Bente zonder groene vingers begint een makkelijke moestuin (3)

Makkelijke moestuin

Ik, Bente, heb geen groene vingers. Maar volgens Makkelijke Moestuin maakt dat niet uit, zelfs de grootste nietskunner moet het lukken een moestuin aan te leggen met hun duurzame starterspakket. Ik probeer het uit en jullie mogen meegenieten. 

“En, zie je ze al?” Mijn vader stelt de vraag bijna elke dag sinds we de zaadjes samen geplant hebben in mijn nieuwe moestuin. Als antwoord op die vraag ren ik elke keer weer naar buiten om met mijn gezicht boven de bak met aarde te hangen, om vervolgens niets dan bruin en wat poep van een vogel te zien, de bruut. Geen groene sprietjes, geen groene blaadjes, niets. En volgens mijn app van Makkelijke Moestuin moeten ze al wel te zien zijn. Ik wil groen zien, verdorie. Groen, groen, groen. In plaats daarvan krijg ik een les in vertrouwen, en geduld.

Want dat heb ik inmiddels wel ontdekt aan de moestuin, het is bijna een metafoor voor het leven. We zaaien iets, doen ons best om het zo goed mogelijk te laten groeien, maar daar houdt onze controle op. We weten niet wat het leven (of de moestuin) ons gaat brengen. Het enige wat we kunnen doen is meewaaien en erin geloven dat het uiteindelijk allemaal wel goedkomt. Maar als de plantjes zich ook na zeven dagen nog niet laten zien, is dat vertrouwen best een uitdaging.

Groene stipjes

“Ze komen niet meer,” zeg ik op een ochtend tegen pap. “Ik denk dat ik het verkeerd heb gedaan.” Samen kijken we beteuterd naar de bak met enkel wat vogelpoep erin. Daarna laten we het ding voor wat het is en gaan we beiden verder met onze dag. We durven het allebei niet te zeggen, maar denken het toch: een mislukt project.

Maar dan, maar dan. Het is vier uur ’s middags, diezelfde dag, als ik mijn vader een kreet van geluk hoor slaken in de tuin. Op zijn sloffen komt hij de hoek om geracet, een grote lach op zijn gezicht. “Kom eens kijken.” Ik race net als pap naar de bak en hang opnieuw met mijn gezicht boven de bruine aarde en de vogelpoep. Ik zie nog steeds niets. “Dit is niet grappig, pap,” wil ik zeggen. Maar halverwege de zin zie ik plotseling een groene stip. Daar, tussen al het bruin, is iets groens te zien.

Als ik nog aandachtiger kijk, zie ik meer van dat soort puntjes in de aarde. Het zijn de eerste minuscule sprietjes van mijn reuze radijzen. Ik had niets verkeerd gedaan, ze hadden gewoon wat langer de tijd nodig. Dat was alles. Samen met pap kijk ik nog een paar minuten naar de groene stipjes. Voor mij zijn het allang geen kleine plantjes meer, maar een geleerde les. Mijn vader klopt me op de schouder. “Zie je wel,” zegt hij. “Uiteindelijk komt het altijd goed.”

Tekst en fotografie Bente van de Wouw

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN