Illustrator Deborah van der Schaaf laat zien hoe je in een paar uur zelf een stempel kunt maken
Dit heb je nodig
- grote gum of Speedy Carve
- guts-setje
- potlood
- overtrekpapier
- stempel-inkt
- blokje hout
- sterke alleslijm
Zo maak je de stempel
- Trek de omtrek van je gum over op het overtrekpapier en teken in dit vlak je ontwerp.
- Leg het overtrekpapier met de getekende kant op je gum. Kras met het potlood over de achterkant en verwijder het papier: de afbeelding staat nu in spiegelbeeld op je gum. Dit geldt ook voor teksten, maar bij het stempelen spiegelt het weer goed terug.
- Begin met de kleinste guts, de v-vorm. Snijd de buitenste lijn van je ontwerp uit door met je guts net tegen de potloodlijn aan te snijden. Hoe zachter je drukt, hoe dunner de lijn. Snijd met een iets bredere guts – de u-vorm – meer weg. Ga zo door met een nog bredere guts totdat je hele ontwerp vrij is gesneden. Lijm je gum nu op een stukje hout en de stempel is klaar. Klein rondje uitsnijden? Houd je (fijnste) guts dan vrijwel rechtop in je gum en draai je gum met je vrije hand.
- Maak tijdens het gutsen een proefafdruk: zo zie je wat je nog wilt wegsnijden. Kleur je stempel in met het stempelkussen, in plaats van je stempel in het kussen te drukken. Je stempelt dan schoner en krijgt dus ook mooiere afdrukken.
Handig om te weten voor je begint met stempelen
- Stempel je stempel helemaal droog voor je hem opbergt.
- Andere kleur? Stempel je stempel droog en maak schoon met een babydoekje of nat servetje.
- Bewaar je stempels in een doos en leg er niets bovenop: zo beschadigen ze niet en voorkom je uitdrogen.
- Bewaar je stempelkussens op z’n kop, dan blijft de inkt aan de oppervlakte.
Tekst Stefanie Rijs Illustraties Deborah van der Schaaf
Gepubliceerd op 5 oktober 2023
