Tegen een complete verbouwing zagen Sigrid en Thomas totaal niet op. Resultaat: een klein eco-paleis in het Belgische Haacht met eigenwijze keuzes en lemen muren. Laten we binnenkijken.
Jullie wonen in Haacht, waar is dat?
Sigrid: “In België, heel fijn gelegen tussen Mechelen en Leuven, vlak bij Brussel. Haacht heeft de drukte van een stad, maar het voelt als een dorp: alles – winkels, cafés – zit om de hoek. Ons huis uit 1928 is een typisch Vlaams rijtjeshuis, maar toen ik het zag wist ik meteen: dit wordt het. Vanbinnen was het wel heel spartaans, er had een oude mevrouw gewoond en er was geen badkamer, geen keuken, alleen een wastafel.”
“Maar eigenlijk was dat een voordeel, want mijn man en ik zijn allebei creatief en konden nu alles zelf bepalen. We vormen een mooie combi: Thomas is erg handig en heeft technisch inzicht, ik ben goed in afwerking. Het meeste hier in huis hebben we zelf gedaan: Thomas is door zijn werk als brandweerman ook veel thuis.”
Hoe hebben jullie de verbouwing aangepakt?
“Eerst pakten we rustig het oude huis aan, later bouwden we aan de achterkant uit waardoor het huis nu twee keer zo groot is. Dat was ook welkom, want inmiddels waren Tibe en Frauke geboren, die nu elf en acht zijn. Het voorhuis bestaat uit de keuken, de badkamer en een klein kantoor. Het woongedeelte en de slaapkamers bevinden zich in de uitbouw.”
“We wilden zo veel mogelijk eco-materialen gebruiken, dus het dak kreeg een deken van houtwol en de vloer een laag papierpulp. Het dak van de uitbouw is geïsoleerd met strobalen uit de buurt en de muren zijn met kalkhennep gevuld. Onder de vloer ligt een laag schelpen die vocht tegenhoudt. Verder hebben we veel met leem gewerkt, dat was eigenlijk het belangrijkst voor mij.”
Waarom leem?
“Helemaal verklaren kan ik het niet, maar ik heb iets met aarde, met klei, het heeft me altijd aangetrokken. Vroeger vulde ik in vriendenboekjes al ‘pottenbakker’ in bij de vraag wat ik later wilde worden. Toen we hier kwamen wonen, heb ik emmertje voor emmertje de muren van het oorspronkelijke huis geleemd. Ik weet nog dat ik met vrienden de muren aan het dichtsmeren was en zei: dit zou ik als job willen hebben.”
“Toen ik ook de uitbouw zelf wilde doen, stelde mijn man voor om leempleisterbedrijf Het Leemniscaat te vragen zodat het sneller klaar zou zijn. Ik zei ja, maar mijn hart brak als ik hen bezig zag: ík wilde het doen! Ik ben van huis uit kunsthistoricus en werkte als grafisch vormgever, maar toen de klus geklaard was, zei ik: ik wil met jullie meedoen. Nu werk ik als freelancer voor ze.”
Je bent leemkunstenaar geworden?
“Zo noem ik mezelf niet zo snel, maar het is eigenlijk wel zo. Ik kan het ook niet laten om dingen uit te proberen, ik breng patronen aan, boetseer dingen. Voor een verloskundigenpraktijk bracht ik laatst een zwangere vrouw in reliëf op de muur aan, levensgroot. Ik heb last van horror vacui, zo noemden ze dat in de middeleeuwen. Ik hou niet van lege oppervlaktes, haha.”
Er is ook veel kleur te bespeuren in huis.
“Klopt, de leemkleur compenseer ik dan wel weer met felle tinten. Zo heeft de keuken een knalgeel plafond met bonte tegels, en is het kantoor helemaal oranje. Je hoort vaak dat sobere kleuren rustig maken, maar ik heb juist een overtreffende trap nodig van wat er allemaal in mijn hoofd gebeurt. Ik word onrustig van rustige kleuren, dan krijgen mijn gedachten te veel ruimte. Ik heb prikkels nodig die me afleiden.”
En dan de klimmuur?
“Dat begon als een grapje. Iemand zei: amai, zo’n hoge wand, daar ga je wel een klimmuur van maken zeker? Toen dachten we: tof, waarom niet? Er wordt veel gebruik van gemaakt – al is ie inmiddels niet uitdagend genoeg meer voor Tibe, die nu echt klimt als hobby.”
Wat is je favoriete ruimte in huis?
“De badkamer denk ik, ik kan uren in bad liggen. We hebben 101 gaatjes geboord in het plafond en er lichtjes achter gezet. Een soort sterrenhemel, heel wellness.”
Wat is nog meer typisch jij?
