Zelfverzonnen theorieën over spullen kopen, Astrid weet er wel een paar. Ze is samen met Irene de oprichter van Flow en schrijft elke dinsdag op ons blog over de zin en onzin van ontspullen.
Een zelfverzonnen theorie, noemen mijn vriendinnen en ik vaak een ‘theorette’. Het is op niets gebaseerd, soms flinterdun onderbouwd, maar als je het met een beetje aplomb brengt, klinkt het heel aardig. Hierbij wat theorettes over spullen kopen:
* ’s Winters koop je meer spullen dan ’s zomers. Ik ben zomers in het weekend in de duinen, aan het water of in de tuin en taal dan niet naar shoppen of een spulletjes-winkel.
* Als je het uit zijn natuurlijke omgeving haalt, valt het altijd tegen. De winkels waar je spullen tegenwoordig staan, zijn halve huiskamers. Maar wel andere huiskamers dan die van jou thuis. Vaak kom ik thuis met iets dat in mijn kamer een beetje verdwaald oogt, in ieder geval heel anders dan in die hipster pop-up store met jongen-met-baard en verse appeltaart.
* Spullen zijn mode. De vaas in de vorm van een cactus was vorig jaar het uiltje en volgend jaar weer de meloen. Zo was er ook ooit het hertje, de eekhoorn of de ananas als thema. En wit is nu pastel, of groen.
* Eigenlijk wil je het niet kopen. Maar je bent somber of juist heel vrolijk, het winkelmeisje is zo aardig, je hebt het verdiend vind je, of je denkt dat je het wilt. Maar als je het gisteren niet wist dat je het wilde, wil je het nu ook niet. Hier geldt het oeroude adagium: slaap er een nachtje over. Vaak ben je het morgen weer vergeten.
* Tammy Strobel pakt het in haar boek You can buy happiness nog wat ruiger aan: ze moet van zichzelf dertig dagen nadenken voor ze iets koopt. “Het dwingt me na te denken over wat ik wil, en wat ik nodig heb,” zegt ze.
* Ik sprak iemand die me vertelde: “Ik koop alleen maar om twee redenen spullen. Óf het is heel erg praktisch en gaat mijn leven vergemakkelijken. Óf het is zo mooi dat ik er bijna van moet huilen. Zo niet, dan koop ik het niet.” Dit vond ik een fijn motto voor de ontspuller.
* Ergens anders las ik iets soortgelijks. Iemand zei: “Ik koop alleen iets duurs als ik het kan zien als een erfstuk. Als ik weet dat mijn toekomstige kleinkinderen er ook nog blij mee kunnen zijn.” Deze vrouw stopte haar geld dus niet in frutsels, maar af en toe in een mooi stuk van een meubelontwerper.
* Een serieuze theorie of zelfs uitkomst van wetenschappelijk onderzoek over geluk: van iets doen, word je gelukkiger dan van iets hebben. Dus ga sporten, wandelen, fietsen, naar een festival, uit eten. Of eet een stevige punt appeltaart bij die jongen-met-baard van die pop-up store.