Ontspullen met Astrid (36)

Vrouwenpaleisje

Ooit woonde ik in een eeuwenoud pand in het centrum van de stad. Ik kon de bovenste etage de mijne noemen. Het was een soort loft waarin alles gebeurde – slapen, koken, eten – in een geweldige open ruimte onder een balkendak. Ik weet nog dat ik in een weekend al mijn spullen had verhuisd, en dat mijn toenmalige vriend kwam kijken hoe het was geworden. Hij had nog geen stap over de drempel gezet of het eerste wat hij zei was: ‘Jezus, wat heb je het weer túttig gemaakt.’ Inderdaad had ik in no time de stoere industriële ruimte omgevormd in een tuttig vrouwenpaleisje met hoekjes en kleedjes en beeldjes en kandelaars en weet ik veel wat. Dat vond ik toen mooi en ik was nogal gepikeerd over deze lompe opmerking. We kregen meteen ruzie, maar achteraf snap ik wat hij zag toen hij binnenstapte.

Inmiddels heb ik de afdeling styling in huis behoorlijk teruggeschroefd, maar het is wel bijzonder hoeveel dingen we kopen voor de neerzet. Niet nodig, je kunt er niets mee (behalve afstoffen en een beetje heen en weer schuiven) en ze staan er voor de show. En ze staan er vooral omdat het in is. Ik noem de houten letter, de koperen kandelaar, de vaas in de vorm van een cactus.

Daar moest ik aan denken toen ik afgelopen weekeinde las over het boek De Verborgen Impact van industrieel ontwerpster Babette Porcelijn. Ze vertelt in haar boek dat mensen gemiddeld 2200 euro per jaar uitgeven aan hebbedingen, neerzet dingen en gadgets. Kortom, spullen voor in huis. De hele afdeling waar ik mijn vrouwenpaleis mee aankleedde.

Het boek van Babette gaat niet alleen over de vraag of het zinvol is om dat soort dingen te kopen, (wat mij betreft is het best zinvol als je er gelukkig van wordt, wat ik werd) maar wat het eigenlijk betekent voor het milieu. Ze beweert dat voor een gemiddelde Nederlander de belangrijkste bijdrage aan de aarde en het milieu niet zit in minder vliegen, minder autorijden, de verwarming minder hoog zetten, maar in minder spullen voor in huis kopen. Voor de productie van al deze spullen wordt zoveel energie, land, chemicaliën en water gebruikt, dat ze grootste bijdrage leveren aan de milieu-impact van een huishouden.

Ik zal eerlijk zijn, voor mij zit mijn grootste drive om te ontspullen niet in het duurzame aspect. Was ik maar zo’n goed mens. Ik doe het vooral om egoïstische redenen: omdat het me tijd oplevert, minder stress, een leger hoofd en ik mijn geld inmiddels liever aan andere dingen besteed. Het dwingt me ook om na te denken waar ik nu echt mijn geluk uit haal. Maar het is natuurlijk wel een feit dat we met zijn alleen heel veel dingen maken, die niet nodig zijn, maar die wel een wissel trekken op de aarde. Dus het is wel een mooie bonus, misschien wel de grootste bonus, dat je door te ontspullen ook bewuster met het milieu omgaat. Eigenlijk zou deze reden je voornaamste reden moeten zijn om te minderen.

Babette heeft om die reden al anderhalf jaar geen nieuwe spullen meer gekocht. Geen nieuwe kleren, nieuwe boeken, nieuwe gadgets. Anderhalf jaar! Ik doe een diepe buiging. Ik begin eens met een maand.

Astrid is samen met Irene de oprichter van Flow. Ze woont samen en heeft twee kinderen. Ze schrijft elke dinsdag over de zin en onzin van ontspullen.

 

 

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN