Waarom het nu makkelijker is om open te zijn over je gevoelens

open

Gewoon zeggen dat je je somber voelt of dingen niet zo lekker lopen, dat lijkt in deze tijd wat normaler geworden. Journalist Caroline Buijs hoopt dat het zo blijft.

Liever naar dit verhaal luisteren? We spraken het in als luisterverhaal voor onze Tijd voor de Geest-podcast.

De afsluiting van onze wekelijkse teamvergadering op maandagochtend, door het thuiswerken noodgedwongen online, doet me soms denken aan het kringgesprek op de lagere school. Als mijn collega een rondje maakt om te horen hoe het met iedereen gaat, zit ik weer even op het kleine bruine stoeltje in de klas: naast vertellen wat je in het weekend had beleefd, was er in de kring ook ruimte om te kletsen over verdrietige dingen als een dode hamster, een weggelopen konijn of een zieke cavia.

Omdat mijn collega aan het einde van de vergadering ongefilterd vertelt dat ze nou niet het beste
weekend uit haar leven heeft gehad, durft iedereen eerlijk te zijn. Ik merk hoe fijn het is dat ik niet de enige ben die soms angstig of somber is, en voel me niet meer raar omdat ik weleens stiekem om kwart over vijf ’s morgens als een soort Bridget Jones op het toilet zit te huilen.

Misschien is dat dan toch iets positiefs aan deze periode waarin alles anders is: gewoon zeggen hoe het met je gaat. Je schild laten zakken en op de vraag ‘hoe gaat het’ niet langer ‘goed, druk’ te antwoorden als je eigenlijk denkt: mwah, zo lekker gaat het eigenlijk niet.

Erover praten helpt

Die openheid over je gemoed was al een beetje gaande: zo gaf zangeres Adele een openhartig interview aan het tijdschrift Vanity Fair over haar depressieve periodes en angstaanvallen. En in 2017 vertelde de Britse prins Harry over zijn depressies en onverwerkt verdriet na de dood van zijn moeder: “Ik weet nu dat er heel veel te winnen valt als je praat over je problemen. Als je die stilhoudt, maak je het altijd nóg erger.”

Ook de Britse illustrator Octavia Bromell probeert onder meer via posts op Instagram – bijvoorbeeld
met haar stickers met de tekst ‘Hello, I’m probably going to talk about my feelings’ – het onderwerp geestelijke gezondheid bespreekbaar te maken. Van kinds af aan heeft ze depressies en angsten. “Eerst dacht ik dat ik gewoon raar was en gevoeliger, kwetsbaarder en humeuriger dan andere mensen.”

Pleitbezorger voor openheid

Dus probeerde ze zichzelf moed in te praten en liet ze aan de buitenkant niets zien. Ze verhuisde
naar Londen om te gaan studeren aan de universiteit, maar door de stress en druk ontstonden er steeds meer negatieve gevoelens – totdat ze uiteindelijk een zenuwinzinking kreeg. Ze genoot nergens meer van en voelde zich verdoofd. Dat veranderde pas toen ze begon met tekenen.

Wat ze verrassend vond: steeds als ze iemand vertelde over haar psychische kwetsbaarheid of daar iets over postte op Instagram, kreeg ze bemoedigende reacties. En dat niet alleen: veel mensen lieten
weten dat ze haar verhaal herkenden.

Inmiddels ziet Octavia Bromell zichzelf als pleitbezorger voor openheid over geestelijke gezondheid. “Alleen al in Engeland slikken vier miljoen mensen antidepressiva. En toch speelt het onderwerp niet echt een rol in ons dagelijks leven, terwijl je net zomin schuld hebt aan psychische klachten als aan een hernia.” Ze is niet bang dat ze potentiële klanten afschrikt met haar openheid: “Zonder mijn pijn had ik mijn creativiteit nooit gevonden: ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.”

De hoek van gek of raar

Toch durft lang niet iedereen zijn kwetsbaarheid te tonen, vertelt psychiater Jeroen Kloet aan de telefoon, die zelf een bipolaire stoornis heeft die gepaard gaat met depressie en forse angsten. “Het kan ook gevaar opleveren als je je kwetsbaarheid laat zien: mensen kunnen je raken. Maar op het moment dat je het niet doet, betaal je daar vaak een prijs voor.

Vergelijk het met een vulkaan: aan de buitenkant lijkt er niets aan de hand, maar vanbinnen zit een enorme spanning – bij mensen vaak in de vorm van angst, boosheid, verdriet. Zo bouw je druk op en als je daar nooit iets mee doet, je kwetsbaarheid dus nooit laat zien, knalt het er op een gegeven moment uit. Dat is een onnatuurlijke manier van omgaan met je binnenwereld: je hebt het nodig om je emoties met anderen te delen.

