Soms lopen de irritaties behoorlijk op, maar waarom? Hoogleraar Paul van Lange legt uit dat ieder mens van nature goed is en hoe dit inzicht kan helpen bij oplopende irritaties.
Interview Nienke Pleysier Fotografie Dev Asangbam/Unsplash
Gepubliceerd op 18 november 2024
Al zolang hij zich kan kan herinneren, is hoogleraar Paul van Lange erg geïnteresseerd in zijn sociale omgeving. “Op het terras zitten en mensen kijken is een van mijn grootste hobby’s en ik ben gek op tv-programma’s met een verborgen camera. Of mensen in wezen ‘goed’ zijn, is wat mij betreft de allergrootste vraag die je kunt stellen. Want het antwoord is relevant voor ons dagelijks leven. Waarin zie je die goedheid terug en onder welke omstandigheid komt die naar voren? Wanneer we dat weten, kunnen we situaties creëren waarin onze goedheid tot bloei kan komen.”
Goed versus kwaad
“Dat mensen ook slecht in zich hebben, heeft onder meer met religie te maken. Het calvinistische uitgangspunt dat de mens van nature geneigd is tot kwaad, heeft lang ons mensbeeld bepaald. Vanuit evolutionair oogpunt is dat begrijpelijk, want we moeten op onze hoede zijn voor gevaar.
Die focus op negativiteit zien we terug in de media, in wat aandacht krijgt op televisie en in de krant, maar ook hoe we zelf vaak meer aandacht geven aan onze minder fijne ervaringen in gesprekken met anderen. Een rotte appel krijgt nu eenmaal meer aandacht dan een toffe peer. Dat kan een vertekend beeld geven.”
Gedreven door empathie
“Maar is de mens van nature goed of slecht? Ik zou zeggen: goed. Empathie is heel sterk geworteld in ons biologische systeem en wordt direct geactiveerd als een ander levend wezen onrecht wordt aangedaan of pijn heeft. Iemand valt van zijn fiets en zonder twijfel schiet je te hulp, ook als je diegene niet kent. Het is een oerinstinct dat ieder mens heeft en waardoor ons gedrag snel en onbewust wordt gestuurd.
Empathie ervaren heeft ook niks te maken met morele principes of je politieke voorkeur, en staat los van eigenbelang. Als je een kind vraagt of hij zijn lievelingsknuffel aan Bambi wil geven, die net zijn moeder is verloren, dan doet ie dat waarschijnlijk. Zo zijn er nog meer principes die pleiten voor het goede van de mens, zoals wederkerigheid en vertrouwen ervaren.”
Kuddegedrag?
“Soms is de kracht van het eigenbelang toch te groot. Ook kan het lastig worden als mensen een groep vormen. We hebben een natuurlijke goedheid in ons die vooral naar voren komt in interactie tussen individuen, maar niet als we in een groep functioneren zoals collega’s binnen één afdeling, aanhangers van een voetbalclub, boeren of klimaatactivisten.
Ik kom tot de conclusie dat mensen vanuit hun goedheid voor hun eigen groep lang niet altijd goed zijn voor een andere groep. Stel dat je bij een bedrijf werkt met twee verschillende afdelingen die beide graag meer middelen willen om hun werk goed te kunnen doen. Dan zou het kunnen dat je denkbeelden gaat ontwikkelen over de ‘andere groep’, over ‘die snelle jongens’, terwijl jullie ‘meer van de inhoud’ zijn. Er ontstaan negatieve kwalificaties, roddel en uiteindelijk wantrouwen en achterdocht; allemaal omdat die andere groep een bedreiging vormt voor jouw eigen groep. En wanneer je een negatief beeld hebt, houd je afstand en vermijd je interactie.
Dus? Om de oplopende irritaties aan de kant te zetten is één-op-één contact zoeken fijn. En natuurlijk het besef dat iedereen vanbinnen goed is, ook die irritante buurman.”