The art of being messy
Met ontspullen is het hetzelfde als met vegetariër zijn, of de Brexit of wel of niet een botoxprikje. Je hebt voor- of tegenstanders, en mensen die soms overlopen van kamp A naar B, en sowieso vindt altijd iedereen er wel wat van.
Ook in mijn omgeving heeft iedereen een mening over ontspullen, en hoe ik dat er dan vanaf breng. Vriendin A bijvoorbeeld, die zegt: ‘Nou As, voor iemand die blogjes schrijft over onstpullen, heb je wel verdacht veel spullen.’ Irene, die langskomt om iets af te geven en zegt: ‘Even kijken hoe je huis eruitziet nu je aan het ontspullen bent,’ en vervolgens beetje cynisch naar mijn overvolle boekenkast kijkt. Of de man des huizes, die bij een tasje van een leukedingenwinkel mompelt: ‘Eeeh, je was toch…’
Flow-schrijfster Jocelyn is zo iemand die ontspullen een beetje doorgeschoten hype vindt. Iets voor ongezellige mensen. Ze zei vorige week tevreden, nadat ik had geschreven over de anti-ontspul-journalist Dominique Browning: ‘Ik voel het, nog even en je bent weer bij ons-soort-mensen, en klaar met dat rare gedoe.’
Iemand die er ook wat van vindt, is de Amerikaanse bestseller schrijfster Jennifer McCartney. Zij schreef The Joy of Leaving Your Sh*t All Over the Place: The Art of Being Messy. In Amerika is het een kleine zomerhit in de boekwinkel. ‘Een boek om op vakantie te lezen,’ noemde iemand het op een recensie-site. Dat betekent volgens mij zoiets als: geen literatuur maar wel grappig. Afijn, Jennifer schrijft: je wordt rommelig geboren en gaat rommelig dood, en ergens onderweg wordt erin gestampt dat je netjes moet zijn. Maar waarom? En van wie moet dat? Haar boek is een soort humoristisch manifest tegen de ontspulmanie die de Westerse wereld verovert. En vooral tegen de boeken die beweren dat opruimen een therapie is, een oplossing voor real life problemen.
Interessant is dat ze beweert dat mensen met rommelige huizen interessantere personen zijn. Ze bezocht ooit het lege opgeruimde appartement van een vriend, “It was all white, with no knick-knacks, and I wondered: ‘Where’s the personality?’” En haar boek gaat heel erg over creativiteit, en het verband tussen creativiteit en chaos. Ze beweert dat hoe rommeliger je bureau is, hoe creatiever je geest. Waar ze ook wat onderzoekjes bij heeft gehaald. Maar het allerleukste vond ik de foto’s die ze op een blog zette, zoals deze:
Of deze:
Het zal niet haar bedoeling zijn geweest, maar het rare was dat juist dit soort foto’s me weer helemaal wakker maakte. Want neeheeee, zulke boekenplankjes had ik als student. Toen ik hele dagen versleet in heerlijke niksigheid (dat kon toen nog). Ik me elke week een ongeluk zocht naar mijn ov-jaarkaart. De keukenvloer plakte en het niet in me opkwam om iets met een stofdoek te doen. En ik de afwas dagen op het aanrecht liet staan stinken. Helemaal prima, maar been there. Omdat ik ook weet dat het in ieder geval niets met een creatief leven te maken had. Maar gewoon met lekker uitslapen, nachtbraken en rood staan. En een aanhoudende niet-tot-dingen-komen-staat-van-zijn.
Dus dank, kamp B aka Jennifer. Kamp A weet weer even waar ze het voor doet 😉 .
Astrid is samen met Irene de oprichter van Flow. Ze woont samen en heeft twee kinderen. Ze schrijft elke dinsdag over de zin en onzin van ontspullen.