Sterk en snel zijn

Maar in een samenleving waarin alles snel gaat en het credo is dat het leven maakbaar is, is dat lastig. Sterk zijn, snel zijn, veel voor elkaar kunnen krijgen: het zijn begrippen die hoog in het vaandel staan en dat strookt niet met kwetsbaarheid – daar kun je behoorlijk op stuklopen.” Wat Kloet van veel cliënten hoort en zelf ook herkent, is dat je ontzettend bang bent om in de hoek van ‘gek’ of ‘raar’ te worden neergezet als je uitkomt voor psychische klachten.

Je bent bang dat het beeld verandert van hoe mensen naar je kijken. “Durven huilen, verdrietig zijn, wanhopig zijn: veel mensen associëren dat met zwak. En alles onder controle hebben, altijd stressbestendig zijn, je emoties niet of weinig tonen, valt zogenaamd onder sterk. Maar het gros van de mensen ís helemaal niet stressbestendig en heeft niet alles onder controle.”

Dat ook een neuropsycholoog of presentator niet vanzelfsprekend alles onder controle heeft, zag ik eerder dit jaar in een uitzending van De wereld draait door. Daarin vertelt neuropsycholoog en hoogleraar Erik Scherder openhartig over zijn angsten: rijangst, vliegangst, vrees voor enge ziektes, faalangst, nachtelijke piekerbuien, angst voor de dood.

Kwetsbaarheid

Ongeveer al die angsten werden gedeeld door presentator Matthijs van Nieuwkerk. Het viel me op hoe het publiek steeds in de lach schoot, terwijl aan tafel heel serieus over angsten werd gepraat. Misschien omdat veel mensen van iemand als Matthijs van Nieuwkerk niet verwachten dat-ie last van angsten heeft, want ‘normale mensen’ overkomt zoiets niet?

Het idee dat kwetsbaarheid hetzelfde is als zwakte, is de meest wijdverbreide mythe over kwetsbaarheid – en tegelijk ook de gevaarlijkste, schrijft de Amerikaanse onderzoekshoogleraar Brené Brown in haar boek De kracht van kwetsbaarheid. Als je gevoelens van kwetsbaarheid probeert tegen te houden en wilt voorkomen dat je als te emotioneel wordt gezien, voel je namelijk minachting voor mensen die hun gevoelens níet verbergen: je laat je eigen angst en ongemakkelijke gevoel omslaan in afkeuring en kritiek.

Naarmate je meer bereid bent je kwetsbaarheid te erkennen en te omarmen, zul je meer betrokkenheid
tonen. Scherm je je af van je kwetsbaarheid, dan ga je juist meer vanuit angst en minder vanuit verbondenheid handelen. Brown: ‘Wij zijn gemaakt voor verbondenheid met anderen. Dat is wat ons leven richting en zin geeft, en als het daaraan ontbreekt, lijden wij daaronder.’

Complimentenschrift

Zelf ken ik geen depressies, maar net als iedereen worstel ik ook weleens met het leven: er zijn van die dagen dat ik somber wakker word. Dan accepteer ik, zoals schrijver, filosoof en beeldend kunstenaar Eva Meijer het zo mooi beschrijft in haar boek De grenzen van mijn taal, ‘dat er dagen zijn die weggegooid zijn, de moeite niet waard. Die gaan voorbij en er komen weer nieuwe.’

Mijn computerscherm hangt vol briefjes met opbeurende boodschappen en ik heb een schrift waarin ik complimenten opschrijf. Niet als opschepperij, maar als een noodzakelijk antiserum voor de stem in mijn hoofd die me vrijwel dagelijks onzeker probeert te maken.

Daar praat ik af en toe over met iemand die daarvoor heeft doorgeleerd en dat helpt. Doordat er nu meer openheid is over psychische kwetsbaarheid, moet ik vaak terugdenken aan een vriendin die aan het einde van mijn studietijd, meer dan twintig jaar geleden, flink depressief was. Daar praatten we
destijds nauwelijks over – dat was toch een beetje taboe. Achteraf denk ik dat ik er te weinig voor haar ben geweest.

Durven praten en vragen

Omdat het contact steeds van mijn kant moest komen, gaf ik het op een gegeven moment op. Ik realiseerde me niet dat geen contact kunnen maken vaak juist een onderdeel is van depressie. Misschien had het geholpen als ik toen beter had geweten wat een depressie precies inhield. Als mijn vriendin er open over had durven praten en ik had durven vragen hoe dat dan voelt, een depressie.

