Zelf vindt ze het geen acteren wat ze doet. De Britse Charlotte Rampling speelt gewoon zichzelf. Maar in alles voel je het verdriet dat ze met zich meedraagt.
Tekst Liddie Austin Fotografie Getty Images
Gepubliceerd op 14 augustus 2024
Geheimen vernietigen je ziel niet, zegt Charlotte Rampling jaren geleden stellig in een interview. “Geheimen zijn er om mensen te beschermen die beschermd moeten worden.” Ze wordt geïnterviewd omdat ze na jaren van afwezigheid weer haar intrede doet in de filmwereld.
Charlotte Rampling is een van de beroemdste acteurs van haar tijd, maar altijd kleeft er iets raadselachtigs aan haar. Ze heeft een voorkeur voor complexe, onconventionele rollen – en natuurlijk is er haar blik. The Look, zoals haar collega acteur Dirk Bogarde die ooit noemde, een term die is blijven hangen. Haar groene opvallende ogen, haar geloken oogleden: met haar blik kan ze je verleiden maar desgewenst ook op afstand houden. De Britse filmcriticus Barry Norman introduceerde ooit het werkwoord ‘to rample’, wat zoiets betekent als: een man met een kille, sensuele blik ineen laten krimpen.
Verkeerde kant van de straat
Ze wordt op 5 februari 1946 in Essex, Engeland geboren als Tessa Charlotte Rampling. Haar moeder, kunstschilder Isabel Gurteen, is erfgenaam van een fortuin. Haar vader Godfrey Rampling is beroepsmilitair en won in 1936 olympisch goud als atleet. Charlotte heeft een zus die drie jaar ouder is, Sarah. Ze zijn close. Sarah is de vrolijkste volgens Charlotte, die zichzelf prikkelbaar en roekeloos vindt. Zo loopt ze altijd aan de verkeerde kant van de straat, het gevaar in de ogen kijkend.
Het gezin leidt vanwege het werk van vader een zwervend bestaan. Ze wonen in Gibraltar, Frankrijk en Spanje; de zussen worden naar de beste kostscholen in Engeland en Frankrijk gestuurd. Over emoties wordt in huize Rampling zelden gesproken. Op haar veertiende staat Charlotte voor het eerst op het toneel – met Sarah treedt ze op bij het jaarlijkse cabaret in het Engelse provincieplaatsje waar ze dan wonen. “We droegen netkousen, een regenjas en een baret, en zongen zoete Franse chansons,” herinnert ze zich veel later. “Ik voelde me geweldig.” Sarah ziet het ook: “Charlotte gaat wereldberoemd worden!” zegt ze tegen vrienden.
Van een carrière op de planken kan geen sprake zijn, besluit hun vader: het wordt een secretaresseopleiding voor Charlotte. De ironie wil dat ze als secretaresse wordt ontdekt: een casting director die toevallig in hetzelfde pand werkt, bezorgt haar de eerste rolletjes. In 1966 beleeft ze haar doorbraak in de sixties culthit Georgy girl, waarin ze de hedonistische vriendin van de hoofdrolspeelster speelt. “Ik wist meteen dat ik dit waarschijnlijk de rest van mijn leven ging doen. Het was alsof ik ervoor was gemaakt, ik voelde me zo thuis en op mijn gemak voor de camera.” De eerste keer dat ze zichzelf op het grote scherm ziet, verlaat ze desalniettemin in tranen de bioscoop. “Het was, denk ik, de schok, de schaamte dat ik zo veel van mezelf liet zien, want ik hou er niet van om dat te doen.”
Geen roekeloos gedrag meer
Aan het spannende gevoel van jong zijn in swinging Londen, de wereld aan haar voeten, komt een abrupt einde door de dood van Sarah, pas 23 jaar, in Argentinië waar ze met haar man is gaan wonen. “Een hersenbloeding, heel plotseling,” krijgt Charlotte van haar vader te horen. Het maakt alles anders voor haar. Voor roekeloos gedrag is geen ruimte meer: haar ouders kunnen niet nog een dochter verliezen. Dus verplaatst ze haar wilde kant naar de rollen die ze kiest.
