Makkelijker gezegd dan gedaan #4: omgaan met angsten

omgaan met angsten

‘Laat het los’, ‘Praat erover’, ‘Zorg voor jezelf’, als je ergens mee worstelt, krijg je misschien weleens tips en advies. Goedbedoeld, maar soms makkelijker gezegd dan gedaan. Flow’s Ruby gaat op zoek naar tips die wél haalbaar voelen. Deze keer: omgaan met angsten.

Stress, perfectionisme, hoge verwachtingen: ze ontstaan vaak vanuit angst. Want zoals je in mijn andere blogs kon lezen, koppelt mijn hoofd een tikfout automatisch aan een (bijna) ontslag. Gedurende de dag rennen tientallen van dit soort gedachten, klein en groot, rondjes in mijn hoofd. Van: ik ben introvert dus mensen vinden me saai, tot: ik lig laat in bed dus ik kan morgen niet goed functioneren.

Door mijn volle, angstige hoofd neem ik geen tijd om me af te vragen of mijn gedachten wel kloppen. Terwijl dat juist nodig is om die bovenkamer eens wat leger te maken… Een vicieuze cirkel. Hoog tijd dus, om die gedachten eens goed uit te pluizen.

Vier vragen die je leven veranderen

Psycholoog Marjolein Assendelft vertelt me over de vragen uit Vier vragen die je leven veranderen, van Byron Katie. Hiermee kun je je angstige overtuigingen onderzoeken.

“We hebben veel gedachten die de hele dag door ons hoofd schieten,” vertelt Assendelft, “en daar zijn we ons niet altijd van bewust. Dat is goed, want sommige dingen moet je op de automatische piloot kunnen doen. Maar vaak nemen we onze gedachten voor waar aan, terwijl ze helemaal niet zo waar hoeven te zijn.”

Omgaan met angsten: 4x vragen om aan jezelf te stellen

In het begin is het volgens Assendelft nog moeilijk om jezelf, op het moment dat je angstige gedachten hebt, de vier vragen te stellen: “Als je het in het moment doet, is dat perfect, maar dat is vaak lastig. Want in het moment zijn we ons vaak niet bewust van die gedachten, en worden we overmant door angstige gevoelens. Dus begin met jezelf deze vragen achteraf te stellen.”

1. Is het waar?

Als ik bijvoorbeeld een mail met kritiek op mijn werk krijg, gillen mijn automatische gedachten: je wordt ontslagen, je bent niet goed genoeg. Angst bekruipt me, mijn hartslag stijgt. Overmand zijn door gevoelens maakt het lastig om mijn gedachten meteen onder de loep te nemen.

Maar ‘Is het waar?’ kan ik me dus ook op een later moment afvragen. Alleen niet té laat, volgens Assendelft, want het is nuttig als je het moment van die angstige gedachte goed kunt terughalen. Later vraag ik het me af: is het waar dat kritiek tot ontslag leidt? Zou kunnen, mijmer ik.

2. Kun je absoluut zeker weten dat het waar is?

“Vaak zijn we geneigd om meteen ‘Dat is waar’ te denken. Daarom is de tweede vraag: ‘Kun je absoluut zeker weten dat het waar is?’,” vertelt Assendelft. “Deze vraag laat je nóg kritischer naar die gedachten kijken. Als je gedachte je dus vertelt dat je niet goed bent in je werk, ga je je bij deze vraag afvragen of je hier bewijzen voor hebt. Waar baseer je dit op?”

Misschien heb je voor je gevoel veel argumenten vóór deze overtuiging. “We zijn geneigd te zoeken naar bewijzen die onze angstige overtuiging ondersteunen, want jij gelooft dat nou eenmaal. Maar,” zegt Assendelft, “als je eerst mag opsommen waarom het voor jou wél waar is, kun je makkelijker overstappen naar de meer nuancerende gedachte: ‘ik doe ook veel goed op mijn werk’.”

3. Hoe reageer je als je die gedachte gelooft?

Deze vraag brengt in kaart wat de gevolgen van je angstige gedachten zijn. In mijn geval: koortsachtig mijn artikels tien keer nakijken, niet durven kletsen op een feestje en elke dag stipt om tien uur in bed willen liggen. Eigenlijk niet zo fijn, hoe ik reageer als ik mijn gedachten geloof.

Daar kijkt psycholoog Assendelft niet raar van op. Sterker nog: ze ziet vaak dat als je je naar die angstige gedachte gedraagt, je overtuiging alleen maar sterker wordt: “Als je op een feestje bang bent dat mensen je saai vinden, durf je misschien niet te praten en sta je in een hoekje. Mensen gaan misschien niet met je kletsen, waardoor jij je bevestiging krijgt: zie je wel, ze vinden me écht saai. Het is dus belangrijk om je bewust te worden van je gedrag.”

4. Wie zou je zijn zonder deze gedachte?

Dit is een vraag die je laat inzien dat je misschien wel een stuk relaxter, vrolijker of zelfverzekerder bent als je een genuanceerde gedachte gelooft. Zoals: ik praat misschien niet veel op feestjes, maar áls ik een gesprek voer, doe ik dat wel met oprechte interesse.

“Zo’n helpende gedachte kun je onthouden door hem te herhalen,” vertelt Assendelft. “Als je weet dat je vaak over je grenzen heen gaat om de perfecte werknemer te zijn, hang je een briefje bij je bureau, met: ‘Ik lever ook goed werk zonder dat ik het tien keer nakijk.’ Of plak een briefje op je deur met: ‘Ik ben een geïnteresseerde gesprekspartner.’”

Wandelen over het zijpad

“Gedachten zijn als bospaden,” schetst Assendelft: “Als je vaak een angstige overtuiging hebt, wordt dat pad heel begaanbaar. Maar er is ook een zijpad, waar de helpende gedachte kan zijn: ‘mijn baas geeft kritiek, maar ik doe ook veel goed’.”

“Als je vaker met je gedachten over dat zijpad wandelt, zal de weg met angstige gedachten dichtgroeien. Dat kost tijd, maar hoe minder aandacht je aan die angstige overtuigingen besteedt, hoe sneller het zijpad toegankelijk is.”

Ik zal mijn wandelschoenen dan maar eens aantrekken, op weg naar dat zijpad. Een gieter vol helpende gedachten houd ik in de aanslag. Dat angstige, begaanbare pad mag wat mij betreft namelijk snel weer dichtgroeien.

Meer lezen

Tekst Ruby Wijdenbosch

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN