Grof huisvuil
We moesten een nieuw bed. Nog erger, we moesten naar een winkel om een bed te kopen. Iets dat we maar uitstelden en uitstelden maar op een dag zakte een van de poten van het oude bed door, en moesten we toch. En zo kwam ik na jaren weer eens op de meubelboulevard terecht. Ik keek mijn ogen uit, onze meubelboulevard bleek zelfs een officiële Starbucks te hebben, en een pleintje met fontein. In alle winkels bleek ook een gezellig koffiehoekje aanwezig, met cola en koekjes voor de zoon, die een beetje cynisch toekeek hoe wij op allemaal bedden werden gedirigeerd door de verkoper. Proefliggen. Daarom wilde ik al die weken niet. Wat een ongemakkelijke toestand is dat, dat liggen op een bed in een winkel vol andere klanten, met je schoenen nog aan, en een verkoper die kijkt of je goed ligt. Daartoe moet je je in de zijhouding draaien met je rug en billen naar hem toe, en er hoort een heel verhaal bij over de wervelkolom en de slaaphouding. Ik zei al snel op alles ja en amen, maar de man des huizes nam het allemaal wat serieuzer, dus al met al waren we er toch een uur onder de pannen.
Volgens een vriendin was al dat proefliggen sowieso zonde van onze tijd en konden we beter het eerste het beste matras bestellen bij de Wehkamp. Zij had twee uur proefgelegen in een dure beddenwinkel en haar nieuwe matras sliep alsof ze op een oude krant lag. Ze werd elke ochtend wakker met pijn in haar rug, maar ruilen mocht ook niet meer. Uiteindelijk slaapt nu haar dertienjarige dochter op het peperdure nieuwe Zweedse matras, en heeft zij haar oude matras weer in haar bed gesleept.
Maar goed, waar dit verhaal eigenlijk over gaat, is dat er grof huisvuil moest komen om het oude bed op te halen. Grof huisvuil, ik was een beetje vergeten dat ze bestonden. Hoe luxe eigenlijk, mensen die je verlossen van je troep. Ik vond het zo zonde dat ze langs kwamen voor enkel twee boxspringmatrassen, dat ik snel de schuur indook om er nog wat andere spullen bij te leggen. Dat moest allemaal in tien minuten besloten, nadat de man des huizes weg was (die kun je er beter niet bij hebben als er spullen weggegooid moeten worden) en vóór de vuilnismannen kwamen. Als de kans daar is en de tijd dringt, hak je tenminste nog eens knopen door. Ik sleepte een oude driewieler, verroest fietszitje, kapotte tuinstoelen en nog wat schuurellende richting de berg, en zag daarna nog drie buren heimelijk wat van hun spullen bij mijn stapel leggen, en zo werd het voor de straat een prima ontspul-sessie. Helemaal toen buurvrouw vier aanbelde of ze het oude poppenwiegje mocht hebben (dat mocht natuurlijk). Er reed nog een mannetje met een bakfiets langs die wat ijzerwerk uit de berg zocht, en voor ik naar mijn werk ging, stylde ik de boel nog een beetje zodat de berg er niet al te Ma Flodder uitzag. Ook je troep moet een beetje klasse hebben, per slot van rekening lig je voor de hele straat te kijk. Ik ging in en in tevreden naar mijn werk. Ontspullen in tien minuten, ik ga het vaker doen.
PS: Ik las ergens dat hoe meer je oefent, hoe beter je wordt in snel knopen doorhakken. Leek me helemaal van toepassing op het onderwerp ontspullen.
Astrid is samen met Irene de oprichter van Flow. Ze woont samen en heeft twee kinderen. Ze schrijft elke dinsdag over de zin en onzin van ontspullen.