Wat haar in Engeland wordt aangeboden, boeit haar niet: “dollybirds en vriendinnen van de held.” Te conventioneel, te onbenullig. Dankzij haar internationale opvoeding spreekt ze haar talen en kan ze haar heil zoeken in Europa. De rollen die ze speelt – nou ja: “Wat ik doe, is geen acteren. Ik speel gewoon mezelf,” zegt ze – zijn Charlotte niet snel te gek. In de controversiële film The night porter (1974) is ze een overlevende van een concentratiekamp die twaalf jaar na de Tweede Wereldoorlog in een Weens hotel haar onderdanige sm-fantasieën uitleeft met haar voormalige kampbewaarder. In Stardust memories (1980) is ze een vrouw die worstelt met waanzin, in Max mon amour (1986) een diplomatenvrouw die een affaire met een chimpansee begint. Opvallend: ze lijkt deze extreme personages zonder moreel oordeel te spelen.
Toen werd het ingewikkeld
In interviews vertelt ze over haar perfecte jeugd waarin alles goed was. “Het huis, de tuin, de konijnen, de hamster, de honden. Alles. Totdat het ingewikkeld werd.” Dit is het verhaal dat Charlotte jarenlang aan de wereld vertelt. In 2003 kan ze eindelijk zeggen waardoor het zo ingewikkeld werd: “Mijn zus maakte zelf een einde aan haar leven. Ze schoot zichzelf dood. Haar niet lang daarvoor te vroeg geboren zoon lag nog in het ziekenhuis.”
Charlottes vader vertelde haar pas drie jaar na dato hoe het werkelijk zat. Dat was een nieuwe klap. “Ga je leven leiden,” zei hij toen ook, “ik zorg voor je moeder.” Hij vindt dat Isabel nooit mag weten hoe Sarah is gestorven – dat zou ook haar dood betekenen, denkt hij. Charlotte belooft het geheim te bewaren. Dertig jaar zwijgt ze.
Pas na de dood van haar moeder in 2001, kan ze zeggen hoe het overlijden van haar zus haar leven heeft bepaald. Waarom ze zo veel risico’s neemt in haar werk. “Ik zat niet in het vak om te entertainen, ik zat er om via de personages die ik speel iets te leren over mezelf.” Na Sarahs dood wil ze alles uit het leven halen wat erin zit. Zo beleeft ze eind jaren zestig een ménage à trois met acteur Bryan Southcombe en model Randall Laurence. Om haar ouders niet in verlegenheid te brengen zegt ze in interviews braaf dat ze gewoon goede vrienden zijn die een flat delen in Londen. Natuurlijk had ze een relatie met beiden, geeft ze later vrolijk toe. “We waren allemaal nog jong.”
Magnetische man
Met Bryan trouwt ze in 1972, ze krijgen samen zoon Barnaby. Daarna, 1976, een lunch in Zuid-Frankrijk. Charlotte zit naast componist Jean-Michel Jarre en herinnert zich later: “Michel was magnetisch.” Hij: “Ik werd onmiddellijk gegrepen door haar geslotenheid en afstandelijkheid.” Hun huwelijken lopen beide stroef en algauw is het bekeken: Charlotte Rampling en Jean-Michel Jarre gaan samen verder. Ze gaan wonen in Parijs. Zoon David wordt daar in 1977 geboren; Charlotte voedt ook Jean-Michels dochter Emilie op.
Ze maakt minder films, want de kinderen. Bovendien valt acteren, hoeveel ze er ook van houdt, haar ook zwaar: het kost moeite om zich bloot te geven voor de camera. “Ik moet aangemoedigd en verleid worden, er moet heel wat gebeuren voordat ik op de rand van de klif ga staan. Maar uiteindelijk spring ik. En die sprong maakt het werk voor mij de moeite waard.”
Ze is gelukkig, voor zover ze zichzelf dat toestaat. “Hoe kun je als iemand op die manier sterft naar feestjes gaan en lol hebben?” Al die tijd weet ze dat er een moment zal komen waarop ze zich rekenschap moet geven van wat er intussen met haar brein gebeurt. Op haar 35e is het zover. “Ik weet het nog precies. Op een dag voelde ik een verschrikkelijke angst. Vanaf dat moment had die me in zijn greep.” Ze lijdt aan een ernstige depressie. Werken gaat niet meer. En als ze na een paar jaar is opgekrabbeld, gebeurt het nog een keer.
