegt Van der Meer. Een snelle beslissing met een heldere blik is vaak beter dan een beslissing genomen na eindeloos piekeren.
Verschillende beslissingen
FOMO, fear of missing out, de angst om de allerleukste strandmiddag of de film van het jaar mis te lopen, heeft nog iets energieks, meent ze. “Het is de kriebel om ergens bij te willen zijn en kan inzicht geven in je verlangens.” FOBO daarentegen is pure angst om de controle te verliezen. Het levert niets positiefs op. Keuzes maken en eraan vasthouden, vraagt zelfvertrouwen, maar levert uiteindelijk ook weer meer zelfvertrouwen op.
Ze adviseert cliënten beslissingen op te delen in drie soorten: klein, middelgroot en groot. De kleine beslissingen zijn de energie van het wikken en wegen niet waard. Twijfel je tussen cappuccino of latte?Gooi een muntje op. Morgen kun je de andere kiezen. De aankoop van een paar sneakers valt in de categorie middelgrote beslissingen. “Maak een afspraak met jezelf. Bijvoorbeeld: ik bezoek drie websites of ik winkel twee uurtjes en daarna maak ik een keuze. Sluit het dan af, wees tevreden en kijk niet meer achterom.”
Kernwaarden
De grote beslissingen – rond verhuizingen, relaties, werk – zijn vanzelfsprekend belangrijk, maar daarmee niet per se de moeilijkste. “Als je weet wat belangrijk voor je is, worden deze keuzes meteen een stuk eenvoudiger,” zegt Van der Meer. Cliënten vraagt ze altijd te bepalen wat hun vijf kernwaarden zijn. Die kunnen houvast of richting geven. Dubt iemand over werk en is ‘vrijheid’ een kernwaarde, dan lijkt het niet logisch voor een negen-tot-vijfbaan te gaan. Zo klip en klaar is het niet altijd, want kernwaarden kunnen veranderen of zelfs conflicteren. Van der Meer: “Ik heb bijvoorbeeld vier kinderen, maar ook veel behoefte aan vrijheid. ‘Samen’ en ‘onafhankelijk’ zijn beide kernwaarden.”
Toch is dat niet erg, zegt ze. “Het gaat erom dat je jezelf leert kennen. Dan kun je beslissen waar je op dit moment je energie aan wilt besteden.” Ik vertel haar dat ik juist grote keuzes – studie, kinderen – heel intuïtief heb genomen, terwijl ik over onbelangrijkere zaken, zoals een fiets, lang kan dubben. Van der Meer vindt dat logisch. “Gevoelsmatig zul je bij die grote keuzes veel beter hebben geweten wat je belangrijk vindt.”
Train jezelf
Het meest gebezigde advies om FOBO tegen te gaan is: kies voor goed genoeg. Beslis als een satisficer. The New York Times doopte het de mostly fine decision, een keuze waar je fine mee bent, ook al is het niet het hoogst haalbare. “Stel jezelf de vraag waar een keuze aan moet voldoen om goed genoeg te zijn,” zegt Arne Roets “Wil je op reis? Wat verwacht je ervan? Moet het er warm zijn, avontuurlijk, betaalbaar? Zodra je jouw criteria kent, kun je een keuze maken die goed genoeg is. Blijf daar vervolgens bij.”En, wil hij nog toevoegen, relativeer het belang van je keuzes een beetje. “De meeste keuzes zijn niet doorslaggevend in je leven. Ik denk altijd: wat is het ergste wat hiervan kan komen? Meestal valt dat reuze mee.”
Volgens psycholoog Barry Schwartz kunnen we onszelf trainen in het nemen van goed-genoegbeslissingen. “Ga eens naar een restaurant en spreek met jezelf af dat je het eerste gerecht op de kaart bestelt dat je aantrekkelijk vindt. Naar de rest kijk je niet meer. De eerste keer zal dat heel oncomfortabel voelen. Maar als je het volhoudt, ga je de voordelen van deze beslisstijl merken. Minder onrust vooral.”
Nieuwe fiets
Hoe het is afgelopen met mijn nieuwe fiets? Ik ga de Gazelle bestellen. Die voldoet aan al mijn criteria. En is leverbaar in mat zwart. Suf argument, maar dat kan me niet schelen. Alles in me zegt dat ik die wil. Ja, hij is duur, maar ik maak mezelf graag wijs dat ik ’m verdiend heb na alle jaren op een oude fiets. Als ik iedereen goed begrepen heb, ben ik degene die aan alle twijfels een einde kan maken, die bepaalt dat dit de juiste beslissing is. Punt. Nu nog even kiezen waar ik ’m ga bestellen. Ik geef mezelf er maximaal één uur de tijd voor. De keukenwekker tikt.
Meer lezen
- De paradox van keuzes – Hoe teveel een probleem kan zijn, Barry Schwartz (Spectrum)
- Statusangst, Alain de Botton (Olympus)
- How to, maybe, be less indecisive (or not), Susan Shain (artikel The New York Times)
- Dit verhaal komt uit Flow 7-2020.
Tekst Brenda van Osch Illustratie Ruby Taylor