“Ik hou van vintage. De houten omlijsting van de wastafels in de badkamer komt van de kringloopwinkel, en we hebben ook veel spullen gekregen. De bank kreeg ik van een oude vriendin en ik bekleedde hem met verschillende stoffen die ik in de uitverkoop kocht, samen voor 27 euro. Ik vind het fijn om gebruik te maken van dingen die er al zijn, dat heeft meer charme.”
“Thomas ziet er ook de lol van in, we maken graag verrassende keuzes. Vandaar ook de golvende deurposten: waarom zouden die recht moeten zijn? Thomas en ik zijn 21 jaar samen, onze keuzes komen heel organisch tot stand.”
Wat inspireert je?
“Schoonheid. We vertoeven veel en graag in de natuur, rondom Haacht is het heel groen. Als we onze dochter naar school brengen, fietsen we acht kilometer via twee natuurgebieden en een aantal velden. Daar geniet ik zo van. Vaak stop ik even tussendoor om een mooie lucht of grappig plantje te fotograferen. Thomas is speleoloog en we gaan regelmatig op avontuur met een groepje mensen om bijvoorbeeld een meerdaagse trektocht te maken in de Ardennen of Limburg.”
Waar vind je mooie dingen voor in huis?
“Lastig, ik hou niet zo van shoppen. Ik kom wel graag bij Emery & Cie in Brussel, waar ze bijzondere tegels en verf hebben. En ik loop regelmatig binnen bij de kringloopwinkel voor kleinere stukken, een lampje of iets van smeedijzer. Het punt is dat ik vaak iets heel specifieks voor ogen heb, dat ik vervolgens niet vind in een gewone winkel.”
“Dat geldt ook voor kledingwinkels, meestal sta ik na een minuut weer buiten. Zo draag ik graag brede kostuumbroeken. Dat begon op mijn zeventiende toen ik de broeken van mijn vader verstelde, die passen nog steeds. Daar trek ik dan een kleurrijke trui bij aan, of een shirt met lange mouwen, of juist zonder mouwen, met vegan sneakers eronder.”
“Ik heb een zwak voor het schoenenmerk Chie Mihara. Vooral de modellen van vroeger waren heel frivool en flamboyant, met een hak die goed te doen is. Ik doe mijn hele leven al aan ballet en heb vaak mijn tenen gebroken, dus ik draag niet graag hoge hakken. Wel voor een feest bijvoorbeeld, dan maak ik mijn entree en schop ik ze uit om de hele avond op blote voeten te dansen.”
En wat ondernemen jullie in je vrije tijd?
“Soms gaan we naar een dans- of theatervoorstelling of een museum. Naar het KMSKA in Antwerpen of naar Het James Ensorhuis in Oostende. Verder beginnen we aardige foodsnobs te worden. We vinden het leuk om nieuwe restaurants te ontdekken in Antwerpen of Brussel, en laatst nog Hasselt. Het liefst vegan, want ik eet grotendeels veganistisch.”
Nog andere weekendrituelen?
“We hebben een druk leven en Thomas heeft onregelmatige shifts bij de brandweer, dus in het weekend rusten we uit – naast de hobby’s van de kinderen. Frauke danst en gaat volgend jaar naar de circusschool, Tibe klimt dus en zit op karate. Zelf werken we wat in de tuin. Mensen van het platteland vinden het een kleine stadstuin, mensen uit de stad vinden hem groot. Maar in die relatief kleine tuin zit van alles.”
“Zo hebben we een zwemvijver waar we elk jaar op 1 januari in springen, weer of geen weer. Ik ben geen ijsbeervrouw, dus ik ga erin en eruit. Thomas heeft een rek waar hij zichzelf in vastklikt, om echt meters te kunnen maken. Van ons tuinhuis gaan we een atelier maken, met zonnepanelen. En verder hebben we van alles in de tuin geplant: appel-, peren-, perzikbomen, een druivelaar, een taybes, frambozen. We hebben een pluktuin met tulpen en dahlia’s waar ik graag boeketten mee maak.”
“Eigenlijk laat ik alles in de tuin uit nieuwsgierigheid groeien. In de zomer is het een grote groene zee, we zitten er vaak. Hij ligt wel op het noorden, dus in de winter hebben we een zonneterrasje boven de garage, aan de voorkant van het huis. Als de kinderen op bed liggen, pakken wij daar nog even de laatste avondzon.”
Meer lezen
- Binnenkijken in een Londens appartement met Latin gevoel.
- Wonen in een Sixties bungalow in Kopenhagen.
- Je bed net zo mooi opmaken als in een hotel doe je zo.
Interview Maaike Beekers Fotografie Living Inside
Gepubliceerd op 26 oktober 2023