In de bakkerij
Haar huwelijk met Jean-Michel loopt in 1997 op de klippen als hij wordt betrapt terwijl hij met een jongere vrouw een kamer boekt in een hotel. “Het is niet ongebruikelijk dat een man een affaire heeft, of een vrouw er een heeft,” zegt Charlotte. “Maar de manier waarop ik erachter kwam! Uit de roddelpers. Het was vernederend. En dat het vervolgens gewoon doorging. Nee, dat kon ik hem destijds niet vergeven.” Ze belandt weer in een diepe depressie. Maar bang dat ze geen rollen meer kan krijgen, is ze niet. “Daar dacht ik niet over na,” vertelt ze later. “Ik moest een comeback in het leven maken. Films maken of in een bakkerij werken, dat maakte niet uit, als ik maar weer leefde.”
Ze wil het er verder niet over hebben. “Ik kan er niet aan terugdenken, want ik wil daar nooit meer terechtkomen.” Eind jaren negentig keert ze weer terug in de filmwereld. Bijrollen zijn aanvankelijk haar deel. De Franse filmmaker François Ozon strikt haar in 2000 weer voor een hoofdrol in zijn film Sous le sable. “Ik liet Charlotte zien zoals ze is,” zegt Ozon, “glamoureus, een beetje magisch. Maar daaronder voel je dat er iets heel dieps, heel sterks zit. Iets voorbij gedrag of woorden. Gevoelens.”
De film wordt een succes. Daarna blijft ze aan het werk. Met 45 years sleept ze in 2016 zelfs een Oscarnominatie voor de beste hoofdrol in de wacht. Ze wint hem niet, ze denkt vanwege de rel die ze in de aanloop naar het keuzemoment veroorzaakt door te zeggen dat de actie #oscarssowhite ‘racistisch’ is voor witte mensen. Ze schaamt zich diep voor die ondoordachte uitspraak, want ze is naar eigen zeggen allesbehalve racistisch.
Loner
Haar carrière schaadt deze uitglijer verder niet. Ze werkt met gerenommeerde regisseurs als Lars von Trier (Melancholia), Paul Verhoeven (Benedetta) en Denis Villeneuve (Dune). Nog steeds hebben films over ‘moeilijke’ onderwerpen haar voorkeur, maar ze speelt ook in de Amerikaanse televisieserie Dexter. Ze krijgt een relatie met de Franse zakenman Jean-Noël Tassez die tot aan zijn dood in 2015 zal duren. Ze respecteren elkaars privacy. “Ik ben een loner,” zegt Charlotte. “Ik vind het niet leuk, maar het is zo.”
Haar vader bedoelde het goed, zegt ze, maar door te moeten zwijgen over de manier waarop haar zus was gestorven, kon ze Sarahs dood lang niet verwerken. “Een suïcide is een werkelijkheid. Als de werkelijkheid wordt ontkend, als die verborgen wordt gehouden, krijgt een geheim macht over je. Terwijl het andersom zou moeten zijn.” Nu ze er vrijuit over kan praten, voelt ze zich bevrijd.
In Frankrijk wordt Charlotte inmiddels La Légende genoemd. Ze kiest haar rollen met zorg – “Het gevoel dat ik dát leven zou kunnen leiden, is voor mij doorslaggevend” – en ze werkt met zichtbaar plezier mee aan avontuurlijke fotoshoots (Juergen Teller zet haar in 2009 naakt voor de Mona Lisa). Ook als zeventigplusser heeft ze onmiskenbaar aantrekkingskracht.
Met een voet buiten de deur
Charlotte beperkt zich niet tot acteren: in 2017 publiceert ze een korte autobiografie (Who I am), ze heeft cd’s opgenomen, een documentaire gemaakt (The look, 2011) en in 2023 exposeert ze haar schilderwerk in het Musée d’Art Moderne de Paris. Haar kleinkinderen noemen haar Go-Go, omdat ze altijd met een voet buiten de deur staat. Ze is het gelukkigst als ze onderweg of aan het werk is, zegt ze, al wordt dat naarmate ze ouder wordt wel wat zwaarder.
Het keerpunt in haar leven was de film waarmee Charlotte haar carrière na een lange onderbreking weer oppakte: Sous le sable. Daarin spéélde ze voor het eerst, zegt ze: een vrouw wier man gaat zwemmen in zee en niet terugkomt. Ze speelde rouw. Tegelijkertijd verwerkte ze eindelijk haar eigen verdriet over de plotselinge, moeilijk te accepteren dood van haar zus. De vrouw die ze speelde, kreeg op Charlottes verzoek haar naam: Sarah.