“Niks mis met even goed piekeren”, zegt psycholoog Bart Verkuil (1980). Het zit in onze natuur en laat zien wat echt van waarde is. In Flow 5 vertelt Bart over zijn boek, en hoe piekeren ook zijn voordelen heeft.
Bart Verkuil is psycholoog en docent en onderzoeker aan de Universiteit Leiden. Ook werkt hij als klinisch psycholoog in de GGZ. ‘De gelukkig piekeraar – Waarom ieder mens weleens een nachtje wakker ligt (en waarom dat helemaal niet erg is)’ is zijn eerste boek.
De gelukkige piekeraar heet je boek. Wat is piekeren precies?
“Dat is het voortdurend bezig zijn met allerlei negatieve gedachtes. Vaak zijn dat gedachtes waarbij sprake is van een bedreiging van je lichamelijke of psychologische integriteit. Die kan echt of ingebeeld zijn, maar voor het piekeren maakt dat niet uit. Het gaat erom dat jij iets waarneemt als een bedreiging en daarop blijft doorgaan in je hoofd. In eerste instantie is dat vaak een poging om de problemen op te lossen. Als je erin blijft hangen, ontstaan er vaak rampscenario’s en ‘wat als’-vragen.
Piekeren roept een angstreactie op. De toekomst is onzeker en die ga je negatief invullen. Het is iets anders dan hard nadenken, waarbij je vooral focust op hoe iets nou eigenlijk zit. Dat kan ook wel gaan over een probleem, maar dat kun je vaak makkelijker van je afzetten en er gaan minder alarmbellen af in je lichaam. Het is ook iets anders dan blijven malen over dingen die in het verleden zijn gebeurd. Rumineren, noemen we dat in de psychologie: je blijft herkauwen wat er bijvoorbeeld is misgegaan – iets wat we meer bij depressieve mensen zien. Wat piekeren en herkauwen gemeen hebben, is dat er sprake is van repetitief negatief denken. En dat we het doorgaans ervaren als storend, omdat het afleidt van waar je mee bezig wilt zijn.”
In je boek zeg je dat piekeren ook een functie heeft.
“Allereerst is het natuurlijk geweldig dat wij als mensen in staat zijn om over de toekomst na te denken en dat we zulke probleemoplossende vermogens hebben. We kunnen daar heel veel mee en het is logisch dat we met dat vernuftige systeem af en toe piekeren. Bovendien zijn we vanuit de evolutie gezien voorzichtig afgesteld. Je kunt maar beter drie keer te vaak wegspringen dan één keer het gevaar over het hoofd zien. Zo’n ingebakken voorzichtigheid is goed.
Je ziet bijvoorbeeld dat mensen die op een milde, gezonde manier piekeren, beter in staat zijn om gezond gedrag te vertonen of dat te ontwikkelen. Denk aan zonnebrandcrème gebruiken of stoppen met roken. Daarnaast weten we dat mensen die piekeren in afwachting van een uitslag in het ziekenhuis, minder heftig reageren als het ook daadwerkelijk fout nieuws blijkt te zijn. Want ze hebben zich al mentaal kunnen voorbereiden. Als je maanden aan het piekeren bent en je daar slecht over voelt, gaat het overigens wel ten koste van je gezondheid. Maar in principe maakt het je dus weerbaarder.”
Hoe omschrijf je een gelukkige piekeraar?
“Dat is iemand die zich af en toe zorgen maakt om dingen waar hij of zij zich emotioneel betrokken bij voelt, maar die regelmatig ook momenten van geluk ervaart. Het probleem van onze samenleving is dat we vaak het idee hebben dat we alleen maar gelukkig moeten zijn. Maar geluk is iets tijdelijks. Het wisselt af met momenten van piekeren over de dingen die voor jou belangrijk zijn. Soms zul je dus gefrustreerd zijn, zul je boos of bang worden als iets niet lukt. En je zult tegenspoed ervaren. De mens is soms heel gelukkig, maar kan ook falen. Het is normaal om je daar zorgen over te maken.”
Tekst Sjoukje van de Kolk Fotografie Diana Spatariu/Unsplash.com