The comfort of things
Als blogjesmaker over ontspullen, valt mijn oog op alles wat ermee te maken heeft. Tiny house-boeken, opruimcoaches; you name it, I see it. Het lijkt wel of de hele wereld momenteel bezig is met decluttering, dus mijn oog valt nogal eens ergens op. Aangezien ik een ontspuller ben met spijbelgedrag, probeer ik het ook weleens niet te zien. Soms heb je even een off-week. En toen zag ik een heerlijk rustgevend verhaal in het Engelse tijdschrift The Simple Things, met de titel The Comfort of Things. Eigenlijk klinkt het me als muziek in de oren op deze herfstige dag, net nu ik zin heb om op de bank te hangen met een warme deken temidden van al mijn zooi. Ik wil niet ontspullen, ik wil tussen tien kandelaars, met nieuwe sloffen aan mijn voeten ambachtelijke chocola eten en Netflix kijken.
Het artikel bleek onder andere te gaan over een al wat ouder boek met dezelfde geruststellende titel: The Comfort of Things. Antropoloog Daniel Miller schreef een boek over wat spullen voor mensen betekenen. Daarvoor beschrijft hij de interieurs in dertig huizen in een Londense straat. Hoe fijn dat na psychologen, filosofen en coaches, zich nu ook de antropologie zich op het ontspullen blijkt te hebben gestort. Daniel Miller zegt: “We worden opgevoed met het idee dat spullen ongezond zijn, en materialistisch, maar vaak is het tegenovergestelde waar. Veel spullen staan voor een verhaal in je leven.” Hij gaat zelfs een stapje verder. “Als we in staat zijn nauwe banden met spullen aan te gaan, zijn we ook in staat nauwe banden met mensen aan te gaan. Spullen helpen ons om het dagelijks leven aan te kunnen.”
Nu is het in spullen- en ontspullenland een beetje hoe de wind waait, en het is maar net hoe je alles draait en keert en dan is het altijd waar, maar de volgende uitleg uit dit boek ga ik nooit meer vergeten. Antropologen zeggen dat mensen geconditioneerd zijn om nieuwe en ongewone dingen op te merken. Zo zitten we in elkaar, het is onderdeel van onze overlevingsstrategie. Dus als mijn attentie wordt gewekt door leuke nieuwe boxjes om muziek te streamen, dan is het niet de hebberd in mij, maar de holbewoner in mij. Ik kan er niets aan doen, Wilma Flintstone was sterker dan ik. Voel je er niet zo schuldig over dat dat zo werkt, zegt Daniel Miller, het juist laat zien hoe creatief onze geest is. Wij kunnen nieuwe dingen aan.
Ik kan ook nieuwe dingen aan, als geen ander. Het lijkt me heerlijk om met Daniel getrouwd te zijn, die bij elk tasje dat ik het huis insleep een antropologisch dansje maakt. Ook Jonathan Chapman, professor aan de Universiteit van Brighton, deed een uitspraak over onze oerdriften rond spullen. “It’s important to remember that wanting things is not a fault, but something in our blood.” Als ik een spullenwinkel had, zou ik deze quote meteen laten handletteren en boven de kassa hangen. Maar goed, vooralsnog lijkt het me veiliger om als een echte holbewoner onder de dekens te kruipen. Wachten tot het weer over gaat, deze spullen-spijbel-week, en de kust weer veilig is.
Astrid is samen met Irene de oprichter van Flow. Ze woont samen en heeft twee kinderen. Ze schrijft elke dinsdag over de zin en onzin van ontspullen.