Waarom de (autobiografische) strip weer hip is (spoiler: strips van nu zijn eerlijk, herkenbaar én grappig)
De mental health comic doet het goed online. Strips zijn bij uitstek een middel om het zware lichter te maken, merkt journalist Ilse Savenije.
De strip die ik tegenwoordig veel in mijn digitale tijdlijn krijg voorgeschoteld, is anders dan het klassieke fictieve verhaal met een spannende plottwist en een happy end. Vaak zijn het autobiografische optekeningen van wat er in iemands leven of gedachten plaatsvindt.
Belevenissen, overpeinzingen, nieuwverworven inzichten en al dan niet overwonnen angsten: juist het persoonlijke blijkt zich er goed voor te lenen uitgetekend te worden in een of meerdere kaders. Het zijn visuele dagboekjes waarin je als lezer (of moet ik kijker zeggen?) even in de huid van de maker kruipt.
Het genre autobiografische strip an sich is niet nieuw, maar ik heb het idee dat het in deze digitale tijd een nieuwe vorm krijgt. Van de illustratoren die ik volg via social media of hun nieuwsbrieven krijg ik met enige regelmaat allerlei moois of grappigs onder ogen.
Het delen van persoonlijke ervaringen (de grappige én de heftige)
Zo deelde Hannah Jacobs onlangs een stripje over hoe het woord should haar de hele dag achtervolgt, als constante stoorzender over wat ze éígenlijk zou moeten doen op verschillende momenten van de dag.
Fran Meneses laat in een van haar comics – in de vertrouwde kleuren roze en blauw – zien hoe ze tijdens het lezen steeds even moet stoppen, omdat herinneringen die in haar hoofd oppoppen haar afleiden. In een andere strip illustreert ze het therapeutische effect dat het schoonmaken van haar huis op haar heeft.

Soms zijn verhalen minder luchtig, zoals in de comic waarin Meneses beeldend beschrijft hoe ze zich voelt nadat ze door een man in de supermarkt is lastiggevallen. LA Johnson publiceerde op de site van The Washington Post – waar de redactie een speciale stripjournalist heeft aangesteld, maar daarover later meer – een geïllustreerd verhaal over hoe zij en haar zus een week na elkaar een miskraam kregen – en hoe die ervaring was.
Racisme, klimaatstress, genderpolitiek of hoe te leven in een land in oorlog: er is geen onderwerp dat niet in een strip gegoten kan worden, leer ik, one comic at a time.
Herkenning + humor = een geslaagde autobiografische strip
Kort gezegd: de obstakels des levens – klein of groot – zijn in de strip anno nu goed vertegenwoordigd. Juist daarom komen die autobiografische comics vaak zo dichtbij, merk ik, en vind ik er herkenning in. Zoals laatst nog, in een comic van Lorena Spurio, die begint met ‘There’s no place as unpredictable and weird to me as my mind’. Vervolgens brengt ze in tien kolommen verschillende uithoeken van haar geest tot leven.
Soms raken makers exact de juiste snaar, ergens tussen pijnlijke herkenning en verlichtende humor. Precies die twee gevoelens samen maken dat ik troost vind in strips. Soms net als ik het nodig heb: wat er ook in mijn hoofd of mijn leven gebeurt, ik ben niet alleen. Niet voor niets staan er als reactie onder vele online strips dingen als ‘same’, ‘needed this’ en ‘me toooo!’. Die gevoelens van herkenning creëren blijkt precies wat veel stripmakers achter hun tekentafel of tablet duwt.
Comic art als therapie
Wat ik zo bijzonder vind aan dit soort illustraties: hoe dat gelaagde, het zoeken naar hoe het leven te leven, tot uiting kan komen in de vorm van een strip. En zelf ervaar ik ook dat het soms makkelijker kan zijn mijn gedachten in tekeningen te stoppen, hoe simpel die ook zijn, dan er woorden voor te vinden. Laat staan die woorden ook nog uit te spreken. Comic art als een soort therapie.
Ik vind het mooi hoe iets wat soms als kinderlijk of komisch wordt gezien, juist zo’n diepgaande, gelaagde betekenis kan hebben, voor zowel de maker als het publiek.

Het nieuws in strips
Nog even weer over The Washington Post, waar de nieuwsredactie een aantal jaar geleden besloot om één iemand zich helemaal op comic journalism te laten richten. (Geef mij zo’n baan.)
In een artikel over haar tien favoriete comics, zegt Hannah Good over haar functie: “Als ik mensen vertel dat ik werk als comic journalist, krijg ik regelmatig met een paar misvattingen te maken: dat ik over stripboeken schrijf, satire maak, of dat mijn werk voor kinderen is.” Maar haar werk omvat niks van dat alles: ze bedenkt hoe ze het nieuws in stripvorm kan vatten. Wel degelijk dus ook serieuze onderwerpen. Zo publiceerde ze met haar collega’s verhalen over wapengeweld en abortuswetgeving, getekend door illustratoren of haarzelf.
“Juist door voor de stripvorm te kiezen, komen dit soort thema’s op een intuïtieve en menselijke manier tot leven, zonder ze te bagatelliseren.” Sequentiële kunst, zoals de strip als kunstvorm ook wel wordt genoemd, voelt al snel persoonlijk én universeel, stelt Hannah. “Een strip is toegankelijk en direct.”
Wat cool dat een nieuwsredactie ervoor kiest om sommige verhalen in stripvorm te gieten, denk ik, terwijl ik me scrollend vergaap aan hun online producties. Een illustratie komt heel anders binnen dan een lap tekst, er is naast de inhoudelijke boodschap ook nog van alles te zien.
“Zelfs als een strip onnavolgbaar is, kun je toch van de plaatjes genieten,” zegt illustrator en stripmaker Anne Stalinski. “En je kunt een strip herlezen en dan nieuwe dingen zien.” Ze wijst me op Hourly Comic Day, een dag in februari waarop striptekenaars over elk uur dat ze wakker zijn een korte strip maken. “Leuk om te volgen of om mee te doen!”

- Kijktip: In het echt heb ik een neus, documentaire over webcomics, door Stephane Kaas.
Meer lezen
- ‘Hoe erg zijn die ‘gekke dingen’ eigenlijk? Iedereen heeft ze en dat maakt ons menselijk’ + nog 4 inzichten van stripmaker Maaike Hartjes.
- Zo zorgt stripmaker Aimée de Jongh ervoor dat ze geen verkeerde beslissingen maakt.
- Striptekenen: hoe doe je dat precies?
Illustraties Fran Meneses, Manjit Thapp, Anne Stalinski