Of als het eerdergenoemde boek van Eva Meijer, die sinds haar tienerjaren depressies heeft, toen al was geschreven: ‘Als je depressief wordt, ben je niet meer te porren voor wat je graag doet, je hebt geen zin meer om naar buiten te gaan en activiteiten te ondernemen, en de relaties met degenen die je nabij zijn, worden niet alleen lastig te onderhouden, het maakt ook niet meer uit of je ze onderhoudt. Soms gaat dat geleidelijk, soms in één keer. (…)

Wie de verbinding met anderen niet voelt, zichzelf als last ervaart en de ruimte tussen zichzelf en die anderen (die nog leven in de normale wereld, waarin dingen warm zijn, kleur hebben en mensen bij het haardvuur zitten met een glas wijn of chocoladesojamelk) niet kan overbruggen, zal contact gaan vermijden.’

Schaamte

Het mooie is dat schaamte, dat een reden kan zijn om niet open te durven zijn over psychische kwetsbaarheid, niet overleeft als je je verhaal kunt vertellen aan iemand die empathie en begrip toont. Brené Brown schrijft: ‘Schaamte wint aan kracht als we onze mond dichthouden. Daarom is schaamte vooral dol op perfectionisten, want het is zo makkelijk om ons de mond te snoeren.’

Als je je voldoende bewust wordt van je schaamtegevoelens – benoem ze en spreek ze uit – dan heb je ze volgens Brown al vrijwel op de knieën gebracht. ‘Schaamte heeft er een hekel aan om in woorden te worden gevangen. Zodra we onze schaamtegevoelens uit gaan spreken, beginnen ze te verschrompelen.’

Je pantser af

Psychiater Jeroen Kloet organiseerde een aantal jaren het Anti Stigma Café, dat binnenkort weer nieuw leven wordt ingeblazen door de organisatie Samen Sterk zonder Stigma. “Het idee erachter was simpel: ik vertelde iets over mijn dubbelrol – hulpverlener zijn en zelf een psychische kwetsbaarheid hebben – en daarna interviewde ik een hulpverlener en iemand die in behandeling was over diens kwetsbaarheid.

Ik deed het volgens het concept van het tv-programma College tour, met vragen uit het publiek. Wat ik er mooi aan vond, is dat iedereen in het begin onwennig en voorzichtig was, maar dat er een ontspannen en open sfeer ontstond toen het ijs eenmaal gebroken was. Mensen durfden hun pantser af te doen omdat het over essentiële dingen van het leven ging, en daardoor ook vragen te stellen waarvan ze normaal misschien dachten: is dat niet te pijnlijk, beledig ik niemand?

Er was respect voelbaar, waardoor het overal over kon gaan.” En dat doet het publiek helemaal zelf, zegt Jeroen Kloet. Je hebt alleen een breekijzer nodig: iemand die je op weg helpt om open en eerlijk te durven zijn.

Windkracht twaalf

Hoe had ik mijn depressieve vriendin destijds beter kunnen helpen? Er voor iemand zijn én blijven is het belangrijkste wat je kunt bieden, zegt Jeroen Kloet. “Ook al weet je misschien niet zo veel te zeggen, toch vinden mensen het heel fijn als er iemand voor ze is – dat wordt enorm onderschat. Vaak heb je het idee dat je van alles moet doen om te helpen, zoals voortdurend koffie af en aan brengen, maar even naast iemand gaan zitten is veel belangrijker.”

Een ander advies is: probeer niet te oordelen. Kloet: “Als je zelf nooit in windkracht twaalf hebt rondgelopen en alleen windkracht zes als maximum kent, weet je niet hoe het is. Dat is oké: je kunt het ook niet weten, want je bent er nooit geweest. Maar ga dan niet oordelen over degenen die wel in die orkaan zitten. En dat gebeurt best snel.

In windkracht zes heb je zelf misschien bedacht: oké, dit is best even pittig, maar kom op joh, gewoon opstaan, even goed doorlopen en dan ben je er doorheen voordat je het weet. Iemand in windkracht twaalf kán helemaal niet lopen en moet gaan liggen totdat het ergste voorbij is.”

Vragen stellen

Wat je beter kunt doen, is vragen stellen. “Probeer geïnteresseerd te zijn in hoe het is om in windkracht twaalf te staan. Wat voel je? Wat gebeurt er? Wees nederig als helper, dan kun je best veel betekenen. Maar als je erboven gaat staan en wijze adviezen geeft zonder je erin te verdiepen, help je iemand nog meer de put in.” Of, zoals Eva Meijer uitlegt: ‘Het gaat niet om jou en het ligt ook niet aan jou. En een kaart sturen is nooit een slecht idee.’

Meer lezen

Tekst Caroline Buijs Fotografie Monica Valls/Unsplash.com

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN