Astrid (47) is samen met Irene de oprichter van Flow. Ze woont samen en heeft twee kinderen. Ze schrijft elke dinsdag over de zin en onzin van ontspullen. Deze week schrijft ze over het boek van Tammy Strobel en de inzichten die ze daarvan kreeg.
Een van de grootse aanlokkelijke dingen van minder spullen hebben, lijkt me dat vrije gevoel in je hoofd. Spullen kosten je veel tijd namelijk. Je moet het kopen (dus kiezen en bedenken), je moet het opbergen, schoonhouden, repareren als het stuk, is, wegdoen als het niet meer gemaakt kan worden, inpakken als je gaat verhuizen, afstoffen en verplaatsen. Helaas zijn spullen voor mij ook dingen die na een tijdje een andere emotie oproepen. Als in: wat bezielde me eigenlijk dat ik juist deze bank uitkoos? Dat is misschien nog wel mijn grootste inzicht. Spullen hebben vaak met mode te maken en die verandert. Ik ben niet zo’n talent dat spullen voor het leven uitkiest, ik ren ook maar wat plaatjes uit de woonbladen achterna. De Amerikaanse Tammy Strobel beschrijft in haar boek You can buy happiness hoe ze erachter kwam dat een groot deel van haar leven draaide om die spullen. Ze had een baan omdat ze geld nodig had om een huis te kopen en dat huis moest weer vol, en daarom moest ze nog meer werken. Het ergste van alles was dat ze na al dat gedoe helemaal niet gelukkig was. En omdat ze niet gelukkig was, kocht ze nog meer spullen. Ze noemt dat ‘The paradox of things’ en schrijft dat je op moet letten dat de spullen niet jou bezitten, in plaats van dat jij je spullen bezit.
Nu heeft ze geen huis, bijna geen spullen en toert ze innig tevreden rond in een klein houten huisje, dat ze hoe-de-wind-waait neerzet op een plek die ze fijn vindt. Ze maakt lange wandelingen, drinkt ’s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds thee uit dezelfde beker, leest boeken op een e-reader, en als al je spullen tot de essentie zijn teruggebracht lijkt het opeens veel makkelijker om je leven terug te brengen tot de essentie. In plaats van bezig te zijn met wat wel of niet in de mode is, spullen kopen of grote schoonmaak, schrijft ze boeken en een blog over simpeler leven en ontspullen. Ik weet niet of ik net als veel ’tiny houses’-bewoners een winter lang in dezelfde wollen trui kan lopen en of mijn relatie 25 vierkante meter bestendig is, maar in de basis vind ik haar boek wel een eyeopener. Het leven is te kort om slaaf te zijn van je spullen. Tammy is minder gaan werken, omdat ze gewoon ook minder geld nodig had. En met alleen een iPhone, opschrijfboekje en die ene theebeker kun je dus ook heel gelukkig zijn.