Het betere wokken
Ik was nogal tevreden met mezelf toen ik afgelopen zaterdag, vlak voordat Wie is de Mol begon, een pakje popcorn-poffen-voor-in-de-magnetron uit elkaar had gepulkt en alles in mijn wok had gepoft. Met de (glazen) deksel erop uiteraard. We hebben geen magnetron, en iets anders doen dan op de verpakking staat, voelt heel erg inventief, een beetje scouting-achtig. Maar ik was om nog een andere reden nogal content, namelijk met de wok zelf. Een peperdure Le Creuset uit een echte kookwinkel. Daar waar ik dus nooit naar binnen durf met mijn kookcapaciteiten die niet verder reiken dan de Hello Fresh Box. Tot voor kort kocht ik elke jaar een nieuwe koekenpan en wok bij de Hema, de Blokker of de Ikea, net waar ik was. Dan hadden we het jaar ervoor al met het hele gezin van de oude editie de anti-aanbaklaag ongemerkt opgegeten, vrees ik en was de pan verworden tot een zielig hoopje niks. Vaak brak ook nog ergens onderweg de steel af.
Nu heb ik een echte pan, zo een die je hele leven meegaat en dat maakt gelukkig. Het voelt erg volwassen om eens te investeren in kwaliteit, iets wat ik trouwens wel schaamteloos deed voor schoenen, maar niet in iets huishoudachtigs. Mijn keuken ontbeert dus zaken als een magnetron en nog heel veel andere keukenapparatuur, voornamelijk ook uit plaatsgebrek. (Ontspul tip nummer 1, koop of huur gewoon geen al te groot huis.) Maar goed, mijn inzicht van de dag is dus: ontspullen is ook iets goeds kopen dat niet steeds vervangen hoeft te worden. En nu blijk ik ineens ook best te kunnen koken zónder dat alles aanbrandt. Het lag niet aan mij, maar aan de pan. Echt! Eén nadeeltje, de nieuwe aanwinst mag helaas niet in de afwasmachine en moet met de hand in een vers sopje. Maar ook dat doe ik met liefde. Het is eigenlijk wel oké om dingen waar je lang mee moet doen een beetje extra aandacht te geven, en het geeft de pannen ook iets menselijks. Je relatie stop je per slot van rekening ook niet in de afwasmachine.