Andermans spullen deel 2
Er is maar één manier om een vakantiedip tegen te gaan, en dat is een nieuwe vakantie boeken. Het stond zelfs afgelopen week in de Volkskrant, dus ik vond het niet decadent maar juist heel verstandig dat ik een week na terugkomst alweer naar hotelletjes en airbnb-appartementen in Barcelona zat te kijken. Kijken kan altijd. Nu weet ik dat ik daarbij vooral moet letten op prijs en locatie, maar ik let ook altijd heel erg op de spullen die op de fotootjes voorbijkomen. Huizen propvol spullen, daar wil ik dus niet in logeren, die swipe ik meteen weg.
Ook in IJsland, waar we rondtrokken, troffen we een paar dagen een houten hutje dat uit elkaar spatte van de spulletjes. Ik zag man des huizes al bedenkelijk kijken nadat we de sleutel (die lag lekker op zijn IJslands verstopt naast de deur) hadden gevonden en de deur openden. Hier woonde iemand. Veel iemanden. Dat zag je aan alles. Boeken, fotolijstjes met familieleden, mamma-is-de-allerliefste-maar-dan-in-het-IJslands-tekening in de keuken, spelletjes, nog meer spelletjes, kleedjes, knutsels, planken vol met prullaria, vensterbanken vol met frutsels. Dat had ik allemaal niet gezien toen ik een half jaar geleden de airbnb-foto’s minutieus bestudeerde. Die avond bedacht ik me wat ik zou doen als het mijn huisje was, en dat was toch driekwart eruit gooien.
Gek dat ik liever legige huizen wil, want juist dat persoonlijke maakt airbnb zo leuk. Ooit las ik een krantenartikel over het mooie van huizenruil en airbnb, waarin een man vertelde dat hij het juist zo bijzonder vond om even in andermans leven te stappen. Om in Berlijn op de koelkast te lezen wat het rooster van school is. Of in New York door de fotoalbums te bladeren van het gezin. Of de cursusflyers op het prikbord in de gang te lezen. Maar ik wil niet douchen tussen de douchespullen van onbekende mensen. De jongens vonden op de vliering nog een kast met wat duister speelgoed waar ze zich nog mee vermaakt hebben trouwens, die vonden dit het leukste huisje van de IJsland-reis, maar ik zag alleen maar stofnesten en niet schone kopjes, en dan keek ik weer naar de familiefoto en bedacht ik me van wie toch die jassen waren aan de kapstok in de gang.
In het gastenboek was een direct-klaar-foto geplakt door een groep Fransen. Twee van hen hadden een IJslandse trui aan, gevonden in de ladenkast, schreven ze erbij. Zij hadden het koud gehad en bedankten voor het lenen. Leek mij al helemaal niets, een onbekende Fransman in mijn trui, maar ik denk dat de eigenaresse het wel prima vond. Ze had ons wel drie keer gemaild dat we echt alles mochten gebruiken, ook uit de voorraadkast.
Nou ja, andermans spullen dus, altijd een beetje ingewikkeld. We waren er zuinig op, repareerden het hakkelende rolgordijntje, wasten alles weer netjes af toen we weggingen, lieten een pak rijst en een fles tomatenketchup achter en legden de sleutel weer op de verstopplek. En we zuchtten opgelucht. Op naar het hostel, met lekkere lege anonieme kamers.