Help, ik ben een pessimist #2: moet ik me schamen?

pessimist

Online editor Merel kan zichzelf niet echt als een ‘glas halfvol’-type omschrijven. Dat is niet iets waar ze trots op is, of blij mee. Maar… is het gewoon wat het is? Of is er iets aan te doen?

Na het verschijnen van mijn eerste column in deze serie krijg ik goedbedoelde reacties van mensen uit mijn omgeving. Reacties als: “Maar jij bent altijd zo vrolijk!” en “Dat had ik echt nooit achter je gezocht!”. Die zijn lief bedoeld en ik ben op zich ook blij dat ik kennelijk niet meteen overkom als iemand die alles somber inziet. Maar, de waarheid is dat ik mijn pessimisme waarschijnlijk gewoon heel goed weet te verbergen.

Alles zal mislukken, hoe dan ook

Een collega stuurt me een lieve mail waarin ze zegt dat ze mij ziet als iemand die juist alle kansen aangrijpt en ‘de dingen’ gewoon doet. Dat klopt; ik ga niet gauw iets uit de weg en daar ben ik best trots op. Dat wil echter niet zeggen dat er, bijvoorbeeld na het accepteren van een opdracht, geen storm door mijn hoofd raast. Een storm die me soms wakker weet te houden en die mijn humeur flink kan beïnvloeden. In mijn gedachten is het meeste namelijk alweer honderd keer mislukt en wacht ik op het moment dat het duidelijk zal worden dat het géén goed idee was om die klus aan te pakken.

Want dat is de essentie van mijn pessimisme: alles zal mislukken. Dat heeft met zelfvertrouwen te maken en dát heeft weer te maken met het feit dat ik van huis uit niet heb meegekregen dat ‘alles wel goedkomt met mij’. Weet je, het lijkt me heerlijk als je dat hebt geleerd vroeger. Dat je gewoon aan iets kunt beginnen en dat je dan ook denkt en echt gelooft: dit komt goed. Ik ben echt heel jaloers op mensen die zo in elkaar zitten.

Wat als het wél lukt?

Met mijn therapeut heb ik tig sessies lang gepraat over dit onderwerp. Van haar moest ik mezelf elke dag afvragen wat er zou gebeuren als het wél goed zou komen. Met een goede vriendin heb ik toen een slogan in het leven geroepen: ‘Wat als het wél lukt?’ Af en toe herinneren we elkaar hier nog weleens aan, en ik moet zeggen dat dat wel een beetje helpt. Het idee is dat alles wat zou kunnen mislukken ook zou kunnen lukken. In theorie natuurlijk, want er zijn allerlei aspecten (geluk, privilege, timing) die meespelen. Wanneer een van ons een succes behaalt, vieren we dat door naar elkaar te roepen: zie je wel! Dingen lúkken. Ik moet glimlachen als ik hieraan denk. Waarom blijft het dan toch zo ingewikkeld om niet alles bij voorbaat al in duigen te zien vallen?

Partypoopers

Iets anders waar ik veel aan moet denken na de lieve reacties die ik kreeg op mijn stuk is: pessimisten zijn dus geen geliefde personen. We zien liever zonnige optimisten, die kun je er gewoon makkelijker bij hebben. Ook op feesten en partijen zijn ze leuker, ik bedoel; pessimisten zijn toch een beetje de partypoopers van de samenleving. Het doet me denken aan hoe de wereld kijkt naar extraverten en introverten: die laatste groep moet zich aanpassen, de eerste groep is gezellig en zichtbaar.

Ik snap dat pessimisme een negatieve klank heeft. Als ik zelf aan het woord denk, zie ik meteen de kleur grijs voor me. Maar er poppen ook woorden bij me op als ‘chagrijn’ en ‘ongezellig’. Is dat wel terecht? Een pessimist is toch niet per definitie een chagrijn? Tenminste, als ik aan mezelf denk, dan herken ik me daar, tot mijn opluchting, niet in.

En toch merk ik dat ik me schaam om toe te moeten geven dat ik van nature geen optimist ben. Ik ga eens uitzoeken hoe terecht dat is. Misschien lukt het me wel om een lans te breken voor de pessimistische medemens.

Meer lezen

Tekst Merel Wildschut  Fotografie Beetje Home

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN