Bij Flow lezen we graag. In deze blogserie vertellen redactieleden wat ze van een bepaald boek vonden. Deze keer: journalist en eindredacteur Mirjam over Jij krijgt van mij een wit paard cadeau van Amalia de Tena.
Mijn man luisterde tijdens het koken een lang interview met Amalia de Tena. Zij schreef haar debuutroman pas op 64-jarige leeftijd toen ze door een operatie aan haar stembanden een lange periode niet mocht praten. Ze mocht zelfs niet fluisteren.
Kort na dat radio-interview was ik jarig en kreeg ik het boek van mijn schoonvader cadeau. Haar verhaal had blijkbaar indruk op mijn man gemaakt en gaf het als cadeautip door. Zonder een idee waar het over ging (ik lees het liefst nooit de achterkant van een boek) begon ik met lezen.
Hier gaat het over
Het boek is fictie, maar gebaseerd op de bizarre Spaanse familiegeschiedenis van Amalia zelf. Het is vanuit de – in het begin van het boek – achtjarige Ana geschreven. We volgen haar tot haar achttiende (van 1965 tot 1975). In die tijd raakt haar ooit rijke en voorname familie tijdens het Franco-regime alles kwijt.
Ze beschrijft eigenlijk de continue liefde en haat die Ana voor haar vader voelt. Het is haar held, maar ze heeft ook een bloedhekel aan hem. Naarmate haar vader ouder wordt, begint hij namelijk steeds raarder gedrag te vertonen. Hij kan het niet verkroppen dat hij geld en status verliest en gaat daar op een zeer destructieve manier mee om.
Dit vond ik ervan
Ik zat er meteen in, wat een mooi verhaal. Zelf was ik tijdens het lezen in Spanje. Daardoor kon ik de kroegen, pleinen en straten die beschreven werden misschien nog beter voor me zien. Het is niet alleen een kijkje in een leven in de Franco-tijd, het is ook een prachtig verhaal over hoe een meisje van haar achtste tot haar achttiende verandert.
Ana is zo integer en echt omschreven. Je kunt merken dat Amalia zelf in haar schoenen heeft gestaan. De angst, schaamte, woede, blijheid en liefde die het meisje voelt, voelen heel echt aan. Zelf heb ik twee dochters en wat dat betreft vond ik het ook interessant iets vanuit de ogen van een kind te kunnen bekijken.
Deze zinnen spraken me aan
- ‘Ze had haar ochtendjas scheef dichtgeknoopt en haar ogen zagen vuurrood van het huilen. […] Ik kon alleen nog maar aan mama denken. Dat ze zo verdrietig was en zo moe.’
- ‘Het pakken van het boodschappengeld werd al snel een gewoonte van papa. Mijn zus en ik deden alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat een vader zich bedronk met het geld uit de huishoudportemonnee.’
- ‘Ten slotte spuug ik alles uit. Ik probeer geen geluid te maken zodat zij niet naar me toe zal komen en aan me gaat zitten friemelen.’
- ‘Mijn kaken deden pijn van al het glimlachen als ik ze bedankte zonder dat ik er zin in had, want het enige wat ik wilde was dat ze mij met rust lieten.’
Meer lezen
Tekst en fotografie Mirjam Rosema-Verhulst